‘Een wolf die alleen jaagt sterft’

© NICK DECOMBEL
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Zijn Oostendse roedel is de revelatie van het seizoen en daar zit de Duitse coach zelf uiteraard voor veel tussen. Vanop de bank zet Alexander Blessin de toon van een voetbal dat overloopt van energie en combinaties die voor diepgang zorgen. Een gesprek over hedendaags trainerschap.

De eerste slokken smaken blijkbaar bitter, want als we hem vragen hoe het gaat, sluit Alexander Blessin zijn flesje water en steekt hij van wal met een lange analyse van de nederlaag van KV Oostende de avond voordien in de Ghelamco Arena. Hij vertelt over de acht goeie kansen van zijn ploeg, gaat in detail in op de verdedigende fout die tot het tegendoelpunt leidde en sluit zijn monoloog af met een schouderophalen en een zachte glimlach.

Tegenover de grijsheid van een maandagavond met een nederlaag staan evenwel veel zonnige dagen. ‘Ik had niet verwacht dat de mayonaise zo snel zou pakken, want we hadden drie maanden niet gespeeld’, geeft de Duitse coach toe. ‘Toen we in de voorbereiding een match verloren tegen Union, was het vreselijk om vast te stellen dat zij met een meer geavanceerd spelconcept streden dan wij. Wij konden geen actieve rol spelen. Maar uiteindelijk heeft dat voor de déclic gezorgd.’

Enkele maanden, een pak overwinningen en nog meer trainingsarbeid later is Oostende de revelatie van het seizoen. Met een onverwacht hoge plaats in het klassement, maar vooral ook met een voetbal dat over alle vaderlandse velden raast en waarover de ex-opleider van RB Leipzig graag enkele geheimen onthult.

Bij je komst naar Oostende in de zomer moest je een heel nieuw spelsysteem invoeren. Hoe begin je daaraan?

Alexander Blessin: ‘We geven eerst elke speler een beschrijving van de rol op zijn positie. In het Frans, het Duits en het Engels. En recto verso: aan de ene kant hoe je speelt in balbezit en aan de andere kant hoe je speelt zonder de bal. Zo weten ze exact waarover ik het heb als ik spreek over cover defending of secure through. Het is een soort lijst van termen. Nadien volgt er een video van tien à vijftien minuten met beelden van mijn ploeg in Leipzig, die een volledige beschrijving geeft van elke term en welk er de voordelen van zijn. daarna werken we op het veld aan de details.’

Je moet altijd herhalen, ook al werk je de spelers op die momenten echt op hun zenuwen. Ze vergeten anders snel.’

Alexander Blessin

Heen en weer tussen video en veld, is dat noodzakelijk op je filosofie over te brengen?

Blessin: ‘Door die video’s is er geen excuus. Als je een individueel gesprek hebt, zonder video, en je toont een situatie op een klassiek bordje met een stift, dan kunnen ze achteraf zeggen: nee, zo was het niet helemaal. Met video is dat onmogelijk. We kunnen tonen dat als een speler dit doet, er dat gebeurt. Nadien kun je dat vergelijken met wat ze zelf gedaan hebben. Ik noem dat de aha-erlebnis. We hebben daar ook open discussies over, ik wil hun mening kennen, het is voor mij belangrijk om te weten wat ze denken. Op een ander moment kunnen we hen tonen wat ze ondertussen beter gedaan hebben en dat werkt.’

Alexander Blessin: 'Michael Jordan zei altijd dat hij zo'n goede verdediger is geworden omdat hij de bal zo snel mogelijk wou veroveren om te kunnen aanvallen.'
Alexander Blessin: ‘Michael Jordan zei altijd dat hij zo’n goede verdediger is geworden omdat hij de bal zo snel mogelijk wou veroveren om te kunnen aanvallen.’© NICK DECOMBEL

En ten slotte moet je dat allemaal verbeteren op het trainingsveld…

Blessin: ‘Natuurlijk. Ik geef een voorbeeld: we hadden onlangs gedurende drie weken niet gewerkt op stilstaande fases. Want na een wedstrijd analyseren we onze problemen en er is altijd van alles om aan te werken. We kunnen niet alles tegelijk doen, dus worden sommige dingen uitgesteld, zoals die stilstaande fases. We toonden de spelers nog altijd video’s van de zones waarin ze moesten spelen, de situaties met en zonder bal, maar de ballen werden minder goed gegeven en de loopacties waren minder gericht. Daarom scoren we momenteel niet meer uit stilstaande fases, daar ben ik zeker van. Video’s zonder training zijn minder efficiënt.’

