Ferdy Druijf (KV Mechelen): ‘Ik wist dat mijn speelstijl bij de Belgische competitie zou passen’

© KOEN BAUTERS
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Een half jaar, zo lang heeft het geduurd vooraleer Ferdy Druijf kon kennismaken met het publiek op KV Mechelen. En vice versa. Het werd liefde op het eerste gezicht: de Nederlandse spits wordt er nu al bezongen met een eigen supporterslied. ‘Wanneer je in de spelerstunnel staat te wachten en dat kabaal buiten hoort, daar krijg ik echt kippenvel van’, aldus de AZ-huurling.

Halfweg het interview licht zijn gsm op. ‘Je bevalt nog niet?’, vraagt Ferdy Druijf (23) snel. Het antwoord aan de andere kant van de lijn blijkt negatief. ‘Dan bel ik straks wel terug, ik zit nu in een interview.’ Het was zijn vrouw Demi, een modefotografe, die belde. Deze zomer zijn ze getrouwd en vooral: ze verwachten ieder moment een eerste kindje. Vandaar de gsm die constant binnen hand- en gehoorbereik ligt. Tijdens wedstrijden houdt de bank hem op de hoogte: als er heuglijk nieuws komt, wil hij zo snel mogelijk richting Alkmaar kunnen scheuren, om daar zijn vrouw bij te staan. ‘Daarom rijd ik op verplaatsing apart met mijn wagen. Gelukkig is de technische staf daar flexibel in’, vertelt Druijf.

De Nederlandse spits straalt en het valt op hoe goedlachs hij is. Dat heeft uiteraard te maken met dat nakende vaderschap – ‘Spannend. Hoe dichter het komt, hoe meer ik er naar uitkijk.’ – maar evenzeer met het nieuwe voetbalseizoen. Na aanvankelijk stroeve onderhandelingen met zijn moederclub AZ, is dat toch opnieuw in het geel-rode shirt van KV Mechelen, waar hij vorig seizoen vanaf de winterstop al eens aansloot op uitleenbasis. Een aanpassingsperiode bleek nodig en pas in het slot van de competitie toonde hij zijn hele kunnen. Getuige zijn drie doelpunten en vier assists in zes wedstrijden van de Europe play-offs.

Op dat elan gaat hij nu verder als nummer 9 van KV Mechelen. Hij zette de nieuwe campagne in met meteen twee treffers op de openingsspeeldag tegen Antwerp. De eerste keer dat hij voor de eigen Malinwa-aanhang kon spelen. Een lekkere binnenkomer. ‘Het beste scenario dat je kon bedenken’, lacht de Nederlander. ‘Het is zo anders met volk in de tribunes. Dat begint al voor de aftrap, wanneer je in de spelerstunnel staat te wachten en dat kabaal buiten hoort. Daar krijg ik echt kippenvel van. En dan die emoties op die gezichten… Heerlijk. Dat is de essentie van het voetbal. Ik had al zoveel gehoord over de reputatie van onze fans, maar ik kon er niet over meepraten. Nu kan ik dat wel: alles wat ik hoorde, klopt ook.’

Ferdy Druijff scoorde twee keer voor KV Mechelen in de 3-2-overwinning tegen Antwerp.
Ferdy Druijff scoorde twee keer voor KV Mechelen in de 3-2-overwinning tegen Antwerp.© BELGAIMAGE

Beschouw je dit nu als een nieuwe start, of toch eerder het vervolg op vorig seizoen? Toen kwam je tijdens de winterstop, op een moment dat de club onderaan het klassement bengelde, dat corona het stadsleven platlegde, de dagen donker waren en je de ploeg noch de competitie kende.

Ferdy Druijf: ‘Goh, het voelt aan als beide. Ik ken de ploeg, de staf, de omgeving. Dat voelt dus allemaal vertrouwd. Het team is niet zo heel erg veranderd, wel sterker geworden in de breedte. Dan redeneer je: we moeten verder borduren op die goede play-offs eind vorig seizoen. Naar vertrouwen toe is het daarom wel een heel ander gevoel dan toen ik hier arriveerde. Toen verkeerde de club in een kleine crisis.’

