Geoffry Hairemans (KV Mechelen): ‘Ons café was de huiskamer van onze familie’

© KOEN BAUTERS
Mayke Wijnen Medewerker van Sport/Voetbalmagazine.

Geoffry Hairemans begon vier jaar geleden in de haven en sleepte met kisten vol bananen. Tot hij werd gebeld door Antwerp FC, de club waar hij twee jaar speelde en waarmee hij opgroeide in het café van zijn moeder. Het verhaal van het kind van de club dat zondag met KV Mechelen tegenover zijn grote liefde staat.

Muziek uit de boxen, een wirwar van stemmen, tikkende biljartballen op de pooltafel. De gasten, vooral mannen, aan de tafels en aan de toog. Ze praten, lezen de krant, lossen hun kruiswoordpuzzel op of kijken met de blik op oneindig voor zich uit. Nippend van de pot bier voor hun neus. Kwajongensstreken (een pets tegen de oren), geroep (‘ Haad aa koest, hé’), lachsalvo’s.

Te midden van dat leven in Café Ter Rivieren buigt Geoffry Hairemans (27) zich over de pooltafel. Zoals altijd wanneer hij hier komt met zijn familie: zijn moeder, tweelingbroer, zus, ooms, tantes en neven en nichten. Deurne is hun bakermat, het bruincafé hun stamcafé, met op een steenworp de Bosuil. ‘Ik ben hier vooral veel met mijn broer Dimitri, mijn zus Nathalie, een oom en een neef. We zijn altijd met een groepje van minstens vijf.’

Wij zijn een heel open gezin. Gevoelens, relatieproblemen, voetbal, stress op het werk: dat lag ’s avonds direct op tafel.’ Geoffry Hairemans

Deze namiddag is vooralsnog alleen Hairemans aanwezig. Niet veel later stappen ook zijn zus en zijn vriendin Sevgi Kankotan binnen. De rest is nog aan het werk of om andere reden verhinderd. Hairemans vraagt of de twee mee op de foto willen. ‘Oei, mijn haar zit niet goed’, zegt zijn zus. ‘En ik heb hier een enorme pukkel op mijn hoofd’, realiseert Sevgi zich. Niet veel later klikt het fototoestel van de fotograaf, de drie intiem naast elkaar. ‘Op de foto met de vrouwen van uw leven’, roept Nathalie. Gelach. ‘Het is wel waar’, zegt Geoffry.

Het caféwezen zit in hun bloed. De humor, de ene grap nog sneller dan de andere, het elkaar uitkafferen en: ‘De zever die op tafel komt’, zegt Hairemans.

Nathalie: ‘De ene scheldt de andere uit, en die maakt diegene weer uit voor van alles.’

Geoffry: ‘Dan zie je al heel gauw dat een van ons slechtgezind is, en op diegene blijven we vitten. In no time vertrekt die naar huis. Daar lachen wij dan mee. We bellen die daarna expres nog op: en maar doorgaan.’

Nathalie: ‘Meestal jagen wij met zijn drieën, Geoff, Dimi en ik, de familie op stang.’

Geoffry: ‘En meestal is het dan tante Sole die naar huis gaat.’

De drie lachen.

Voor Sevgi was het bijzonder, zegt ze, om in zo’n familie terecht te komen. ‘Dat is een kliek waar je niet zomaar tussen komt. Vooral die drie: Geoff zal altijd kiezen voor zijn broer en zus. Maar dat stoort niet, hé. Ik vind het leuk om te zien dat hij zo’n familieman is. Ik voel me er erg goed in opgenomen.’

Half Spaans

Wanneer de ouders van Hairemans elkaar leren kennen, hebben ze beiden al een kind uit een eerder huwelijk. Als ook de relatie tussen hun vader en moeder op de klippen loopt, blijven Geoffry, Dimitri en Nathalie met hun halfbroer bij hun moeder wonen; om de week gaan de drie jongsten in het weekend naar hun vader, die hertrouwt. ‘Met hem hebben we ook nog altijd een heel goede band, zijn vrouw noemen wij mama plus.’ Guido Hairemans is lange tijd diamantslijper. ‘Onze bompa en bomma hadden een eigen fabriekje. Later is hij gaan bezetten omdat het werk in de fabriek terugliep. Nu is hij magazijnier; het bezetten werd te zwaar. Mijn vader is niet van Antwerpen, maar van Nijlen; een rustig type en een harde werker. Mijn moeder ook, maar niet rustig. ( lacht) Als alleenstaande vrouw, met vier kinderen werkte ze overdag in de haven van Antwerpen en na werktijd deed ze haar café open.’