Omdat spelers zonder die herhaling sneller vergeten?

Blessin: ‘Als er in Leipzig spelers terugkeerden van de nationale ploeg, verplichtte Ralf Rangnick hen om de video’s over de spelfilosofie opnieuw te bekijken. In twee weken waren ze veel vergeten. Je moet altijd herhalen. Op die momenten werk je de spelers echt op hun zenuwen. Maar als je hen meer vrijheid laat, in een trainingssessie bijvoorbeeld, dan profiteren ze daarvan en vergeten ze snel. Dan hervallen ze in hun oude gewoontes, want die hebben ze al veel langer dan de nieuwe.’

Waarom trainen op de ochtend van de wedstrijd?

‘Op wedstrijddagen trainen we ’s morgens. Ik heb dat elders nooit meegemaakt.’ Kevin Vandendriessche mag dan al bij vier clubs gespeeld hebben en een vijftiental coaches versleten hebben, ook voor hem was het een onverwachte werkwijze waar Alexander Blessin mee uitpakt op de dagen waarop KV Oostende ’s avonds een wedstrijd te spelen heeft. Overal in België hoor je trouwens dat het een onuitgegeven methode is.

‘Het is waar dat de spelers in het begin wat verrast waren’, grijnst de Duitse coach, waarna hij zijn gezicht snel weer in een ernstige plooi trekt. ‘Er was daar geen discussie over mogelijk. Het gaat geenszins om een intensieve training, het is gewoon de bedoeling om de spelers te activeren.

‘Mijn ervaring toont aan dat dat altijd een goed idee is. Toen ik nog actief voetballer was, speelde ik heel vaak ’s avonds en ik wist dat veel van mijn ploegmaats tot ’s middags sliepen. Denk je nu echt dat je door zo laat op te staan een wedstrijd optimaal kunt voorbereiden? Dat geloof ik niet. Dat is de reden waarom ik hen vraag om in de voormiddag samen te komen. Ik wil mijn spelers onder druk zetten. Ik weet dat het een speciale methode is, maar voor mij is outside the box denken een van de belangrijkste aspecten van het beroep van trainer.’

Spelfilosofie

Heb je in Leipzig de basis van je spelfilosofie gelegd?

Blessin: ‘Neen, voordien al, toen ik speler was bij Hoffenheim, met Ralf Rangnick. In Duitsland heeft hij balgeoriënteerd spel ontwikkeld en nadien is hij geëvolueerd in de richting van een pressingsysteem.’

We hebben de indruk dat alle coaches die de Red Bullschool hebben meegemaakt, niet alleen dezelfde spelstijl hebben maar ook dezelfde methodes. Alsof ze zelf trainingscursussen hebben gekregen.

Blessin: ‘Dat is ook zo! Aanvankelijk was mijn leraar Helmut Gross. Dat was zo’n beetje de spirituele vader van Rangnick, de big old guy. Nadien heeft Ralf Helmut meegenomen om hem een nieuwe generatie trainers te laten opleiden. Ik heb hem zes jaar gehad en nadien heb ik mijn UEFA Pro-licentie gehaald. Ik heb zijn rol overgenomen en onze trainers van de U15, U16 en U17 opgeleid.’

Waren dat lessen over de spelfilosofie?

Blessin: ‘We wilden altijd mee zijn met de evolutie van het voetbal. Er waren veel gastdocenten, van de universiteit van Heidelberg bijvoorbeeld. We spraken over de beste manieren om concepten te implementeren. Moet je veel herhalen? Moet je traag werken, gefocust op de techniek? Moet je werken onder druk van een tegenstander? Het belangrijkste was dat we nooit op onze lauweren rustten. Dat is wat mij betreft het belangrijkste voor een coach: de ogen openhouden. Stilstand is de pest.’

Welke trainingsmethode zorgt ervoor dat de spelers altijd wakker zijn?

Blessin: ‘ Thomas Tuchel houdt van oefeningen met te veel regeltjes. We noemen dat provocatieregeltjes. We verdelen dan bijvoorbeeld het veld in vieren, met één zone waar je de bal drie keer moet raken, een andere waar je in één tijd moet spelen, nog een andere waar je geen druk mag zetten… Zo extreem als Tuchel ben ik zelf niet, maar de idee is dat spelers zich goed voelen tijdens de wedstrijden omdat ze minder beperkingen hebben dan op training.’

El toro

Om spelers in een stresssituatie te brengen vindt Pep Guardiola dat de beste oefening el toro is.

