‘De Mazzù van tien jaar geleden is anders dan die van nu, maar balbezit is altijd belangrijk geweest’

© Belga Image
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

Voor zijn passage bij Union was de Belgische voetbalwereld uitgekeken op Felice Mazzù, maar nu staat hij er weer helemaal. Sport/Voetbalmagazine ging op zoek naar de oorzaken van die omwenteling. Een voorsmaakje.

12 november 2019 is een dag die Felice Mazzù niet licht zal vergeten. Op die dinsdagochtend boort een persbericht van Racing Genk alle hoop de grond in dat hij de wankele seizoensstart van de landskampioen zal overleven. Intern spreekt men over ‘een te groot verschil tussen de intrinsieke kwaliteit van de spelersgroep en de prestaties’. Wanneer het over miljoenen gaat, is er zelden plaats voor fluwelen handschoenen.

Het kan verkeren. In 2017 heeft Mazzù nog de Trofee Raymond Goethals in ontvangst genomen voor Trainer van het Jaar, amper twee jaar later valt hij terug op een ontslagvergoeding en het minimumloon. Het lijkt er op dat het Belgisch voetbal uitgekeken is op de man. Na zijn vertrek bij Charleroi en het veelbelovende debuut van Karim Belhocine zal het bovendien niet lang duren voor de tongen loskomen in het Zwarte Land.

Na zes jaar lofbetuigingen wordt de voormalige T1 van Sporting verweten dat hij geen ervaring heeft als profvoetballer, dat de routine zich in de kleedkamer heeft genesteld en dat hij te speels is. Typische kenmerken worden plots tekortkomingen. We schrijven januari 2020. Felice Mazzù is net een werkloze man met fluitende oren geworden.

En een plakkerige rug. Die houdt hij over aan de lijm van de etiketten die zonder schroom op hem geplakt worden. Zo zou Mazzù een defensieve trainer zijn. Dat cliché doet bij zowat alle vertrouwelingen van de Carolocoach de haren ten berge rijzen. ‘Ik ken hem al twintig jaar. Ik heb vijftien jaar geleden voor het eerst met hem gewerkt en ik heb hem nooit als een verdedigende coach ervaren’, zegt Sandro Salamone, een video-analist die Mazzù al sinds Tubize goed kent en die ook voor Genk en Union werkte. ‘Er zijn enorme verschillen tussen de Felice van tien jaar geleden en die van nu, maar de constante is dat hij voortdurend over balbezit praat. Bij White Star speelde hij met een hyperoffensieve 4-4-2. En er zijn een heleboel andere dingen die niet gezegd worden. Zoals het feit dat hij met Genk twee Champions Leaguewedstrijden tegen Liverpool speelde in twee verschillende systemen dan in de competitie. Thuis speelde hij met een 4-4-2 ( 1-4 nederlaag, nvdr.) en op Anfield ( 2-1 nederlaag, nvdr.) werkte hij met een 3-5-2, zoals vandaag bij Union. Verrassend genoeg hebben veel mensen dit niet opgemerkt. Dezelfde mensen vergeten trouwens dat wij met hetzelfde parcours als John van den Brom al lang buiten stonden.’

Felice Mazzù staat niet bekend als een coach die veel krediet krijgt. Meer dan elders ervoer hij in Limburg hoe moeilijk het is om tegen een imago op te boksen. Een imago dat hem meer als mens voorstelde dan als strateeg, meer als achterdochtig dan als strijdlustig. ‘Hij is gewoon een heel rationele man’, zegt Dieumerci Ndongala, die Mazzù tussen 2014 en 2016 meemaakte bij Charleroi en daarna ook nog bij Genk. ‘En ik kan je zeggen dat niemand bij Genk praatte over counteren. Wij wilden voetballen, domineren. Nooit zei hij tegen ons: ‘Vandaag gooien we de boel op slot.’ Felice is een intelligente man die werkt met het materiaal dat hij tot zijn beschikking heeft. Maar we moeten eerlijk zijn: met de jongens die hij bij Charleroi had, kon hij geen champagnevoetbal spelen.’

Lees alle getuigenissen over Felice Mazzu deze week in Sport/Voetbalmagazine of in onze Plus-zone.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content