Geoffry Hairemans is al een tiener wanneer het gezin naar dat café verhuist. De Cup wordt al snel een begrip in Deurne, met Maria Vaca Bautista achter de bar. Later, wanneer de kinderen al uit huis zijn, runt ze nog de Nieuwe Cup en eentje in Spanje, haar moederland. Een sterke vrouw dus, die haar mannetje wel moet staan. Hairemans lacht. ‘Dat kun je wel zeggen. Een bazig type, die alles graag onder controle heeft en druk is. Wel heel sociaal natuurlijk, maar dat Spaanse temperamentje, hé. Geen gemakkelijk karakter. Haha… Ik lijk meer op mijn vader.’

De kinderen wonen die jaren boven het café, dat tevens de uitvalsbasis is voor de supportersvereniging van Antwerp FC. ‘Er was misschien wat geroezemoes, maar het was geen discotheek. Een cafeetje zoals dit. Wij hadden er geen last van. Het was juist altijd gezellig: het café was de huiskamer van onze familie. Ze moesten niet bij iemand thuis gaan, de Vaca’s gingen gewoon allemaal naar de Cup. Elke dag. Zo zijn wij opgegroeid: met overal nonkels en tantes, de bomma daartussen en onze mama achter de toog. Onze familie heeft vrij veel humor dus dat was elke dag feest. We kwamen beneden in het café en alle mensen zaten daar die we al ons hele leven kenden.’

Geoffry Hairemans met zijn vriendin Sevgi (links) en zijn zus Nathalie (rechts). Sevgi: 'Als er iets is, zie je dat direct aan Geoff. Hij piekert veel.'
Geoffry Hairemans met zijn vriendin Sevgi (links) en zijn zus Nathalie (rechts). Sevgi: ‘Als er iets is, zie je dat direct aan Geoff. Hij piekert veel.’© KOEN BAUTERS

Ondertussen zorgt moeder Vaca Bautista ook nog voor haar kroost. Als alleenstaande vrouw zijn de nachten kort en ’s avonds trekt ze vaak een van de familieleden aan zijn mouw. ” Blijft gij eens efkes hier achter de toog: ik moet naar boven.’ Mama kookte elke dag voor ons: boerenkost zoals stoemp, maar ook paella. We aten samen en daarna ging zij weer naar beneden. Wij hebben haar niet hoeven missen door het café. Wij waren ook veel beneden te vinden natuurlijk.’

Bazeke

Het caféleven heeft hem nooit negatief beïnvloed, zegt Hairemans, die zo als jongen al met volwassen mannen opgroeit. ‘Ik kan niet zeggen dat ik mondiger ben geworden daardoor. Ik ben van nature rustig, geen ruziemaker, zal in het café niet voor het grote lawaai zorgen. De gasten gingen ook normaal met ons om. Ze durfden niet anders’, zegt hij lachend. ‘De Vaca’s zijn redelijk bekend in Antwerpen; daar hadden ze wel wat schrik van. Hoe dan? Ze zijn vrij gekend, meer ga ik er niet over zeggen.’ Weer die lach. Nathalie: ‘Ze waren met zeven, Spaans temperament, altijd samen. Iedereen stond zijn mannetje.’ Geoffry: ‘En ons moeder heeft een vrij grote mond, dus ze waren een beetje bang om tegen ons iets te doen.’

Waar de tweelingbroers meer op hun vader lijken, heeft hun zusje het meeste van hun moeder. ‘Twee druppels water’, zegt Geoffry.

Nathalie: ‘We zijn van Spaanse afkomst hé: roepen en plezier maken, zeggen waar het op staat. Als kind was ik echt een bazeke. ‘

Geoffry: ‘Amai… Boven stond een babyfoon en wanneer we ruzie hadden, riepen we daar om de beurt in. Dan hoorde mama beneden: ‘ Geoff en Dimidit en dat. ‘ En dan wij weer: ‘Nee, Nathalie dit en dat. ‘ Dan duurde het niet lang voor we mama op de trap hoorden. Haar voetstappen galmden door de woonkamer en dan wisten mijn broer en ik genoeg: lopen. Wij kregen er altijd van langs, en zij zat daar dan met een schijnheilig gezicht.’

