Een betere kern maar minder punten dan vorig jaar: wat loopt er mis bij Anderlecht?

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Nog niet zo lang geleden zorgde de invoering van de 4-2-2-2 voor de heropleving van paars-wit. Vandaag leidt dat tot twijfels. Hoe komt het dat Anderlecht zo blijft hangen?

Ambities druk je soms uit in miljoenen. Degene die Anderlecht afgelopen zomer besteedde aan een ploeg die hopelijk een paar jaar mee kan, nadat het eerst een degelijke structuur opzette waarvan een aantal spelers alweer weg is. Zo verloor de ploeg de duelkracht van Matt Miazga, de flair en de goals van Lukas Nmecha en het talent van Albert Sambi Lokonga.

Dus werd op de zomerse transferwerf flink geïnvesteerd, en mochten de ambities voor een stuk hoger gelegd worden na de komst van Wesley Hoedt, Sergio Gómez, Kristoffer Olsson, Lior Refaelov en Benito Raman, terwijl Taylor Harwood-Bellis, Joshua Zirkzee en Christian Kouamé gehuurd werden. Dat alles maakt dat in de paars-witte kleedkamer al eens geconcludeerd wordt dat Vincent Kompany over de beste kern van alle eersteklassers beschikt.

Alleen vertaalt zich dat voorlopig nog niet in de rangschikking. Met 21 punten op een totaal te behalen van 42 heeft paars-wit op dit moment zelfs één punt minder dan vorig jaar na evenveel speeldagen. Maar toch lijkt het glas dit keer als halfvol te worden beschouwd, in plaats van als halfleeg, ook al omschreef de trainer dat op een andere manier na het gelijkspel tegen Club Brugge een paar weken geleden. ‘Het belangrijkste verschil is dat we een jaar geleden met 3-0 verloren van Club, en we ons nu al met hen kunnen meten.’ Dankzij de gelijkmaker van Raman is de Brusselse club nu al vier wedstrijden ongeslagen tegen het Club van Philippe Clement. Een opsteker waarvan het effect snel verdween nadat Anderlecht mede door de nederlaag op Antwerp met 5 op 12 mager scoorde de laatste maand.

Tegen de Great Old creëerde paars-wit al voor de vierde keer dit seizoen minder kansen dan zijn tegenstander op basis van de statistieken van de expected goals. Na de twee eerste matchen van het seizoen – toen de ploeg nog moest opgebouwd worden met puntenverlies tegen Union en op Eupen als gevolg – domineerde Anderlecht op aanvallend vlak zijn tegenstander. Pas tegen OH Leuven en Antwerp toonde het zich minder gevaarlijk dan de opponent. Maar nog meer dan het aantal kansen dat het zelf afdwong valt op hoeveel kansen het moest toestaan. Als Hendrik Van Crombrugge opnieuw zijn niveau bereikt, komt dat misschien ook omdat hij de laatste weken opnieuw meer aan het werk werd gezet dan voordien. Een vaststelling die een analyse van de diepgang in het Brusselse spel nodig maakt.

Op de vier offensieve posities heeft Vincent Kompany nogal wat mogelijkheden. Wellicht is de invulling daarom elke week anders.
Op de vier offensieve posities heeft Vincent Kompany nogal wat mogelijkheden. Wellicht is de invulling daarom elke week anders.© BELGAIMAGE

De metamorfose

Het cijfer dat het contrast het best aangeeft, is dat van het aantal voorzetten. Vorig seizoen waren dat er gemiddeld slechts 11,63 per wedstrijd, toen het laagste aantal van alle eersteklassers. Het spel verliep op dat moment vooral door het centrum, en met name van Albert Sambi Lokonga naar Lukas Nmecha. Dit seizoen zitten de paars-witten al aan 15,99 voorzetten per wedstrijd. Enkel Club Brugge doet in 1A beter. In het Lotto Park creëert niemand meer kansen dan Sergio Gómez, door Kompany afgelopen winter op de linksback gezet in de 4-2-2-2 waarmee Anderlecht sindsdien meestal uitpakt. Met 6,38 expected assists staat de Spanjaard bovenaan de klassering van spelers die de meeste doelkansen aanbrengen.

In vergelijking met vorig seizoen voetbalt Anderlecht dus anders. Zo denken Kristoffer Olsson en Josh Cullen in het centrum vaker aan het bewaren van het evenwicht in de ploeg dan aan het mee ten aanval trekken. Samen raakten ze dit seizoen minder dan 20 keer de bal op de helft van de tegenstander. Daardoor slaagt die tegenstander er ook steeds vaker in om de gebreken van het huidige spelsysteem bloot te leggen en die aanpak te neutraliseren. Bij het zetten van hoge pressing staat paars-wit onderaan de rangschikking in 1A. Zonder bal is Anderlecht dus een vrij passieve ploeg, die zich terugplooit en speculeert op de counter. Geen enkel team uit 1A scoorde dan ook even vaak op de tegenaanval als de Brusselaars (zes goals), maar het stijgend aantal toegestane kansen op eigen helft is dan weer verontrustend.

