‘De precisie van de passing bij Cercle wordt cruciaal’

© IMAGEGLOBE
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

KRC Genk en Cercle Brugge spelen in het Koning Boudewijnstadion de finale van de beker van België. Andy De Smet, wedstrijdanalist bij Bergen en lesgever aan de trainersschool, weegt de finalisten tegen elkaar af.

“De sterke punten van Genk zijn het collectief, de snelle omschakeling naar voren en de korte opbouw via Julien Gorius”, zegt Andy De Smet. “Het probleem als tegenstander is: als je tegen hun vier offensieve spelers man tegen man komt te staan, weet je dat je het als defensie enorm moeilijk krijgt. Met de vinnigheid van Benji De Ceulaer, met de diep lopende Jelle Vossen, en met de flankspelers Steeven Joseph-Monrose, met zijn dribbels naar binnen toe, en Thomas Buffel, die dikwijls tussen de linies komt spelen en vaak voor de beslissende laatste pass zorgt. Maar spitsen zijn pas rendabel als er toevoer is. Kun je die grotendeels belemmeren, dan elimineer je ook de grootste kwaliteiten van die spitsen.”

“Genk beschikt over de meeste individuele kwaliteiten en over de beste ploeg, dus maakt het de grootste kans om de finale te winnen”, gaat De Smet verder. “Maar was het in voetbal zo gemakkelijk, dan moesten veel wedstrijden niet meer gespeeld worden. Het is aan de underdog om te verrassen.”

“Hoe langer het 0-0 blijft, hoe meer de druk bij Genk zal toenemen. Heel belangrijk voor Cercle wordt de precisie van de passing. Dat was dit seizoen tot nu toe hun grootste gebrek. De laatste of de voorlaatste pass. Wanneer je als ploeg in een vooruitgeschoven positie in de waarheidszone komt en de passing is niet zuiver genoeg, dan is er te veel balverlies en tegen een team dat zo snel omschakelt als Genk kan dat dodelijk zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content