Nathalie: ‘Tja… Ik ben de jongste, het meisje. Ik vond het leuk om hen te treiteren. Ze konden snoepjes verdienen door te zingen. ‘Mijn allerliefste zusje.’ Dat deden ze wel, ja. ( lacht) Maar ik heb ook dat lieve en zachte, hoor, van papa.’

Geoffry: ‘Mama kan ook lief zijn.’

Nathalie: ‘Zij is ook lief, maar wel harder, gehard misschien ook wel. Door haar levenservaring; veel meegemaakt, met vier kindjes alleen, de haven, het café. ‘

Geoffry: ‘Mijn ouders hebben beiden heel hard gewerkt en gevochten voor hetgeen wij hebben. Dat realiseer ik me wel, en daar kijk ik met veel appreciatie naar. We zeggen het misschien niet, maar ze is er wel.’

Piekeraar

Dat laten blijken… dat is moeilijker. ‘Wij zijn een heel open gezin. Gevoelens, relatieproblemen, voetbal, stress op het werk: dat lag ’s avonds direct op tafel. En nu nog, hier in ons stamcafé. We praten veel, maar knuffelen doen we minder. Dat is het moeilijke, hé. ‘

Zijn tweelingbroer staat het dichtste bij hem. ‘Onze band… dat is zot. Niet te vergelijken met een andere broer of zus. Wij zijn áltijd samen geweest. Áltijd. Op school, op straat, op het voetbal. We hadden altijd een speelmaatje, iemand op wie we konden leunen. Op straat kregen ze er altijd twee tegenover zich, maar het is niet dat ze ons vreesden. We speelden met de Marokkaantjes, dat was meer zaalvoetbal; daar is mijn techniek verfijnd. Op straat moest je voor jezelf opkomen en dat deden we ook, maar wij zijn geen ruziemakers. Als het escaleerde gingen we er liever niet op in, maar draaiden om en liepen naar huis. Ook al waren we met twee. Onderling hebben wij ook nog nooit ruzie gehad. We weten alles van elkaar; Dimi kent al mijn geheimen en ik die van hem. Hij betekent alles voor mij.’

Mijn tweelingbroer kent al mijn geheimen en ik die van hem. Dimi betekent alles voor mij.’ Geoffry Hairemans

Nathalie: ‘Wanneer ik hen apart van elkaar zie, krijg ik op mijn verhaal soms precies dezelfde antwoorden of vragen. Terwijl zij dat niet weten van mekaar, hé. ‘

Sevgi: ‘Ook in hun doen en laten zijn dat twee exact dezelfden. Hoe ze praten, hoe ze zich bewegen…’

Geoffry: ‘Mijn broer en ik zaten met tweeën aan tafel en Sevgi kwam binnen. Ze begon te praten tegen mij, ‘Schat dit en dat’, maar ze was tegen mijn broer bezig.’

Sevgi: ‘ Geoff zei niks en Dimi praatte ook gewoon terug, hé. ‘

Toch zijn er ook verschillen. ‘Mijn broer is een zacht type’, zegt Hairemans. ‘Heel lief, braaf. Hij heeft liever dat ik het goed heb dan hijzelf. Niet dat ik de baas was of ben, totaal niet. Het gevoelige zit ook in mij.’

Sevgi: ‘Als er iets is, zie je dat direct aan Geoff. Hij piekert veel.’

Geoffry: ‘Ik ben een denker. Zeker als het minder gaat.’

Sevgi: ‘Die ligt daar wakker van, hé. Zoals zijn afscheid bij Antwerp ( zie kader, nvdr)’

Geoffry: ‘Ik reageer dat soms ook verkeerd af en dan is Sevgi de dupe, omdat zij het dichtst bij mij staat.’

