Charles De Ketelaere over het jaar van de bevestiging: ‘Onder druk presteer ik beter’

© koen bauters
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Vorig seizoen brak Charles De Ketelaere door in de hoofdmacht van Club Brugge. Dit moet het seizoen van de bevestiging worden voor een Bruggeling die zichzelf veel druk oplegt. ‘In mijn ogen is het niet vaak goed.’

Charles De Ketelaere (19) was de surprise van de chef vorig seizoen. Na de Europese schorsing van Ruud Vomer was hij verrassend basisspeler in het duel met PSG en de ranke, aanvallend ingestelde speler deed het zo goed, dat hij daarna in de wedstrijdkern bleef – na Nieuwjaar was hij zelfs een tijdje basisspeler. Fluwelen baltoets, zin voor initiatief, een goed overzicht en wat hij miste aan kilo’s om duels te winnen, compenseerde hij met oog voor plaatsing en ruimte. Maar: velen gingen hem al voor als Brugs talent dat komt piepen; weinigen zijn echt gebleven. De lat ligt steeds hoger in West-Vlaanderen, waar ze een dominante ploeg uitbouwen. Aan De Ketelaere om dat in een tweede seizoen waar te maken. De openingsvraag is dan ook: of hij voelt dat ook voor hem de lat weer wat hoger ligt?

Charles De Ketelaere: ( rustig) ‘Ik verwacht vooral veel van mezelf en voor mijn gevoel heb ik dit jaar nog steeds evenveel te bewijzen. De doelen zijn wel anders. Vorig seizoen was het doel bij de A-kern blijven want dat was in de zomer helemaal geen zekerheid. We startten met zeven jongens in de voorbereiding en niemand wist tot wanneer die bij de groep zou mogen blijven. Een paar jongens vielen al voor de stage af, een paar nadien. Dat de buitenwereld me nu ook kent en bepaalde verwachtingen koestert, schrikt me niet af.

Ik kan me niet inbeelden dat er ooit een moment komt waarop ik denk: nu ben ik er, nu kan het niet meer beter.’

Charles De Ketelaere

“Ik ben heel kritisch voor mezelf, de druk komt dus vaak van mezelf; in mijn ogen is het niet vaak goed. Ook vorig seizoen niet. Ik kan me niet inbeelden dat er ooit een moment komt waarop ik denk: nu ben ik er, nu kan het niet meer beter. Ik kijk regelmatig terug naar mijn wedstrijden. Mijn mama wil soms samen kijken, maar dat vind ik niet leuk. Voor haar is alles goed, ik bekijk het liever wat kritischer.’ ( lacht)

Je begon in de bekerfinale in de basis. Als je die wedstrijd terugkijkt, wat is dan de analyse?

De Ketelaere: ‘Zuur. Zeg maar kut. Zo’n wedstrijd is alles of niets en het was niets. Een verloren kans. De eerste helft was moeilijk voor iedereen, maar ik vond van mezelf dat ik daar te weinig energie had. Zelfs al gaat het minder, dan moeten we mensen op het veld hebben die de anderen meetrekken. Ik vond dat ik daar een keer de stoute jongen had mogen zijn, een fout had kunnen maken om iedereen wat scherper te krijgen.’

Was je tevreden over je voorbereiding?

De Ketelaere: ‘Niet extreem neen, anders zou ik wel een grotere rol in de matchen hebben gespeeld en mezelf meer hebben getoond. Dat komt ook omdat je hard traint en niet helemaal fris aan die wedstrijden begint. Ik ben groot en moet energie in mijn wedstrijden kunnen steken, vind ik; kunnen sprinten. Nu had ik het gevoel dat het allemaal wat lomer was en dan vind ik van mezelf dat ik een groot deel van mijn spel verlies. Vergeleken met vorig jaar voelde ik ook dat het meer aan mij was om het spel te maken. De lat ligt elke keer hoger.’

Ook bij ons, wij worden ook kritischer.

De Ketelaere: ‘Dat kan geen kwaad. Het gaat om wat je doet in een wedstrijd, daar heb ik op zich niet zo’n last van. Ik blijf iemand van negentien, het gaat met vallen en opstaan.’

Niemand verwacht dat jij de ploeg al doet draaien.

De Ketelaere: ‘Neen, maar dat wíl ik wel. Dat is die druk die ik bij mezelf leg.’

Na de bekerfinale ging je uit de basis en op dit moment zijn het kortere invalbeurten voor jou. Terecht?

