‘Ik had mij moeten laten helpen’: het verhaal van KVK-verdediger Bennard Kumordzi

© BELGAIMAGE
Valerie Van Avermaet
Valerie Van Avermaet Sportjournaliste en ex-judoka

De dood van zijn moeder, zijn zieke dochtertje en zijn dopingschorsing. Bennard Kumordzi dacht sterk in het leven te staan, maar het werd hem allemaal even te veel. Het verhaal van de verdediger van KV Kortrijk.

Donderdagmiddag in het Guldensporenstadion, het vaste persmoment van KV Kortrijk. Samen met ploegmaats Aboubakary Koita en Imoh Ezekiel komt Bennard Kumordzi (34) rustig aangeslenterd. In oktober 2017 testte de Ghanees positief op carboxy-THC, wat wijst op het gebruik van cannabis. Hij had in december vorig jaar de afspraak met de pers gemaakt om het één keer over zijn dopingschorsing te hebben, maar voor Sport/Voetbalmagazine maakt hij een uitzondering. Een uur, anderhalf uur, het maakt hem niet uit. Vooral zijn dankbaarheid naar de club en de coaches valt op. ’s Avonds belt de persverantwoordelijke nog eens in naam van Kumordzi. ‘Hij wou nog laten weten hoeveel hij heeft gehad aan Glen De Boeck (hoofdcoach tijdens zijn schorsing, nvdr). Glen zorgde ervoor dat hij bij zijn terugkomst meteen weer bij de groep hoorde. Dat betekende veel voor Bennard.’ Kumordzi zat vijf maanden schorsing uit.

Je kent een lastig seizoen omdat je door je dopingschorsing de voorbereiding en de eerste elf speeldagen miste. Hoe was dat?

BENNARD KUMORDZI: ‘Op dat moment in mijn carrière was er veel spanning in mijn privéleven. Ik verloor de controle een beetje. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik heb de verantwoordelijkheid voor mijn fouten genomen. Het was mijn eigen schuld. Nu is het voorbij. Ik heb geboet en ik ga door.’

In december zei je tegen de pers dat je zo diep zat dat de gevolgen je niet konden schelen. Waarom had je het zo zwaar?

KUMORDZI: (zucht) ‘Eerst verloor ik mijn moeder en daarna werd mijn dochtertje zwaar ziek. Op een schooldag werd mijn vrouw gebeld met de vraag of ze onze dochter kon komen ophalen. Ze voelde zich niet goed. ’s Nachts begon ze plots bloed over te geven. Zonder twijfelen zijn we naar het ziekenhuis in Leuven gereden. Daar moest ze een week blijven en onderging ze een kleine operatie. Gelukkig ging het daarna beter.’

Kwam het overlijden van je moeder onverwacht?

KUMORDZI: ‘Ja, ik had het niet zien aankomen. Op het einde van vorig seizoen zat ik op het vliegtuig richting Ghana. Toen ik daar landde en mijn gsm opzette, kreeg ik meteen telefoon. Mijn moeder was gestorven een uur voor ik landde. Ik heb haar dus niet meer gezien, ze was nog maar 52. Ik wist niet dat ze ziek was, het plan was om gewoon op vakantie te gaan naar Ghana. Mijn moeder wou ons niet ongerust maken. Ook als ze iets kleins had, zei ze het nooit. Toen ze tegen de rest van de familie had verteld dat ze zich niet goed voelde, was het al te laat. Snel na haar overlijden moest ik terugkeren naar België om het nieuwe seizoen voor te bereiden. Daarna ging ik terug naar Ghana om haar begrafenis bij te wonen. Dat was lastig.’

Bennard Kumordzi is Mehdi Carcela te snel af. 'Als het mogelijk is, zou ik graag nog een jaar bij KV Kortrijk blijven.'
Bennard Kumordzi is Mehdi Carcela te snel af. ‘Als het mogelijk is, zou ik graag nog een jaar bij KV Kortrijk blijven.’© BELGAIMAGE

DOPINGSCHORSING

Een paar maanden later werd je betrapt op cannabis. Vier maanden schorsing was het verdict, maar daar kwamen nog eens zes weken bij, waarom?

KUMORDZI: ‘Er was sprake van miscommunicatie. Het vonnis was in het Nederlands. Ik wist niet dat het verboden was om met de groep te trainen. In het begin van het seizoen trainde ik één week mee, één week maar. Daarna belde het Vlaams dopingtribunaal naar de club om te zeggen dat dat niet mocht. Ik stopte er onmiddellijk mee.’

