Charleroirevelatie Joris Kayembe: ‘Niemand durfde het risico met mij te nemen’

© BELGAIMAGE
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

2020 was voor iedereen een vreselijk jaar, maar het bombardeerde Joris Kayembe wel tot grootste belofte. Het bewijs dat je op je 26e ook in het voetbal je dromen nog kunt waarmaken.

Dit is het verhaal van een 26-jarige Brusselaar, maar het had ook dat kunnen zijn van een kapotte boemerang. Zo een die je ver weggooit en niet terugkomt. Joris Kayembe vertrok toen hij 16 was naar Luik, toen hij 19 was naar Porto en toen hij 22 was naar Nantes. Tot een jaar geleden leek hij dus een plaatsje te hebben in de lange lijst met beloften die op weg naar de top het spoort bijster geraakten.

Maar dat was vóór hij Mehdi Bayat, vervolgens Karim Belhocine en ten slotte Roberto Martínez leerde kennen. Hij mocht in oktober en november al eens het shirt van de nationale ploeg aantrekken en droomt misschien heel voorzichtig al van het EK. Of zelfs van een titel met Charleroi. Stel je dat voor! De boemerang is dus goed en wel teruggekeerd op een moment dat het niet meer werd verwacht.

Voor mij is voetballen amusement. Op het veld probeer ik te doen wat ik zelf plezant vind.’

Joris Kayembe

Een jaar geleden zat je op een zijspoor bij Nantes. Was je overgang naar Charleroi een laatste kans? Twijfelde je eraan of het zou lukken in België?

Joris Kayembe: ‘Ik heb het geluk dat ik ambitieus ben en dat ik er dus altijd in geloofd heb dat het goed zou komen. Ik heb nooit getwijfeld, al heb ik bij Nantes harde woorden te horen gekregen. Vahid Halilhodzic heeft eens gezegd dat ik nog niet het niveau voor vierde klasse had en van Christian Gourcuff kreeg ik nooit het vertrouwen, maar ik weet wat ik waard ben.

‘Ook al werd ik in België door heel wat clubs afgewezen. Die vonden ook dat ik het niveau niet had of ze wilden het risico niet nemen me een contract aan te bieden. Ze zeiden dat ze niet wisten wat ik juist waard was, maar niemand wilde me de kans geven om dat te tonen. In Kortrijk wees de sportief directeur me direct af. Alleen Charleroi wou het risico nemen om me opnieuw te lanceren.’

FC Porto

Je hebt een heel bijzondere stijl van dribbelen, erg elastisch. Je hebt iets van Axel Witsel in de manier waarop je de bal afschermt en iets van Mousa Dembélé in de manier waarop je uit een moeilijke situatie weet te geraken, met veel risico in elk geval. Word je daar zelf nooit eens bang van?

Kayembe: ‘Neen, eerlijk gezegd niet. Misschien – heel waarschijnlijk zelfs – omdat ik voetbal speel voor het plezier, niet om ergens schrik van te hebben. Voor mij is voetballen amusement. Op het veld probeer ik te doen wat ik zelf plezant vind, dribbelen, de mensen die me bekijken blij en trots maken.

‘Er zit momenteel geen volk in de tribunes, maar zonder pretentie durf ik te zeggen dat de mensen die de wedstrijden van Charleroi bekijken, die naar het stadion komen wanneer ze dat kunnen, dat ook doen om spelers zoals mij aan het werk te zien. Als ik voetbal kijk, is dat alleszins om spelers te zien die dribbelen, die iets durven, die van voetbal een spektakel proberen te maken.’

Joris Kayembe: 'Niemand wilde me de kans geven om me te tonen.'
Joris Kayembe: ‘Niemand wilde me de kans geven om me te tonen.’© Belga Image

Is die stijl altijd jouw handelsmerk geweest, of zit daar toch een evolutie in?

Kayembe: ‘Ik ben altijd een dribbelaar geweest. Paradoxaal genoeg dribbelde ik minder naar voren toen ik hoger op het veld stond, als flankaanvaller. Dat was meer steriel. Bij Porto ben ik beginnen te evolueren, onder meer door het contact met een speler als Alex Sandro ( sinds 2015 bij Juventus, nvdr). Zijn spel inspireert mij, nu nog altijd, want van hem heb ik geleerd dat elke beweging nuttig kan zijn voor het collectief. De ambitie hebben om altijd van dienst te zijn voor de ploeg, is iets wat gaandeweg gekomen is bij mij.’

We hebben de indruk dat de positie van flankverdediger de laatste jaren erg veranderd is. Voordien waren er alleen Roberto Carlos en enkele andere Brazilianen die de mensen recht op de banken kregen. Tegenwoordig heb je spelers als Alphonso Davies, Trent Alexander-Arnold, Andrew Robertson of Achraf Hakimi. Geeft het nu meer voldoening om als back te spelen dan toen jij je debuut maakte?

Kayembe: ‘Ja, dat denk ik wel. Tegenwoordig zijn er jongeren die naar dergelijke spelers opkijken. Die in een club beginnen te voetballen en die linksback of rechtsback willen worden. Dat is nieuw. Dat was niet het geval toen ik klein was. Ik wilde niet op die positie staan, niemand wou dat. Want back zijn, dat betekende vroeger: achteraan blijven en verdedigen. Tevreden zijn met een pass geven naar de man vóór jou.

Vahid Halilhodzic heeft eens gezegd dat ik nog niet het niveau voor vierde klasse had.’