De Ketelaere: ‘ Terecht… ( lacht) Ik moet tijdens de week op training tonen wat ik kan; dat ik een meerwaarde ben voor het team. Niemand zit graag op de bank, ik dus ook niet. Hopelijk wordt het mét publiek weer wat anders voetballen. Dat is geen uitvlucht, maar voor iedereen is het zoveel leuker als er mensen zijn. Het is geen excuus of verklaring waarom we sommige wedstrijden niet tot een goed einde brachten, maar je voelt dat het publiek ons een boost geeft. Ze zeggen wel: het moet uit jezelf komen, en dat doet het ook, maar 20.000 man die je aanmoedigt… Zalig. Beerschot-Genk werd 5-2, wij maakten direct vier goals tegen Waasland-Beveren. Dat soort uitslagen had je de eerste weken weinig.’

Jungle

Niet iedereen debuteert thuis tegen PSG. Ben je dan makkelijk uit evenwicht te brengen of blijf je cool?

De Ketelaere: ‘Ik ben eigenlijk wel een rustig mens, maar vooraf wist ik toch niet hoe ik ermee om zou gaan. De eerste keer Jan Breydel, Champions League… Uiteindelijk is alles vrij goed verlopen. Dat is al heel mijn leven zo: als er mensen zijn en er is druk, dan presteer ik beter. Ik word dan meegezogen in de sfeer. Vooraf zei iedereen: ‘Je hebt niks te verliezen’, maar daar was ik het niet mee eens. Ik wist dat een goeie match het verdere beeld zou bepalen. ( rustig) Je ziet: ik leg mezelf altijd druk op. Ik wil nu zo snel mogelijk spelen, in de basis staan, en het dan ook goed doen. Niet gewoon wat meespelen, maar echt goed doen.’

Welcome to my jungle, zegt Mata. Is het een jungle, ook intern?

De Ketelaere: ‘Goh, ik vind dat wij een goeie groep hebben. Mijn broer voetbalde bij Varsenare, en ook daar was er concurrentie. Hier is dat op een ander niveau, en uiteraard voel je dat, maar doordeweeks sta ik daar nooit bij stil. Ik denk nooit dat ik in de tribune ga zitten, altijd: ik wil spelen.’

Naar welke positie gaat je voorkeur uit?

De Ketelaere: ‘Dat vind ik een moeilijke. Sowieso aanvallend. Bij de nationale beloften stond ik onlangs rechtsbuiten, met wat vrijheid om naar binnen te trekken. Dat vind ik leuk. Tweede spits ook. Ik denk dat ik nu de meeste meerwaarde kan bieden als aanvaller, maar in de toekomst eerder op het middenveld. Nu zijn Hans Vanaken en Ruud Vormer daar nog beter. Ik ben iemand die graag vooruit speelt en wat risico neemt; als middenvelder moet je toch wat opletten. Als ik nog beter en sterker word, meer volwassen, zal dat in de toekomst wel mijn positie worden. Al kan het even goed dat ik binnen vijf jaar nog steeds valse spits, rechtsbuiten of linksbuiten ben.’

Charles De Ketelaere: 'Ik blijf altijd een beetje op mijn honger zitten als we in blok staan.'
Charles De Ketelaere: ‘Ik blijf altijd een beetje op mijn honger zitten als we in blok staan.’© koen bauters

Is voor de doorbraak van een jonge voetballer polyvalentie belangrijk?

De Ketelaere: ( knikt) ‘Mocht ik enkel een tien zijn, ik zou nooit staan waar ik nu sta.’

Verdediger

‘Charles is meer iemand die infiltreert dan een spelverdeler’, zegt Thierry Siquet, bondscoach bij de jeugd.

De Ketelaere: ‘Ik denk dat ik beide kan. Bij hem was ik wel centrale verdediger, zo vaak zal hij me niet hebben zien infiltreren. ( lacht) Dat was een raar verhaal. Bij de futures van de nationale ploeg was ik redelijk groot, maar nog een stokske en toen hebben ze me neergezet als centrale verdediger. Ik weet niet of ik dat zo slecht deed, maar iets in me zei: mmm, dit is niet ik. Nadien hebben ze dat hier op Club ook gedaan, maar toen ik naar de beloften doorschoof, zei de trainer direct: ‘Jij bent een middenvelder.’ Daar was ik blij mee, want ik vind van mezelf ook dat ik een aanvallend ingestelde speler ben. Mijn timing moet wel nog beter en mijn passing ook. Ik heb nog behoorlijk wat werkpunten.’

Je hebt een tennisverleden. Helpt dat nu nog ergens?

De Ketelaere: ‘Ik denk dat ogen zeer belangrijk zijn, in het inschatten van een bal. En een snelle ontwikkeling in kort draaien, versnellen op de korte ruimte: ik denk dat ik daar ook wat voordeel uit haal. Sowieso vind ik het voor kinderen heel belangrijk dat ze diverse sporten beoefenen. Als tennisser wilde ik het ook al altijd absoluut goed doen. Mijn broer had dat niet; die kon tegen zijn verlies. Ik niet. Nooit. Dat was het lastige bij tennis. Als je daar verliest, is het jouw schuld. Als klein jongetje kon ik daar niet mee om. Ik was té competitief en kon ook niet tegen valsspelers. Bij de kleintjes was het vaak balletje uit/balletje niet uit. Dan sloeg ik een beetje tilt. Daarom ben ik gestopt met tennissen.’ ( lacht)

Nooit gedacht aan conflictbeheersing?