Was het geen teleurstelling dat Mechelen enkele maanden geleden de aankoopoptie niet lichtte? Volgens bepaalde media bedroeg die ‘slechts’ 1,5 miljoen euro.

Druijf: ‘Dat bedrag lag stukken hoger, hoor. Ik vond het zelf veel te veel en ik begrijp volkomen dat het voor Mechelen te duur was. Ook voor andere clubs trouwens – die hele coronacrisis helpt daar niet aan. Ik wist dus dat ik mijn zinnen beter op een nieuwe uitleenbeurt zette. Het duurde even, maar ik ben blij dat Mechelen volhield, dat toont ook hun vertrouwen in mij.’

Vlak voor dit interview raakte bekend dat Myron Boadu, de spits die jou van een doorbraak bij AZ hield, voor 17 miljoen euro verkast naar AS Monaco. Denk je dan niet: was ik maar gebleven?

Druijf: ‘Dat is mooi voor hem, maar voor mijn toekomst maakt het niet uit. Ik heb eind vorig seizoen al, nog tijdens de play-offs hier, aan AZ duidelijk gemaakt dat ik liefst weer voor KV Mechelen wilde spelen. Een heel jaar deze keer. Bovendien wist ik dat als Boadu vertrok AZ een nieuwe spits zou aantrekken, en dat die wat zou kosten. Dan blijf je gewoon tweede spits. Bij Mechelen heb ik meer speelkansen.’

Bij AZ heb ik nooit echt het volle vertrouwen van Van den Brom gekregen.’

Ferdy Druijf

Je hebt geen druk gezet bij AZ om je te laten gaan voor een lager bedrag?

Druijf: ‘Dat ligt niet in mijn aard. Ik heb ook veel te danken aan AZ, waar ik opgeleid werd en mijn debuut maakte als prof. Ik woon vlak bij de club en iedereen in mijn omgeving is supporter van AZ. Dan ga je niet in ruzie weg daar.’

Waarom heb je bij AZ nooit je kans gekregen?

Druijf: ‘Boadu en ik hebben heel andere profielen. Ik was meer de targetspits, hij iemand die diepgang bracht. Bovendien had hij een goede klik met de buitenspelers. Ik mocht nooit eens een paar wedstrijden op rij starten, dus je kunt niet zeggen dat ik echt mijn kans heb gekregen. Dat vond ik best lastig.’

Coach bij AZ in het grootste gedeelte van die periode was John van den Brom. Hoe was je relatie met hem?

Druijf: ‘Hij heeft me laten debuteren en me ook eens laten starten op Ajax. Maar echt het volle vertrouwen heb ik nooit gekregen. Dat kan aan mij liggen natuurlijk, of hij vond mij gewoon niet kwalitatief genoeg. Daar hebben we eigenlijk nooit echt over gepraat.’

Je had wel de steun van de supporters. Die begrepen eerst niet dat je zo weinig mocht spelen en vervolgens begrepen ze niet dat je uitgeleend werd. Dat moet wel deugd doen?

Druijf: ‘Ik ben iemand die altijd alles geeft. En ik heb natuurlijk ook wel enkele mooie momenten beleefd, zoals mijn twee doelpunten in de Europa League tegen Partizan Belgrado. Of de snelste goal als invaller in de Eredivisie, na welgeteld dertien seconden. Dat zijn speciale ‘dingetjes’ die bij supporters in de smaak vallen. Ik stel me ook altijd positief op, want supporters heb je nodig om je door moeilijke momenten te loodsen.’