Heimwee

Natuurlijk is Antwerp FC ook in de jeugdjaren van de broers hun droomclub, toch ziet het er niet naar uit dat ze het profvoetbal zullen halen. Lange tijd spelen ze bij Rapid Deurne en later Tubantia Borgerhout. ‘Mijn broer en ik dachten nooit dat wij voetballers gingen worden. Wij waren straatvoetballers.’ Op hun zestiende mogen ze dan toch een test afleggen bij Royal. ‘We dachten toen: wie weet… Maar in ons hoofd was profvoetbal gewoon altijd heel ver weg.’

De twee mogen echter blijven en twee jaar later klopt het Nederlandse De Graafschap aan voor Geoffry Hairemans. ‘Als familiemens zag ik het niet zitten om alleen naar Doetinchem te gaan. Ik was achttien jaar… Toen ze hoorden van mijn tweelingbroer zeiden ze: ‘Dan geven we hem ook een contract.’ Dat was super voor hem, hij kon stoppen met school en verdiende zijn geld.’

Niettemin is het op die leeftijd een grote stap voor de tweeling. ‘De eerste weken zaten we op hotel. Had ik daar alleen gezeten, dan was ik na twee weken teruggekeerd. Ik had heimwee. Naar huis, naar Deurne, naar mijn familie. We gingen voor het eerst uit huis en waren ineens vrije vogels. We verdienden geld, hadden een auto, kwamen in een andere cultuur terecht en stonden er alleen voor. In het begin maakte ons moeder eten voor een week, dat ze in een zak met bakjes om in te vriezen meegaf: stoemp, stoofvlees, vol-au-vent, maar op den duur gingen we vooral uit eten en leerden we voor onszelf te zorgen. Hoe wij nu in het leven staan, is daar gevormd. We zijn in dat jaar in Doetinchem zelfstandig geworden, volwassen.’

Geoffry Hairemans met een watertje aan de toog: 'Ik realiseer me heel goed dat mijn voetbalcarrière op een haar na gedaan was.'
Geoffry Hairemans met een watertje aan de toog: ‘Ik realiseer me heel goed dat mijn voetbalcarrière op een haar na gedaan was.’© KOEN BAUTERS

Nathalie: ‘Voor mij was die periode moeilijk. Het was leeg in huis, stilletjes. We gingen wekelijks naar hen en zij kwamen in het begin veel terug. Dan was ik weer gelukkig. Ik ben ook altijd heel bang geweest dat hij naar het buitenland zou gaan. Wanneer dat ter sprake kwam, ging mijn haar recht staan. Ik moest er niet aan denken.’

Geoffry: ‘Ik zeg altijd tegen mijn broer: ‘Als ik morgen naar het buitenland ga, dan ga jij mee.’ Maakt niet uit hoe het op zijn werk zit, hij moet mee. Met mijn zus heb ik dat niet zo. ( lacht) Nee, het liefst pak ik ze natuurlijk allemaal mee. Zo’n avontuur moet dan ook vooral de moeite waard zijn. Het is mooi als je zo ook op sportief vlak een stap vooruit kunt zetten; ik hoop dat ik die kans nog eens krijg, maar op deze leeftijd zet je zo’n stap meestal puur voor het financiële. Spanje lijkt me heel mooi. China of Oekraïne? Als ik me onafhankelijk kan spelen, dan is dat telefoontje nog niet neergelegd en ik zit daar. Met mijn vriendin en mijn broer. Mocht ik zonder hem gaan, dan zullen we voor het eerst in ons leven gesplitst worden… Ik heb geen idee hoe dat zal zijn. Ik kan me het ook niet voorstellen. Wij zijn niet weg te denken van elkaar. Maar ik denk ook niet dat het direct aan de orde is, al weet je het in het voetbal nooit. Voor je het weet scoor ik er acht op een paar weken tijd en ben ik weg in januari.’

Slepen met bananen

Een paar jaar geleden nog leek Hairemans’ voetbalcarrière er echter op te zitten. Bij De Graafschap komt hij weinig aan spelen toe en ook zijn broer breekt nooit door. Waar Dimitri stopt met profvoetbal verhuist Geoffry naar Lierse. Dat avontuur loopt uit op verschillende uitleenbeurten waarna hij bij Dessel Sport een semiprofcontract tekent. ‘Voor mijn gevoel was het gedaan: ik had mijn profcarrière afgesloten. Ik dacht: nu moet ik gaan werken, hé. Of studeren, maar dat zag ik niet zitten; ik heb altijd zo min mogelijk aan school gedaan. Dat kwam hard binnen. Want wat ga je doen dan, hé? Ik heb geen diploma en de haven was de enige keuze.’

