Bas Dost: het roofdier van Club Brugge in cijfers

© Hans Lucas via AFP
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Bas Dost heeft in zijn eerste maanden bij de regerende landskampioen al heel wat indruk gemaakt. Hoe komt dat?

Zorgvuldig nadenken over hoe je de poort naar de vijandelijke backlijn kunt openbeuken is nooit een favoriete denkoefening geweest van Philippe Clement. Wanneer het doel van de tegenstander in zicht komt, geeft de coach van Club liever het vertrouwen aan zijn offensieve talenten om de juiste weg te vinden, eerder dan dat hij hen een gps geeft met een precies uitgestippelde route. Een benadering die Ryota Morioka, de eerste maestro in de carrière van Clement, de uitspraak ontlokte: ‘In balbezit hadden we geen strategie. We mochten zelf iets creëren, we kregen daar de vrijheid voor.’

Die optie heeft haar goeie kanten maar ook haar beperkingen, want om een collectieve actie tot resultaat te voeren moeten alle neuzen instinctief in dezelfde richting staan. Zo is Michael Krmencik, die een jaar voor Bas Dost naar Brugge kwam, er nooit in geslaagd om van zijn 1m90 het laatste puzzelstukje te maken in de aanval van zijn nieuw club. De voorzetten van Krepin Diatta of Edoeard Sobol zochten vaak tevergeefs een bestemmeling.

De nieuwe Nederlandse spits van Club heeft van ontploffen in het strafschopgebied een kunst gemaakt, ongezien op de Belgische velden. Wat zo’n wapen kan betekenen, had Clement al gezien toen zijn bestuur hem Mbaye Diagne gaf, die uiteindelijk aan de kant werd geschoven hoewel hij bij zijn invalbeurten vaak beslissend bleek. Tegen het Standard van Michel Preud’homme speelde de Senegalees zich nochtans in de kijker door David Okereke de gelijkmaker aan te bieden.

De Luikse verdedigers, dit keer gecoacht door Mbaye Leye, werden opnieuw geklopt toen Bas Dost de bal vroeg om Noa Lang vrij te zetten na een teruglegger van Clinton Mata. De Nederlandse goalgetter zorgt er door zijn postuur voor dat de verdedigers erop letten waar hij loopt, zeker omdat de minste vrijheid die hij krijgt in de buurt van het doel meestal tot een goal leidt.

De zichtbaarheid van een goalgetter vermindert altijd in de buurt van de goal. In de grote rechthoek verplaatst Bas Dost zich als een roofdier, die de kunst verstaat om zich op het ideale moment op zijn prooi te storten. Hij begint te bewegen enkele ogenblikken voor de voorzet vertrekt, net voldoende laat om de tweede centrale verdediger te verrassen, maar net snel genoeg om voor de eerste op te duiken. De Nederlander benut ten volle die milliseconden die er verlopen onderweg tussen de ene verdediger en de andere, dat korte ogenblik waar hij niet meer gedekt wordt door de eerste en nog niet door de tweede. Het is zijn manier om vrij te zijn.

Cijfers

0: In zijn eerste zeven wedstrijden in de competitie probeerde Bas Dost geen enkele keer te dribbelen. Dat is typisch voor iemand die de bal meestal maar één keer raakt.

0,35: Net als Paul Onuachu en Dieumerci Mbokani weet de Nederlander perfect van waar hij moet trappen om een hoog rendement te halen. Zijn doelpogingen representeren gemiddeld 0,35 expected goals.

4: De ex-goalgetter van Frankfurt raakt per match vier ballen in de zestien meter. Meer dan de helft daarvan leiden tot een schot op doel.

6: Hij scoort vaak, maar geeft ook assists aan zijn landgenoot Noa Lang en toonde zich op die manier beslissend in zijn eerste zes matchen in de Pro League.

33%: Uit vijftien schoten wist de Nederlander al vijf keer het net te vinden. Met dat percentage behoort hij tot de beste afwerkers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content