De vier werven van Kevin De Bruyne

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Romelu Lukaku en Dries Mertens sprongen eruit tijdens België-Estland, maar eens te meer bewees Kevin De Bruyne (25) zijn waarde voor de nationale ploeg. Op de 6, de 8, de 9 of de 10: de positie maakt niks uit, overal is ‘KDB’ een meerwaarde.

Het was, na België-Bosnië, een vraag aan Roberto Martinez. Tegen op papier de sterkste tegenstander in de groep hadden de Belgen gewonnen met 4-0. Zonder Kevin De Bruyne. Waar zou hij, in al dat offensieve geweld, de Gentenaar zetten? Martínez was daarover kort: ik heb hem er graag bij. Een goeie De Bruyne biedt heel veel opties. En zo was het vorige week, zowel in Amsterdam als in Brussel.

Op nummer 10, zoals tegen Spanje. Als 8, zoals tegen Cyprus of Nederland. Als valse 9, zoals hij bij Manchester City deed op Barcelona of een tijdje na de rust in Nederland. Maar vooral als 6 zoals tegen Estland, naast Witsel. Overal trekt De Bruyne zijn plan. Misschien als 6 nog het beste, nu het systeem anders is. Onder Wilmots zagen we De Bruyne, zeker in de eerste twee jaar van de bondscoach, het liefste op de flank. België kreeg toen van de tegenstand nog behoorlijk wat ruimte, en die paste uitstekend bij het verticale spel van de middenvelder. Hij was met vier goals en zes assists de man van de kwalificaties voor Brazilië.

Geen wonder dat de oogjes van Martínez glinsterden

Nadien werd die ruimte wat minder en vielen andere jongens soms meer op (Nainggolan, Fellaini) maar nog steeds was De Bruyne – door Wilmots na kritiek op zijn te traag voetbal in Brazilië tot zijn tien uitgeroepen om het spel wat te versnellen – essentieel. Vijf goals en twee assists in de kwalificaties: dat zijn zeer goeie cijfers.

Roberto Martínez voetbalt nu anders dan Wilmots. Nog niet tegen Spanje – na amper een handvol trainingen wilde de Spanjaard niet alles van zijn voorganger overboord gooien en werd vooral de wedstrijdmentaliteit geprikkeld. Wel in Cyprus, maar vervolgens weer niet tegen Bosnië, toen opnieuw werd teruggegrepen naar de 4-2-3-1 van Wilmots. De blessure van Jordan Lukaku betekende de definitieve ommezwaai. Vanaf die 21ste minuut zagen we een ander België: dominanter, sneller, met meer diepgang. Met drie centrale verdedigers en lopende flanken. Met 7 en 11 dicht bij de 9. Een beetje zoals… AA Gent.

Een volger van het Belgische voetbal sms-te het gisteren nog tijdens de wedstrijd: het lijkt wel alsof ik Gent zie spelen. De voorloper, in België toch, van de 3-4-3. Door Hein Vanhaezebrouck ontwikkeld bij KV Kortrijk, later met meer kwaliteit geperfectioneerd in Gent en met de eerste titel als gevolg. Een systeem dat past bij de kwaliteiten van de groep, met bij de Rode Duivels Kevin De Bruyne in de rol van Kums én Neto tegelijk, vanwege zeer veel kwaliteiten. Een spelmaker op 6, naast Witsel. Iemand die, zoals Kums, verticaal de diepe spits (Lukaku) kan aanspelen, of een lopende tweede aanvaller (Hazard, Mertens), maar ook, zoals Neto, met een crossball het spel kan verleggen van de ene kant naar de andere naar offensieve flanken. Anders dan Witsel, die steevast kiest voor de korte combinatie, of dan Fellaini, die ook voor kort gaat en daarnaast liever zelf infiltreert, dan zijn positie te houden.

Nieuw is die rol voor De Bruyne niet. In Duitsland speelde hij er, bij Wolfsburg, ook zeer goeie wedstrijden. Zijn polyvalentie is een rijkdom, op voorwaarde dat het hoofd kan volgen. Maar het lijkt allemaal zo eenvoudig, uitvoeren wat Guardiola vraagt, de wensen van Martínez. Geen wonder dat de oogjes van Martínez glinsterden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content