‘Bij Tottenham moest ik de schoenen van de toppers schoonmaken’

© Belga Image

William Troost-Ekong, een Nigeriaanse international met Nederlandse roots, streek neer in Gent om de Buffalo’s meer defensieve stabiliteit te bezorgen. De rechtsvoetige verdediger is een man met een plan. ‘Rond mijn 25e wil ik terug naar de Premier League.’

Een opgewekte verschijning vormt William Troost-Ekong (23), die op de tonen van de klassieker ‘Ain’t no sunshine when she’s gone‘ van Bill Withers zichzelf introduceerde bij de multiculturele spelerskern van AA Gent tijdens de winterstage in het Spaanse Oliva. ‘Moet je zien? Ik toon het je even, via mijn smartphone. Brecht Dejaegere filmde het. Ferm hé. Zo ben ik’, luidt het spontaan.

Ongedwongen, complexloos en zelfverzekerd komt de jongen die werd geboren in Haarlem – met opvallende zilverkleurige glinstertjes in beide rechteroorlellen – voor de dag, kwaliteiten die een coach als Hein Vanhaezebrouck wel weet te appreciëren.

Als zoon van een Nigeriaanse vader en een Nederlandse moeder zette Troost-Ekong zijn eerste voetbalstappen bij de amateurs van SV Overbos in Hoofddorp, een stad in Noord-Holland, in de nabijheid van Schiphol en Amsterdam. Broertje Everest is 20 en ‘een echte straatvoetballer, speelt geen competitie’, zus Emily wordt 26 in maart.

‘Ik ben een half-half. Een echte Nederlander, blijkbaar toch volgens mijn beste vrienden, maar ik amuseer me even goed met Nigeriaanse jongens. Hier in Gent lukt dat ondertussen aardig, door de aanwezigheid van Moses Simon, Anderson Esiti, Ibrahim Rabiu en Samuel Kalu. Maar met Nana Asare kan ik communiceren in het pidgin, een soort dialect dat ik meekreeg van mijn pa. Heel leuk.’

Harry Kane

Terwijl zijn vader ondertussen definitief terugkeerde naar Nigeria, stond zijn ma in voor de opvoeding. Ze heeft al meer dan twintig jaar lang een kantoorjob bij een Nederlandse luchtvaartmaatschappij. Dat bleek wel handig, zeker omdat William al op zijn twaalfde het Kanaal overstak.

‘Dat was zes jaar nadat ik me via school aansloot bij SV Overbos’, rakelt Troost-Ekong op. ‘Ik was best een snelle spits die gemakkelijk scoorde. Mijn idool was Thierry Henry, misschien wel de beste speler die Arsenal ooit in zijn rangen had. Maar omdat mijn ouders wilden dat ik ook Engels leerde spreken, trok ik naar een kostschool over de plas. Dat was een schok, want we sliepen in het begin met zes op een kamer, er heerste keiharde discipline én we waren verplicht om een uniform te dragen. Ik ging er voetballen bij Bishop’s Stortford. De sport bevorderde mijn integratie.’

‘Ik was er populair omdat ik misschien wel het recordaantal doelpunten ooit maakte. Zo trok ik de aandacht van Fulham. Ik werd door hen uitgenodigd, helemaal alleen een rit van 1 uur en 20 minuten met de trein. Dat avontuurtje durfde ik wel aan. Ik wou het heel graag en was bereid om er alles voor te doen. Het enige probleem was dat ik te jong bleek voor een echt contract. Ik werd er geregistreerd en mocht er meetrainen. Het was eerder een investering op lange termijn.’

Troost-Ekong kreeg door zijn opvallende prestaties de kans om de installaties van Liverpool en Manchester City te gaan bekijken, maar bezweek in de zomer van 2009 uiteindelijk voor Tottenham. ‘Zij wilden het verst gaan om alles voor mij te regelen, want ze waren bereid om me met een taxi op te halen en terug te brengen naar school’, verklaart de gewezen Nederlandse jeugdinternational. ‘Toen begon het te dagen dat ik toch wat talent had. Net in die periode werd ik ook een lange slungel en verdween de explosiviteit. Het hoofd van de jeugdopleiding, John McDermott, had duidelijk een boontje voor me. Uiteindelijk werd het nog een heel gedoe om mijn vader over de streep te krijgen, want vanuit zijn Afrikaanse cultuur wilde hij graag dat ik vooral de school afmaakte. We vonden toch een oplossing met privélessen twee- tot driemaal per week na de training met een specifieke leraar. Business. (lacht) Klinkt cool en staat goed op je visitekaartje.’

Bij de Spurs trok Troost-Ekong grote ogen. ‘Harry Kane was de eerste die me, als aanvoerder van de ploeg, de hand schudde toen ik daar door de deur liep. Hij hielp me aan een plekje in de kleedkamer, als jongen van de club. Doordat ik al wat groter was, mocht ik snel inpikken bij de oudere jeugdselecties U18 en U21. Zo voetbalde ik aan de zijde van Andros Townsend, NabilBentaleb en Kevin Stewart. Mijn voordeel was dat ik al een paar jaar in Engeland verbleef, waardoor de switch niet al te groot bleek. Alleen de intensiteit lag veel hoger, met een tot twee trainingen per dag. En ik ontwikkelde er mijn huidige speelstijl als verdediger, met veel atletisch vermogen en duelkracht als mandekker. Gewoon lekker knallen. Qua voeding en fitnessprogramma namen ze het daar wel heel serieus. Voor elke voetballer is de Premier League de perfecte omgeving om in te groeien. Ik kreeg de taak om dagelijks de schoenen van toppers als Ledley King, Younès Kaboul en een echte leider als Michael Dawson schoon te maken. (grijnst) Dat werd volgens mij gedaan om je het gevoel te geven dat je nog nergens staat en nog een lange weg moet afleggen.’