Van de derde tot de negende speeldag lieten de mannen van Kompany aan de andere ploeg slechts 3,49 expected goals, ook al waren dat toptreffens tegen Genk, Gent en Standard. De zes daaropvolgende wedstrijden liep dat aantal op tot 11,42. Van Wesley Hoedt werd verwacht dat hij de nieuwe patron zou worden van de paars-witte defensie, maar hij valt steeds vaker op door zijn gemiste tussenkomsten dan door zijn fysieke kracht. Zo compenseert hij te weinig de pijnpunten van het eigen tactisch systeem, onlangs nog afgestraft door centraal opererende spelers als Xavier Mercier en Radja Nainggolan.

Christian Kouamé kwam al zeven keer aan de aftrap, het vaakst van alle aanvallende spelers van paars-wit.
Christian Kouamé kwam al zeven keer aan de aftrap, het vaakst van alle aanvallende spelers van paars-wit.© BELGAIMAGE

Veel concurrentie voorin

Hebben de Brusselaars door het onevenwicht bij balverlies nog slechts de op vijf na beste verdediging, dan staan ze met 27 gemaakte goals op het podium van de best scorende ploegen van 1A.

Op het veld verdelen nu zeven spelers de vier aanvallende plekken in de 4-2-2-2, terwijl de keuze vorig jaar altijd op Lukas Nmecha viel. De betere bezetting maakt dat dit seizoen de speelminuten én de goals voorin meer verdeeld zijn. Dat verklaart waarom geen enkele speler van Anderlecht bovenin de lijst van doelschutters prijkt. Joshua Zirkzee is met zes goals de hoogst geklasseerde, op de tiende plaats, terwijl de door Bayern uitgeleende Nederlander nog maar vijf keer werd gebruikt. Alleen Christian Kouamé kwam al zeven keer aan de aftrap, het vaakst van alle aanvallende voetballers bij paars-wit. Geschorst tegen Club Brugge en geblesseerd tegen OHL lijkt de Ivoriaan vandaag de enige titularis in de offensieve vierhoek. De plek van tweede aanvaller gaat tussen Zirkzee, Raman en Yari Verschaeren die de afgelopen weken ook al eens ingezet werd op de rechterflank. Voor de twee plaatsen van de aanvallende centrale middenvelders concurreert Lior Refaelov met de jonge talenten van Neerpede, Anouar Ait El Hadj en Francis Amuzu.

Met zoveel mogelijkheden wil Kompany op de vier offensieve posities wekelijks andere keuzes maken. Sinds begin september zette hij daar zeven verschillende duo’s in negen wedstrijden. Als je dat negatief interpreteert, betekent dat een gebrek aan automatismen. Als je het positief interpreteert, maakt hij zijn keuzes in functie van de tegenstander, afwisselend kiezend voor de diepgang die Amuzu brengt, de flair van de regerende Gouden Schoen, de techniek van Zirkzee of de intensiteit van El Hadj.

Weinig dribbelaars

Misschien mist dit Anderlecht enkel nog een dribbelaar, in het verleden vaak het handelsmerk van de club. Met 5,8 dribbels per wedstrijd staat Francis Amuzu als enige paars-witte in de top 30, op een anonieme 28e plaats, ver achter Noa Lang, Théo Bongonda en Benson Manuel, spelers met een actie waar de andere titelkandidaten op kunnen rekenen.

Maar zulke profielen zijn zeldzaam, en vooral duur, tenzij je er zelf één opleidt, zoals Anderlecht deed met Jérémy Doku. Die zit inmiddels ook al aan 11,2 dribbels per match bij Stade Rennes. Na zijn vertrek moest Kompany al eens improviseren om dat op te vangen, vandaag staat Anderlecht slechts twaalfde in het klassement van eersteklasseploegen met de meeste dribbels.

Een betere kern maar minder punten dan vorig jaar: wat loopt er mis bij Anderlecht?
© Belga Image

‘Ik hoop dat het de laatste keer is geweest dat we onze ploeg helemaal opnieuw hebben moeten opbouwen’, sprak Vincent Kompany begin dit seizoen nog zijn hoop uit na de thuisnederlaag tegen Union, een verklaring die hij nog eens herhaalde na het gelijkspel op Eupen. Sindsdien verschoof het zwaartepunt van de paars-witte creativiteit van het centrum naar de linkerflank, maar blijft het fundament van het sportieve de 4-2-2-2, ook al brengt die vooralsnog te weinig rendement.

In de rangschikking van de verhouding tussen gecreëerde en toegestane kansen staat Anderlecht voorlopig wel op het podium, na Gent en Union. In een ander klassement prijkt het zelfs helemaal bovenaan, in dat van het trappen op lat of paal. Dat gebeurde liefst acht keer in veertien matchen.

Uiteindelijk tellen straks alleen de behaalde punten en of dat aantal volstaat voor de vier plaatsen die recht geven op de eindstrijd om de titel. Mocht dat niet lukken na een zomer waarin liefst tien miljoen euro werd uitgegeven op de transfermarkt, zal er niet gelachen worden in het Lotto Park.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content