Blessin: ‘Dat doen we ook in Leipzig. Een ideale test op weerstand tegen stress. Het verplicht je om je eerste baltoets te verbeteren. Toen Yusuf Poulsen naar Leipzig kwam, was hij heel fit, maar erg zwak aan de bal… Maar hij had een sterke wil om vooruit te gaan en de toros hebben hem geholpen met zijn eerste baltoets. Als je de bal niet wilt verliezen, moet je automatisch beter worden, zowel je positie, je beweging, de eerste baltoets… De eerste baltoets is heel belangrijk en de spelers zijn daarbij soms wat te relaxed.’

Werken jullie daar veel op?

Blessin: ‘Ja, want dat kan wedstrijden beslissen. Het is soms vervelend om passingvormen te doen op training, maar het is zo belangrijk om een goed balgevoel te hebben. De bal moet je vriend zijn.’

Is dat uitsluitend collectief werk, of zijn er ook individuele sessies?

Blessin: ‘Techniekoefeningen gebeuren altijd solo. Bij een verdedigende middenvelder werken we bijvoorbeeld aan het openstaan en over de schouder kijken. Om snel te reageren wanneer je de bal krijgt ook, om de reactiesnelheid van je brein te verhogen. Een voorbeeld van een oefening: je kijkt naar links, iemand steekt een bepaald aantal vingers op en je moet dan in het doel met dat nummer scoren. Om snel beslissingen te nemen onder druk moet je je brein trainen. Goede communicatie, goed positiespel en een goede visie zorgen ervoor dat je onder pressing uitkomt of zelf pressing kunt zetten.’

Het woord pressing valt vaak als het over jouw speelstijl gaat. Is dat te simplistisch? Want er is toch meer dan één manier om druk te zetten?

Blessin: ‘Dat kan heel erg verschillen van de ene ploeg tegenover de andere. Niet alleen wáár je druk begint te zetten, maar ook hoe. Er zijn er die druk zetten op de pass, anderen op de speler. Je kunt ervoor kiezen om de man aan de bal onder druk te zetten, of te wachten tot de pass komt in de ruimte die je hebt opengelaten. Ons idee is om de tegenstanders in een hinderlaag te lokken. Om hen in een situatie te brengen waarin ze een verkeerde beweging maken. Dan klapt de val dicht.’

De soort val varieert volgens de tegenstander?

Blessin: ‘We bekijken altijd drie wedstrijden van de ploeg waar we tegen gaan spelen. Dat volstaat normaal gezien om een beeld te krijgen van hun spelwijze. Maar we passen ons ook niet te veel aan. Als we willen, kunnen we elk detail vertellen van elke speler, maar te veel info geven kan ook nefast zijn. Het belangrijkste blijft om te bepalen hoe we gaan reageren als de tegenstander de bal heeft.’

Jagen

In ogenblikken van pressing staat de ploeg erg gegroepeerd op het veld, zodat er buiten dat blok enorme ruimtes openliggen. Is het moeilijk om de spelers ervan te overtuigen dat die spelwijze vruchten zal afwerpen?

Blessin: ‘Vanaf het begin heb ik tegen de spelers gezegd dat het een kwestie van durf is. Om pressing te spelen moet je veel spelers in de zone hebben waar de bal zich bevindt. Aan de andere kant van het veld blijven, veertig of vijftig meter van de bal, dat heeft geen zin. Er is één speler geweest die een strakke pass over zestig meter kon geven en dat was Roberto Carlos. Als een speler een crosspass geeft, dan doet die er vier of vijf seconden over om zijn ploegmaat te bereiken. In vier seconden kun je meer dan dertig meter lopen, dus op dat soort ballen kun je altijd verdedigen.’

Die compacte structuur, is die de sleutel van je spelwijze bij balverlies?

Blessin: ‘Bij balverlies jaag je, als dieren. Het is goed om dat beeld in je hoofd te hebben, om te beseffen hoe dat gaat in de dierenwereld. Wolven, leeuwen … als ze alleen jagen, sterven ze. Dat beeld, of dat van duizenden vogels die samen naar Afrika trekken, dat is een goede vergelijking voor de structuur die wij op het veld willen zien. We hebben daarover gepraat in de voorbereiding en in de hoofden van de spelers is de klik er gekomen.’

Er wordt veel gesproken over wat Oostende doet bij balverlies, maar het is indrukwekkend hoe de ploeg ruimte kan creëren in de zone van de waarheid. Komt dat door jouw werk?