In juli 2013 kwam er echter een einde aan zijn episode op White Hart Lane. ‘Mijn leerschool zat erop’, rakelt de rechtstvoetige Troost-Ekong op. ‘Het laatste jaar leerde ik vooral goed één op één te verdedigen en hardheid te kweken. Instaan voor een defensieve organisatie, me verbaal laten gelden, die aandachtspunten. Van mijn lichting uit 1993 kregen er twaalf jongens een profcontract, enkel Kevin Stewart en ik zijn doorgebroken op het hoogste niveau. Dat zegt genoeg over hoe hoog de lat daar werd gelegd. Die bagage was onbetaalbaar. Ik ben blij dat Tim Sherwood en Les Ferdinand me bij de invallers een dosis realisme meegaven. Speelminuten verzamelen in een eerste elftal, die wenk kreeg ik mee.’

Stapje terug zetten

FC Groningen werd zijn nieuwe bestemming, maar daar botste hij op de meer ervaren Eric Botteghin. De Braziliaan, die later een transfer naar Feyenoord versierde, had duidelijk betere voetjes. Gevolg: Troost-Ekong geraakte aan slechts twee duels. ‘Ik was terecht niet de eerste keuze voor coach Erwin van de Looi‘, erkent hij. ‘De omschakeling was lastig. Er werd van een verdediger een totaal andere speelstijl verwacht. Veel belang ging er naar de opbouw, waardoor je meer als middenvelder opereerde. Daar moest ik ook weer mee aan de slag.’

In januari 2014 bood een verhuur aan FC Dordrecht een goede uitkomst. ‘Ik moet mijn eigen spoor trekken, omdat ik iets anders wou. Beter een stapje terug zetten als jonge speler en minuten sprokkelen, dan je tijd verdoen op de bank. Het werd een goede carrièrezet, want we promoveerden naar de Eredivisie. Ook al degradeerden we het seizoen erop, met een team waar veel jongens onder de 23 waren en gehuurd. Toch betekende dit mijn grote doorbraak. Ik voelde toen pas dat ik eindelijk klaar was voor iets binnen het volwassenenvoetbal. Eindelijk bij een eerste ploeg, voor het echt.’

En er volgde een transfervrije overgang in juli 2015 naar AA Gent, dat meteen overging tot een verhuur voor anderhalf jaar aan FK Haugesund. Een Noorse havenstad, waar gemiddeld 6000 fans per thuiswedstrijd opdaagden. ‘Een weloverwogen beslissing’, gaat Troost-Ekong verder. ‘AA Gent was pas kampioen geworden. Dat niveau lag toen nog veel te hoog voor iemand die maar net had geproefd van internationaal voetbal. Ik koos voor de Noren, omdat ze met Mark Dempsey een Engelse assistent-trainer hadden, die jeugdcoach was geweest bij Manchester United. Het klikte direct. De manager had het over ‘a big fish in a small pond‘ en kreeg gelijk. Ik werd er een grote speler, want naast aanvoerder ontwikkelde ik me ook tot leider van de ploeg. Dempsey schakelde – vrij revolutionair – over naar een 3-5-2-veldbezetting. Ik opereerde centraal, of soms vanop rechts. Na zijn vertrek kwam er een Engelse Italiaan en gingen we weer met vier achterin spelen. Toen contacteerde Gent me dat ik stilaan moest terugkeren. Hier slagen was altijd het opzet. Ik werkte lang op een zuivere inspeelpass, maar blijf toch meer een Engelse dan een Nederlandse verdediger.’

Sinds midden november trainde hij al na een interlandbreak mee op het oefencomplex. ‘Hopelijk pakt de sprong naar AA Gent goed uit’, weet Troost-Ekong, die met zijn Engelse vriendin in het stadscentrum woont. ‘Ik ben er alleszins klaar voor en bleef altijd geloven in mezelf. Een topclub moet mij nu wel passen, mijn positiespel werd beter en completer. De uitdaging is belangrijk te worden bij deze ploeg, play-off 1 halen en Europees voetbal bereiken. Op termijn moet AA Gent een mooi platform worden voor een terugkeer naar de Premier League, mijn uiteindelijke doel. Na mijn 25e zal dat moeten gebeuren. Maar eerst hier basisspeler worden.’

Op 16 februari staat hij misschien oog in oog met een oude bekende, wanneer Harry Kane met Tottenham afzakt naar de Ghelamco Arena voor de 1/16 finale van de Europa League. ‘Dat wordt een leuk duel’, knipoogt Willy. ‘Ik zal mijn verantwoordelijkheid niet ontlopen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content