Heb jij bij AZ de titel in 2009 bewust meegemaakt? Dat was een ploeg met veel Belgen in: Mousa Dembélé, Maarten Martens, Sébastien Pocognoli…

Druijf: ‘Ik was nog wat jong, maar ik herinner me wel nog dat iedereen de stad introk om te vieren. Zelf ben ik pas op mijn veertiende bij AZ terechtgekomen, dan pas is dat clubgevoel echt beginnen leven. Sowieso volgden wij thuis alles van de Eredivisie, mijn vader en broer waren net als ik zot van voetbal. Mijn broer had best wel talent, maar maakte andere keuzes. Liever een pintje drinken en een sigaretje erbij. ( lacht) Ik had dat niet. Ik zei al heel vroeg dat ik profvoetballer wilde worden. School was minder mijn ding, ik heb gewoon mijn middelbare gedaan, het laatste jaar kreeg ik zelfs een vrijstelling omdat ik een topsportstatuut had. Ik lag toen al onder contract bij AZ. Ik ben voluit voor het voetbal gegaan, wat wel een risico was, besef ik. Toch ben ik blij dat mijn ouders me die ruimte lieten.’

Als spits moet je een penalty nemen, vind ik. Dat is een bijna gratis doelpunt.’

Ferdy Druijf

Voetbal als denksport

Waarom kwam jij er pas in de play-offs helemaal door bij KV Mechelen?

Druijf: ‘Het hele team draaide toen goed.’

Was het ook omdat je wat meer druk voelde om Mechelen te overtuigen?

Druijf: ‘Druk voel ik niet zo snel. Ik had gewoon tijd nodig om de looplijnen en het tactische systeem onder de knie te krijgen – met twee spitsen, terwijl ik in Nederland nooit iets anders gekend had dan 4-3-3. Het vergt ook tijd om je ploegmaats te leren aanvoelen. En er was de nieuwe omgeving: eerst een tijdje op hotel, maar alles in de stad was toen dicht. Ik zat alleen op m’n kamer. Die beginperiode was moeilijk. Mijn eerste wedstrijd was op een besneeuwd veld van Charleroi, we wonnen, maar ik miste een grote kans. De week erna mocht ik toch starten, thuis tegen Standard, we verloren met 0-4. Ik verdween uit de ploeg en vervolgens zetten we een reeksje neer, dan weet je dat het even wachten wordt.

‘Op een bepaald moment pikte ik het ritme op en maakte ik mijn eerste goal. Dat was tegen Beerschot, in een derby en dan nog eens een winnende treffer. Dat is zo’n momentje waarop je denkt: nu zijn we vertrokken! Dat je aan je ploegmaats toont dat je belangrijk kan zijn.’

Wat is er zo veeleisend aan het systeem van Mechelen?

Druijf: ‘Ik moet hier veel meer in de diepte lopen, ruimte creëren voor anderen. Bij AZ was ik targetspits, ballen aannemen en afleggen of doorkoppen. Ook verdedigend worden hier heel andere zaken gevraagd. Veel hangt af van de wisselwerking met de spelers naast je. Bij Mechelen spelen we met twee spitsen, wij moeten elkaar heel de tijd aflossen: de ene diep, de andere in de bal. De ene diep druk zetten, de andere meer uitvallend naar de flank. Daar train je natuurlijk hard op. En anders is er wel de trainer om je duidelijk te maken waar je moet lopen.’ ( lacht)

Het toont wel mooi aan dat voetbal toch ook een denksport is. Wat soms onderschat wordt.

Druijf: ‘Absoluut. Al die automatismen worden erin geslepen. Maar dan nog moet ik dikwijls eens nadenken waar ik alweer moet lopen bij een bepaalde situatie. Soms gaat dat nog mis. Zoals op Seraing, waar ik misschien iets te vaak naar de zijkanten uitweek. Hugo ( Cuypers, nvdr) en ik moeten elkaar nog beter leren kennen, ook al klikt het wel tussen ons. Vorig seizoen speelde ik vooral met Kerim Mrabti voorin, het systeem was eigenlijk identiek aan nu, maar hij heeft andere karakteristieken dan Hugo. Kerim maakte veel high intensity runs, maar meer naar de buitenkant, waardoor ik centraler kon blijven.’