Blessin: ‘Wij zoeken altijd de ruimte. Hoe geraken we voor doel of in de rode zone? Zo noem ik de zone die voor de verdediging van de tegenstander ligt. Als we daar een bal naartoe spelen, reageren de verdedigers dan agressief of lopen ze achteruit? Maar ik wil niet dat alles te mechanisch verloopt, want anders verzand je in patterns. ‘

En loop je het risico dat spelers verloren lopen als dat mechanisme blokkeert.

Blessin: ‘Inderdaad. Daarom werk ik liever met principes. Tegengestelde bewegingen, positiewissels… Dat is altijd een zoektocht naar ruimte en je moet die kunnen vinden zonder een uitgestippelde weg te volgen. Als de tegenstander ergens ruimte laat, moeten meerdere spelers van ons dat kunnen opmerken. Zeker al degene die de bal gaat geven en degene die hem gaat krijgen.’

Mogen ze soms bewust de bal verliezen in een zone om ruimte te creëren voor een goede aanvallende positie?

Blessin: ( glimlacht) ‘Laten we zeggen dat het uitgangspunt altijd is om de bal te veroveren, maar we weten ook dat je met meerdere mensen moet zijn in de zone waar de bal naartoe gaat. We spreken dan van bubbels.’

Bij Red Bull houden ze vooral van bubbels in de centrale as, niet? We hebben Salzburg vaak gezien in een 4-4-2 met een ruit, Nagelsmann in een 3-6-1 met Leipzig, de 4-2-2-2 van Rangnick, jouw 3-5-2… Is dat een manier om altijd veel spelers in het centrum te hebben?

Blessin: ‘Het gaat altijd om het scheppen van ruimte. Toen ik bij Leipzig kwam, sloten we op training de hoeken van het veld af. Daar moesten we niet zijn, want als je vanuit die zone voorzet, zegt de keeper merci. Van daaruit kun je geen kansen creëren en dus schrapten we die zone op training. Maar als de tegenstander met drie centrale verdedigers en twee verdedigende middenvelders speelt, dan is het moeilijk om ruimte te vinden in de rode zone. Dus moet je die structuur omgooien of eromheen spelen om kansen te creëren. Je moet de ruimte weten te benutten die de tegenstander je geeft.’

Het uiteindelijk doel is dat de ploeg in alle omstandigheden op haar gemak is, juist?

Blessin: ‘Voor ons is het de volgende stap om nog meer op ons gemak te zijn aan de bal. De eerste stap is zien hoe men reageert en hoe men speelt bij balverlies. Je gelooft me misschien niet, maar ik heb wel graag de bal. ( lacht) Ik ben een grote basketbalfan en mijn idool is Michael Jordan. Hij zei altijd dat hij zo’n goede verdediger is geworden omdat hij de bal zo snel mogelijk wou veroveren om te kunnen aanvallen.

‘Wanneer je de bal hebt, zijn er twee situaties. De eerste is wanneer het energielevel nog hoog is. Dan moet je heel snel spelen, de seconden benutten dat de tegenstander uit de organisatie is, want wie de bal heeft loopt altijd een beetje uit de organisatie. De tweede situatie doet zich voor na dertig of veertig minuten, wanneer vermoeidheid de kop opsteekt. Dan moet je zien te recupereren in balbezit, daarvan gebruikmaken om energie terug te winnen. Dan kom je uit bij tikitaka. Want tikitaka is gewoon een manier om uit te rusten, om op adem te komen voor de volgende stormloop.’

‘Sommige cijfers liegen nooit’

Spelen data een belangrijke rol in je werk, om een onderscheid te maken tussen het resultaat en de prestatie?

Alexander Blessin: ‘Na sommige matchen heb ik tegen mijn spelers gezegd: we hebben gewonnen, maar we waren niet goed. Daarentegen merk ik dat als de prestaties volgens mijn data goed zijn, de resultaten ook altijd goed zijn. Daarom werk ik met bepaalde prestatie-indicatoren.’

Welke bijvoorbeeld?

Blessin: ‘De totale afgelegde afstand bijvoorbeeld is voor mij niet belangrijk. Je kunt een hele match lopen zonder aan de bal te komen en dan heb je geen goeie prestatie neergezet. Hier spreken we over afstand met een hoge metabolische belasting. Als die cijfers goed zijn, winnen we de match. Tegen Gent hadden we bijvoorbeeld 350 meter minder dan in onze beste wedstrijden. Je zet een standaard en als je die haalt, zijn de prestaties altijd goed. Ik vergelijk die natuurlijk altijd met wat ik gezien heb op het veld, maar ik ben ervan overtuigd: die cijfers liegen nooit.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content