De Ketelaere: ‘Ik had een tennisleraar die in de zomer een maand naar Japan ging en met meditatie bezig was. Als ik geen zin had in trainen, zat ik een half uurtje te mediteren. Op een bankske buikademhaling oefenen.’

Op woensdagnamiddag en vrijdagnamiddag voerde je moeder je naar Wilrijk en dan ging je ’s avonds nog een keer trainen op Club. Dat was toch behoorlijk heftig, neen?

De Ketelaere: ‘Tot de middag school en dan met drie, vier jongetjes naar Wilrijk om tot half vijf te trainen en daarna weer zo snel mogelijk naar Brugge: het voetbalveld op. Ik heb altijd heel veel energie gehad. Als ik lang niet sport, kunnen ze moeilijk met me weg. In de vakanties was ik de lastige in huis. Ik was altijd met balsporten bezig, altijd weg. Mama zegt altijd dat ‘bal’ mijn eerste woordje was. Terwijl mijn broer ook met dino’s of ander speelgoed speelde, keek ik enkel om naar de bal. In de living speelden we heel veel een tegen een, met het bureau als goal.’

Voetbal is ook lopen. Fan?

De Ketelaere: ( lacht) ‘Achter een bal. Voor boslopen ben ik gedisciplineerd genoeg, maar ik zie er altijd een beetje tegenop. Vraag me om drie uur te voetballen en ik spring. Volgassvoetbal graag; er energie in steken! Ik blijf altijd een beetje op mijn honger zitten als we in blok staan. Hoe wij ploegen kunnen vastgrijpen bij de keel, de hele tijd drukken en niet los laten… Ik ben daar fan van. Maar uiteindelijk draait het om winnen, op welke manier ook. Wat Charleroi nu doet is anders, maar ik vind het heel knap. Je mag niet zeggen dat het geluk is, of antivoetbal, wanneer je na vijf wedstrijden het maximum van de punten hebt.’

Niemand verwacht dat ik de ploeg doe draaien, maar ik wíl het wel.’

Charles De Ketelaere

Volwassen

Kijk je zelf veel voetbal?

De Ketelaere: ‘Als ik bij mijn vriendin ben, niet, maar thuis durf ik wel wat wedstrijden opzetten. ( lacht) Vorige week speelde ik met de nationale ploeg en die match was enkel op Proximus te zien. Mijn mama ziet graag al mijn wedstrijden en ze heeft wel tien keer gevraagd of ze toch niet het stadion in mocht. Daarop heeft ze ’s morgens contact opgenomen met Proximus met de vraag: ‘Kunnen jullie vandaag geen digicorder installeren? Mijn zoon speelt vanmiddag en ik wil kijken.’ We hebben nu thuis Telenet én Proximus om alles te kunnen volgen.’

Zij is thuisverpleegster.

De Ketelaere: ‘Ja, zwaar werk. Ze werkt als zelfstandige, zodat ze haar dagen en uren kan kiezen. Als ik moet voetballen, werkt ze wat minder. Ze start om zes uur zodat ze rond één uur klaar is.’

En dan kook jij voor haar als ze thuis komt?

De Ketelaere: ‘Neen. Maar ik heb me wel voorgenomen dat ik volwassener wil worden. ( lacht) Ik wil wel leren koken, maar wanneer ik haar bel en zeg: ‘Ik ga koken’, antwoordt ze: ‘Neen, neen, ik doet dat wel.’ Ze zou soms te véél doen voor mij. Soms wil ze niet afspreken met een vriendin omdat ik er ben. Dan zeg ik: ‘Ik ben al negentien, ik kan wel een avondje voor mezelf zorgen. Graag zelfs!’ ( teder) We hebben echt een goeie band.’

Charles De Ketelaere: 'Ik denk dat ik de meeste meerwaarde kan bieden als aanvaller, maar in de toekomst eerder op het middenveld.'
Charles De Ketelaere: ‘Ik denk dat ik de meeste meerwaarde kan bieden als aanvaller, maar in de toekomst eerder op het middenveld.’© koen bauters

Voel je je nog niet ‘volwassen’?

De Ketelaere: ‘Eigenlijk niet. Ik denk dat het komt omdat ik nog thuis woon. Ik zit dan wel in een zeer volwassen wereld, maar ik voel me nog een kindje. ( lacht) Neen, dat is niet waar. Ik sta daar niet zo bij stil. Veel mensen van mijn leeftijd in de ploeg wonen al alleen. In de nationale ploeg hoor je dat ook, maar ik heb nog nooit een reden gehad om te vertrekken.’