Ferdy Druijf (KV Mechelen): 'Ik wist dat mijn speelstijl bij de Belgische competitie zou passen'
© KOEN BAUTERS

Ben je blij dat Shved er ook opnieuw bij is? Hij zorgt voor snelheid en diepgang op de flank, net als Storm.

Druijf: ‘Ja, maar het hangt er van af hoe ze gebruikt worden. Wanneer Shved rechts geposteerd wordt, heeft hij eerder de neiging om naar binnen te komen met zijn linker en een actie op te zetten. Terwijl iemand als Geoffry Hairemans, ook met zijn linker vanaf rechts, veeleer zal kiezen voor de voorzet. Daar moet je als spits allemaal op inspelen.’

Hoe zou je Wouter Vrancken omschrijven als coach?

Druijf: ‘Iemand die veel aandacht besteedt aan zijn spelers. Hij heeft me tijdens de onderhandelingen met AZ, maar ook daarvoor en daarna vaak genoeg gebeld of berichten gestuurd. Die betrokkenheid toont hij bij alle spelers. Zoiets creëert vertrouwen.’

Dromen van de Bundesliga

Wat vond je van de kennismaking met onze competitie? Je was alvast niet te spreken over de kwaliteit van de voetbalvelden hier…

Druijf: ‘Neen, maar ik moet er wel meteen bij zeggen dat ons veld er altijd perfect bij ligt. Wat mij vooral opviel, was het fysieke aspect van deze competitie. In Nederland gaat het toch meer om de juiste positionering, terwijl hier verdedigers echt die duels zoeken en ploegen meer inzakken. Verdedigers zijn hier ook steviger en groter.’

Het cliché wil dat bij ons verdedigers in de eerste plaats denken aan verdedigen, terwijl in Nederland de focus ligt op uitvoetballen.

Druijf: ‘Precies. Dat is nog steeds zo. In die zin vind ik Nederland voor jonge talenten wel een goede competitie, om lekker te voetballen, met minder nadruk op het fysieke.’

Mechelen laat enkele jonge talenten ook in Nederland ervaring opdoen.

Druijf: ‘Begrijpelijk. Naar ik hoorde stelt de beloftencompetitie in België niet zoveel voor, terwijl de Nederlandse tweede klasse best wel een goede competitie is. Je moet als jonge gast gewoon veel kunnen spelen.’

Jij bent in 2019 nog topschutter geworden in die tweede klasse, uitkomend voor Jong AZ en vervolgens NEC.

Druijf: ‘Ik maakte 29 goals. In de eerste seizoenshelft 14 bij AZ, na de winterstop 15 bij NEC. Ik ben toen ook verkozen tot ‘Talent van het Jaar’. In totaal won ik toen vijf persoonlijke prijzen. Daar ben ik best fier op, want voor het seizoen werd amper over mij gesproken.’

Meer dan de Premier League vind ik de Bundesliga bij mij passen.’

Ferdy Druijf

Ben je altijd een goalgetter geweest?

Druijf: ( knikt) ‘Mijn stijl is altijd zo geweest: wroeten in de zestien en azen op die kans. Ik ben geen aanvaller die het van zijn techniek moet hebben. Wilskracht en strijdlust zijn mijn kwaliteiten. Daarom wilde ik naar België, omdat ik wist dat mijn fysieke spel hier wel zou passen. Ik kon ook naar Duitsland, maar die stap leek me toen nog wat te groot. Ik denk dat je daar conditioneel nog sterker moet zijn.’

Die Bundesliga is wel je droom.

Druijf: ‘Ja. Meer dan de Premier League vind ik die competitie bij mij passen. Daarin spiegel ik me een beetje aan Wout Weghorst, die ook nog bij AZ speelde en van wie ik vaak gehoord heb dat mijn stijl bij de zijne aanleunt. En mijn vrouw heeft twaalf jaar in Duitsland gewoond met haar ouders, zij hadden een bloemenzaak nabij Augsburg. Mijn schoonfamilie pusht dus wel een beetje om ooit een contract te tekenen bij FC Augsburg. ( lacht) Daar zeg ik alleszins geen neen tegen. Maar laat mij eerst maar eens presteren bij KV Mechelen.’