Joris Kayembe

‘Het is dankzij Alex Sandro of Marcelo, spelers die zo goed zijn dat ze voor een revolutie gezorgd hebben op die positie, dat onze perceptie veranderd is. En die van de trainers ook. We vragen van een back tegenwoordig niet meer hetzelfde als tien of vijftien jaar geleden. Nu zorgen we voor een manmeersituatie, gaan we diep, schakelen we een man uit, geven een voorzet en maken mee het spel.’

Rode Duivels

Het herfstdipje dat Charleroi kende, waaraan was dat volgens jou te wijten? Sommige waarnemers zeiden dat Charleroi van alles naar niks gegaan was. We hebben alleszins de indruk dat de ploeg op enkele leiders steunt en dat het moeilijk wordt wanneer die wegvallen.

Kayembe: ‘Precies wat je zegt: wij, spelers, proberen op het veld een geheel te vormen. Als er twee of drie zijn die een mindere dag hebben, dan moeten anderen dat overpakken. In de kleedkamer ging alles goed, ook tijdens die mindere periode. Het was erg vervelend, maar niemand werd met de vinger gewezen. Natuurlijk ben je niet gelukkig na een nederlaag en zoek je oplossingen, maar er werd geen druk gelegd op individuele spelers. Twee maanden lang maakten we al onze kansen af en slikten we amper goals. Nadien begon het minder goed te lopen. Ik denk niet dat het meer de fout was van de spitsen dan van de doelman of zo, ik denk dat we gewoon in een minder goeie fase zaten. Collectief en dus ook individueel. We speelden veel wedstrijden in korte tijd en er sloop wat vermoeidheid in. Maar je moet daar gewoon door.’

Joris Kayembe: 'Ik weet dat je beter geen verwachtingen koestert op lange termijn, kwestie van niet ontgoocheld te worden.'
Joris Kayembe: ‘Ik weet dat je beter geen verwachtingen koestert op lange termijn, kwestie van niet ontgoocheld te worden.’ © Belga Image

Tegen Kortrijk (0-0 op 7 december) greep Karim Belhocine naar een 3-4-2-1 met twee wingbacks, een systeem dat al eens toegepast werd in de voorbereiding. Normaal gezien past dat goed bij jouw kwaliteiten, maar je speelde een matige match. Hoe verklaar je dat?

Kayembe: ‘Ik denk dat we nog niet gerodeerd zijn in dat systeem. Tegen Kortrijk bleven we laag hangen, hebben we niet voldoende aangevallen. Dat was moeilijk. Maar het klopt wel dat dit in de toekomst een positie is voor mij. Ik ben heel tevreden met die rol die ik nu krijg, maar ik denk dat in de toekomst die positie voor mij het beste is om mijn kwaliteiten tot hun recht te laten komen.’

Je weet uiteraard ook dat dat het systeem is dat Roberto Martínez hanteert bij de nationale ploeg. Hoe hoog schat jij je kansen in om een van de vier wingbacks te zijn die naar het EK mogen?

Kayembe: ‘Ik kan alleen meer dit zeggen: de laatste keer dat ik de bondscoach zag, gaf hij me te kennen dat ik hard moest blijven werken, dat hij mijn wedstrijden analyseerde, dat hij tevreden was met wat ik toonde bij Charleroi en dat ik de kans zal moeten grijpen wanneer ik die krijg.

‘Ik ga me dus aan geen pronostiek wagen. Vier jaar geleden kwam Marc Wilmots naar mij in Porto om me te zeggen dat hij op mij rekende voor het EK 2016, dat hij me erbij zou nemen. Kort nadien verdween ik uit de roulatie. In het voetbal heb je niet alles zelf in de hand.’

Het pleit wel in jouw voordeel dat je het profiel hebt dat de bondscoach al jaren zoekt: een echte linkspoot die heel de flank voor zijn rekening kan nemen. Dat is een andere profiel dan Yannick Carrasco, Timothy Castagne, Thomas Meunier, Nacer Chadli of Thorgan Hazard, de vijf spelers die in polepositie liggen om naar het EK te gaan.

Kayembe: ‘Eerlijk gezegd wil ik me gewoon concentreren op mijn werk bij Charleroi. In mijn hoofd heb ik natuurlijk bepaalde doelen. Ik kan je gerust vertellen dat ik ambitieus ben. Maar ik weet ook dat je beter geen verwachtingen koestert op lange termijn, kwestie van niet ontgoocheld te worden.’

‘Belhocine weet hoe hij ons moet raken’

Karim Belhocine praat veel langs de lijn en het is vaak op dezelfde spelers dat hij roept. Maar jou lijkt hij te sparen. Is dat zo?

Kayembe: ( aarzelend) ‘Ik heb nochtans het gevoel dat hij vrij veel roept op mij ( lacht). Maar door mijn positie loop ik vaak in zijn buurt, dus is het misschien maar een indruk. Ik kom goed overeen met de coach. Hij weet bijvoorbeeld dat hij me met dat geroep niet uit mijn wedstrijd haalt. Hij kan me richtlijnen geven zonder dat ik mijn concentratie verlies. Voetbal is voor mij amusement, dus ik voel niet veel druk.’

Ze zeggen dat Belhocine een goeie prater is. Kun je dat beamen?

Kayembe: ‘De beste die ik gekend heb op dat niveau. Hij kan ons boven onszelf doen uitstijgen, dat is ongelooflijk. Ik ga niet alle geheimen verklappen, maar hij weet hoe hij ons moet raken, ons ontroeren soms. Dan zegt hij iets dat ons aangrijpt, individueel of collectief. En ik vind dat je dat ziet wanneer we het veld op komen. Dan hebben we mentaal al een voorsprong op de tegenstander.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content