Geslaagde transferzomer van Club: ‘Hoop dat jeugdspelers inzien dat ze een tandje moeten bijzetten’

© belgaimage
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Nakamba, Danjuma, Wesley (en Engels, via wat ommetjes) naar de ene kant van het Kanaal, Simon Mignolet en Percy Tau naar de andere. Vanwaar de grote liefde tussen Club Brugge en de Premier League?

Hein Vanhaezebrouck onderstreepte het vorig weekend een paar keer. De beste ploeg van België de voorbije vijf seizoenen is Club Brugge. Die goeie resultaten mondden uit in een crazy summer op transfervlak, met heel veel bewegingen. Stefano Denwsil trok naar Italië, maar Club deed ook opvallende transacties met Engeland, waar het Simon Mignolet (31) wegplukte bij Liverpool en Percy Tau huurde.

Over de plas

Ook Djenepo en Trossard trokken de plas over, net als Engels, terwijl Wolverhampton Dendoncker definitief overnam en Leicester Tielemans. Vanwaar die plotse drukte? Vincent Mannaert (CEO Club Brugge): ‘Veel is dankzij de Rode Duivels, die er voor het eerst in de geschiedenis allemaal samen voetbalden bij grote clubs en daar uitgroeiden tot sterkhouders. Dat zette het Belgisch voetbal in zijn totaliteit op de kaart. Clubs zeiden er: als we naar Kroatië of Servië of Nederland gaan, kunnen we evengoed eens België doorlichten.’

Bjorn Engels toen hij nog voor Club uitkwam.
Bjorn Engels toen hij nog voor Club uitkwam.© belgaimage

Die ‘nieuwe’ markt bleek interessant. Geen slecht niveau, signaleert Mannaert: ‘Net onder de top vijf, met heel veel strijd en duels. Zij die daarin overeind blijven, of het nu Belgen zijn of buitenlanders, van hen kan worden aangenomen dat ze iets in hun mars hebben. Dat is ook voor een stuk gebleken bij spelers die vertrokken. Meunier, Perisic, Bacca om er een paar te noemen.. En dan is er het verhaal dat België wordt gezien als zeer interessant voor het verder opleiden van talent uit Zuid-Amerika of Afrika.’

Stevige prijszetting

Opvallend is wel: we zijn leverancier van de kleinere ploegen. Niet (meer) de topclubs. Mannaert: ‘Alles staat of valt met talent. Jongens die zich op hun 18e melden, zoals De Bruyne, Courtois of Kompany, zijn er nu niet, tenzij Tielemans, maar die koos voor een andere weg. Topclubs kijken wat over spelers die ouder zijn of wachten geïnteresseerd af hoe ze het elders doen.’

Ook opvallend: de stevige prijszetting. Belgische clubs leggen de lat misschien zo hoog dat alleen de Engelse daarover kunnen. Mannaert: ‘Neen, want uiteindelijk bepaalt de koper de markt. Anderzijds voelen wij ook dat internationaal de tarieven zijn gestegen en als je dan, zoals in het geval van Wesley, met een jonge nummer 9 zit, met een enorm fysiek potentieel die het goed deed in de Champions League, dan kom je tot dat soort bedragen waar je inderdaad wat aan vast moet houden, vanuit de wetenschap dat er weinigen dat kunnen betalen.’

Oriënteren clubs nu hun aankoopbeleid in Engelse richting? Mannaert: ‘Je probeert in eerste instantie een ploeg samen te stellen die kampioen kan worden. Dan kun je CL spelen en kunnen spelers daar tonen dat ze het hoogste niveau aankunnen.

Youth League

Je rekruteert niet vanuit de idee: het moet er eentje zijn voor de Engelse markt. Eerst nationaal succes, want er is altijd een directe link tussen goeie uitgaande transfers en het voorgaande seizoen. Dat houd ik ook altijd voor aan spelers: zet de stap pas nadat je collectief resultaten hebt gehaald, omdat het meespeelt in de denkwijze van clubs uit grotere competities.’

Wesley Moraes.
Wesley Moraes.© belgaimage

Wat Club transfereerde waren niet-Belgen, Engels maakte nog twee tussenstappen. Mannaert: ‘Dat is het grote werkpunt: onze opleiding van de eigen jeugd. We hebben een ongeziene generatie Rode Duivels gehad, maar mogen er niet van uitgaan dat dat zomaar verder gaat. Talent is er voldoende, maar de concurrentie is veel groter geworden. Onze talenten komen in een veel internationalere sportwereld terecht, waar de trainingsintensiteit enorm is gestegen. Overal ter wereld wordt aan goeie opleiding gedaan.

Tijdens wedstrijden in de Youth League zie ik twee werkpunten. Eerst het fysieke vermogen – wij zijn fijn, algemeen, niet alleen tegenover de donkere jongens. En ten tweede dat nijdige, niet opgeven, doorgaan. Intrinsiek talent is hier sterk aanwezig, maar ik mis die andere punten. Die vastberadenheid zie ik nu ook weer bij Percy Tau. Die zegt: ik heb de gouden kans, ik ga slagen, trainen, alles doen. Ik hoop dat onze jongeren inzien dat ze een tandje moeten bijzetten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content