Student

Is je leven veranderd na de doorbraak?

De Ketelaere: ‘Ja. Mijn vriendin woont in Adegem, een deelgemeente van Maldegem, en wanneer ik daar ga lopen, kom ik veel fietsers tegen. Dan klonk het vaak: Hé Sjarel, vlam moar ne keer. Of: Sjarel, proficiat met de winst gisteren. Iedereen is nog vol bewondering, het is niet dat ze me uitschelden. Vorig jaar ben ik ook een keer met mijn broer en wat anderen in de Gentse Overpoort wat gaan drinken. We hadden een paar dagen vrij en ik vroeg vooraf aan de teammanager of dat kon. ‘Je moet dat doen, ‘ zei hij, ‘je bent jong, geen robot die enkel thuis mag zitten.’ Maar het was geen goed plan, niet plezant; vijf minuten zijn we binnen geweest. Mats Rits zei achteraf ook tegen me: ‘De Overpoort was niet slim.”

Studeer jij nog?

De Ketelaere: ‘Ik studeer rechten en heb twee examens van de tien of elf meegedaan in juni. Allebei geslaagd. Maar nu twijfel ik een beetje; ik geloof dat ik, interlands inbegrepen, tot de winterbreak nog voor 22 wedstrijden sta. Wanneer ik consequent elke dag twee uur studeer, moet dat lukken, maar ik wil ook eens ontspannen. Het probleem met studeren is dat je er elke dag mee bezig bent. Nooit rust in je hoofd. Op een vrije dag denk je: zou ik toch niet efkes twee uur studeren? Kortom: ik ben nu volop aan het nadenken. Mijn papa zegt: ‘Zelfs al is het maar één vak, je blijft toch bezig.’ Maar is het dat waard: wat bezig blijven… Het zorgt ook voor druk, want als ik het doe, wil ik het goed doen.’

Vind je rechten wel boeiend genoeg?

De Ketelaere: ‘Ik heb dat gekozen omdat het te combineren was met voetbal, zeiden ze, maar mocht ik geen voetballer zijn, ik zou het niet kiezen. Misschien kan ik beter iets met talen doen, of kooklessen volgen. ( lacht) Of boeken lezen. Ik heb er alvast één gekocht, over Hitler. Geschiedenis interesseerde me in het secundair onderwijs al. Mijn vriendin had een paar herexamens, en zo had ik ook iets te doen. Maar nu heeft ze wat meer vrij en heb ik geen nood meer aan een boek. ( lacht)’

Even wat anders. Waarom win je pas nu aan spiermassa?

De Ketelaere: ‘Geen idee. Vorig seizoen begon ik nog met 73 kilo, inmiddels weeg ik al 78, soms 79. Door de intensiteit, denk ik, en door elke dag een shake te drinken. Het heeft ook met rijpheid te maken, je lichaam past zich aan. Ik voel dat in de duels. Op zestien was ik nog een stokske en jaloers. Ik zag toen al jongens met zo’n benen, ook blanke en zei: ‘Hoe kan het dat ik dat niet heb? Ik wil dat ook, pas dan word ik een goeie voetballer.’ Soms moet je een beetje geduld hebben en wachten tot het natuurlijk komt. Misschien is het nu wel een voordeel; ik moest me op die leeftijd redden door mijn techniek. Stel dat je het vijf jaar op kracht doet en er dan techniek moet bijhalen… Dat zou moeilijker zijn.’

Derbykoorts

Volgend weekend staat de Brugse derby op de agenda. In de zijne met stip; Charles De Ketelaere groeide op in de schaduw van het stadion. Hij komt straks ook bekend volk tegen bij de tegenstander. ‘ Thibo Somers ken ik heel goed, ik heb nog bij hem gelogeerd. Hij tenniste ook. Robbe Decostere ken ik een beetje, die zat ook op Sint-Lodewijks. Als ik een hattrick scoor, plant ik onze vlag in de middencirkel.

‘Die derby’s vroeger bij de kleintjes… Allemaal Bruggelingskes tegen mekaar, met ouders die gek werden. Ik vind het fout om te zeggen dat je extra gemotiveerd bent, ik ben tegen iedereen gemotiveerd, maar rond die derby hangt toch net iets meer. Veel oudere Bruggelingen zijn voor Cercle. Nooit gesnapt, dat iemand voor Cercle kon zijn. ( lacht) Mijn papa werkt in Sint-Lucas en dat is in Brugge het zogenaamde Cercleziekenhuis. Sint-Jan is dat van Club. Zo is Brugge…’ ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content