Volg je de andere Nederlandse spitsen in de Jupiler Pro League?

Druijf: ‘Niet echt. Noa Lang ken ik wel persoonlijk, we wisselen af en toe berichten uit. We kennen elkaar van bij de nationale jeugdploegen. Hij doet het heel goed hier. Bij Ajax heeft hij nooit honderd procent zijn kans gekregen.’

Blijkbaar ben jij ook een strafschopspecialist. In 2019, toen je topschutter werd in tweede klasse, zette je er liefst elf succesvol om. Weten ze dat al bij KaaVee?

Druijf: ‘Ja hoor. Als spits moet je die nemen, vind ik, het is een bijna gratis doelpunt. Bovendien niet onbelangrijk om je statistieken aan te dikken, want daar wordt toch naar gekeken. Niemand die nog weet dat 11 van die 29 goals dat seizoen op strafschop waren.’ ( grijnst)

De rol van supersub

Bij AZ heette Ferdy Druijf een supersub te zijn, het leverde hem ook veel populariteit bij de fans op. Hij heeft zelfs een Eredivisierecord op zijn naam staan: dat van snelste doelpunt na een invalbeurt in deze 21e eeuw. Op 23 december 2020 had hij amper 13 seconden nodig om tegen Vitesse te scoren.

Het is nochtans niet iedereen gegeven om met een korte invalbeurt beslissend te zijn. Wat maakt iemand een goede invaller? Druijf: ‘Je moet gewoon elke kans gebruiken om jezelf te tonen. Ongeacht het aantal minuten. Ik vind niet dat het met balgevoel te maken heeft: voetballen kan je of kan je niet. Volgens mij is het voornamelijk een mentale kwestie. Sommige spelers denken bij een late invalbeurt misschien: laat maar. Dat snap ik niet zo goed, want je speelt toch ook voor jezelf? Je wilt je laten zien aan de coach, aan de supporters, maar ook aan andere clubs. Bovendien beleef je ook op die manier soms nog topmomenten. Zoals Europees tegen Partizan, waar ik een halfuur voor tijd inval, op een moment dat we met een man minder voetballen, en waar ik met twee doelpunten toch de kwalificatie voor de volgende ronde in de Europa League afdwing. Ook de voorrondewedstrijd tegen Antwerp herinner ik me nog goed ( ook daar scoorde Druijf als invaller, nvdr), in het Koning Boudewijnstadion, met die fanatieke Antwerpfans en die gekke Lamkel Zé. Scoren, zijn shirt uittrekken en rood krijgen. Aparte kerel.’

Tussen voetbal en vaderschap

Een van de nadelen van het profvoetballerbestaan is dat je nu niet bij je hoogzwangere vrouw kan zijn. Zij woont nog in Alkmaar. Valt jou dat zwaar of kan je dat makkelijk van je afzetten?

Ferdy Druijf: ‘Het is lastig. Op een veld ben ik daar niet mee bezig, maar zodra ik naar de kant kom, check ik natuurlijk m’n telefoon. Het zijn lange dagen, of zo voelt het toch. Omdat je de hele tijd vol spanning wacht op dat belangrijke bericht. Ik ben zelden nerveus, maar nu… ( blaast). Het is voor mij wel geruststellend dat ze daar in Nederland goed omringd is door familie en vrienden, in plaats van hier alleen te zitten.’

En hoe denkt je vrouw daarover?

Druijf: ‘We wisten dat een situatie zoals deze zich kon voordoen. Daar ben ik in het begin van onze relatie ook duidelijk over geweest: de kans was groot dat ik ooit naar het buitenland zou gaan en dat we elkaar misschien minder zouden zien. Ze is daar gelukkig wel begripvol en flexibel in. Het helpt dat ze zelf zo lang in het buitenland heeft gewoond met haar ouders en al vaak is verhuisd. Ik leef nu weer even op hotel, maar vanaf september trekken we naar een huisje in Bonheiden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content