Hairemans groeide op in een familie die in de haven van Antwerpen werkt. Zijn moeder is er nog altijd markeur: ze checkt containers die er binnenkomen, ‘op nummer, op schade, gewicht’, en ook zijn broer ging er aan de slag: als magazijnier. Dan heeft hij nog twee ooms van moederskant die als respectievelijk chauffeur en magazijnier werken en ook zijn neef is onlangs als containerchauffeur begonnen. En zo staat ook Geoffry Hairemans in de zomer van 2015, 23 jaar oud, aan de haven. ‘Ik ben als pasman begonnen: wanneer je geen werkboek hebt, kun je in de zomer met je identiteitskaart gaan werken. Je krijgt dan eenvoudige klusjes. Ik werd op een schip gezet om de bananen op de lift te laden. Die zaten in zware kisten. Die dag voelde ik me zoals op een eerste schooldag: alles nieuw, alles leuk. Maar je weet dat dat op de tweede dag al niet meer zo zal zijn.’

Die tweede dag komt er evenwel nooit. Na die ene dag op de haven krijgt Hairemans telefoon van Antwerp: of hij terug wil komen. Als prof. ‘Daar ben ik nog altijd enorm blij mee. Ik realiseer me heel goed dat mijn voetbalcarrière op een haar na gedaan was. Ik heb een tweede kans gekregen, en daardoor ben ik het voetbal nog meer gaan appreciëren.’

‘Ik voel me ambetant bij afscheid Antwerp’

Café Ter Rivieren in Deurne ligt op nog geen kilometer van de Bosuil en dus hangt er aan de muur een foto van stamgast Geoffry Hairemans in het shirt van Antwerp FC. Maar na zijn overstap naar KV Mechelen deze zomer haalde de cafébaas het prompt weg. ‘Hij zei: ‘Hij speelt niet meer voor d’n Antwerp, hé”, zegt Hairemans lachend. ‘Zijn vrouw met wie hij het café runt zei direct: ‘ Ge hangt dat terug, hé. ‘

En zie daar, Hairemans is in ere hersteld. ‘Dit is mijn thuis. Deurne, dit café, Antwerp. De mensen op de club, van materiaalmannen tot de mensen op kantoor, ken ik al jaren en jaren. Dat heb ik nodig, ik moet me ergens thuis voelen om goed te presteren. Buiten Antwerpen heb ik nog nergens echt een goed gevoel gehad en dus ook niet super gepresteerd. Nu, bij KV Mechelen, is die klik ook totaal anders. Ik ken de mensen niet; ik ben er nog niet thuis. Dan ben ik ook nog niet honderd procent mezelf. Maar ik heb wel het gevoel dat het kan ontstaan. Dit is een hecht ploegske met topkerels, dat past mij ook wel heel erg.’

Vorige maand waren er nog ferme bewoordingen te lezen van Hairemans richting Antwerptrainer László Bölöni, waarbij hij zei dat die hem ‘wilde doen kraken’. Maar dat verhaal ligt wat genuanceerder, zegt de middenvelder. ‘Dat interview is helemaal verkeerd overgenomen. Bölöni heeft mij sowieso niet geviseerd. Alleen is het voor mij wel jammer dat het zo gelopen is. Ik had het gevoel dat ik op de momenten dat ik speelde meekon en in de voorronde van de Europa League speelde ik tegen AZ ineens geen minuut meer, terwijl er vier invalbeurten kwamen. Ik had toen het gevoel dat hij mij dat afnam. Maar ik heb óók altijd gezegd: Bölöni heeft mij wel terug op de kaart gezet. Hij heeft mij niet meegestuurd met die overige 95 procent van de spelers die hij wegstuurde. Of ik hem iets kwalijk neem? Boh, het is moeilijk. Ik voel me er ambetant bij. Dat is bij iedereen zo die ergens thuis is en niet veel speelt. Voor mijn carrière was het beter om te gaan, maar als mens had ik willen blijven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content