In totaal dus iets meer dan vijf maanden schorsing, vond je die straf te zwaar?

KUMORDZI: ‘Het dopingtribunaal had de situatie moeten beoordelen volgens de context. Het moet rekening houden met de situatie van de speler. Als ik iets had genomen wat mijn prestatie zou verbeteren, dan kan je een zware straf geven. Maar dat was niet het geval. Wij zijn ook maar gewone mensen, sporters ook ja, maar vooral mensen. Soms moeten ze naar dat menselijke aspect kijken en niet enkel rekening houden met wat er in hun boek geschreven staat of wat de wet zegt. Toen ik positief testte, heb ik veel verhalen gelezen. In Engeland worden sommige spelers niet geschorst omdat daar wel rekening wordt gehouden met de context. Voor die verlenging van zes weken was ik heel boos. Ik had de e-mail met de sancties niet in het Engels gekregen, ik begreep er dus niets van. Toch besliste het tribunaal om mij zes weken langer te straffen. Dat was helemaal niet correct.’

Trainen met het team of met de B-kern en ook oefenduels waren verboden tijdens je schorsing. Je kreeg zelfs geen loon meer van KVK. Hoe ging je daarmee om?

KUMORDZI: ‘De eerste drie maanden trainde ik alleen. Daarna maakte ik gebruik van een persoonlijke trainer. Ik moest alles zelf betalen, maar dat vond ik normaal. Toen ik terugkeerde, was ik echt fit. Het was lastig om alles alleen te doen, maar ik wou mezelf niet schuldig voelen dus bleef ik hard werken. Als ik een wedstrijd speel en ik voel dat ik niet fit ben dan ben ik kwaad op mezelf omdat ik niet harder heb getraind. Die gedachte hielp me mentaal.’

Wat leerde je uit die periode?

KUMORDZI: (denkt na) ‘Dat als er iets is, je om hulp moet vragen. Ik dacht dat ik mentaal sterk genoeg was, maar dit was zelfs voor mij te veel. Ik had mij moeten laten helpen door professionals.’

Heb je getwijfeld of je wel nog zou terugkomen na die schorsing?

KUMORDZI: ‘Nee, zeker niet! Ik stond al eens anderhalf jaar aan de kant toen ik mijn been had gebroken (eind 2014, hij speelde toen nog voor KRC Genk, nvdr). Toen kwam ik ook terug. Dus vijf maanden, dat was niets voor mij.’

De club steunde je volledig, in welke mate hielp dat?

KUMORDZI: ‘Dat was heel belangrijk voor mij. KVK had ook kunnen zeggen: ‘Oké, we willen niet meer met jou samenwerken.’ Dan zou die periode nog harder geweest zijn voor mij. Ik weet niet of ik dan nog een andere club had gevonden.’

Yannis Anastasiou, trainer bij Kortrijk toen je betrapt werd, schreef zelfs een brief voor jou.

KUMORDZI: ‘Dat was zeer emotioneel. Hij stuurde een brief naar het dopingtribunaal om mij te steunen. Hij zei me dat hij voelde dat ik in de periode van de feiten niet meer dezelfde was. Mij focussen lukte niet en ’s nachts kon ik niet slapen. Hij zag dat op training en tijdens de wedstrijden. Dat schreef hij ook in zijn brief, helaas zonder resultaat.’

KVK biedt spelers de hulp aan van mental coaches, maak je daar gebruik van?

KUMORDZI: ‘Nu soms wel, toen niet. Kortrijk is een goede club, maar het is niet hetzelfde als bij KRC Genk bijvoorbeeld. Daar was er budget om elke week een mental coach ter beschikking te hebben. Hier kan dat niet, wat logisch is natuurlijk. In Genk maakte ik er wel gebruik van, maar enkel voor sportgerelateerde dingen. Niet op persoonlijk vlak, dus ik weet niet of het daar anders zou gelopen zijn.’

GEZIN IN GENK

Voor KV Kortrijk speelde je vijf jaar bij Genk. Na je beenbreuk viel je daar uit de ploeg. Verdiende je meer kansen bij Genk toen je terugkeerde?

KUMORDZI: ‘Ja, op een bepaald moment wel, maar de filosofie van de club veranderde. Genk wilde meer jonge spelers en ik was al 32. Dat maakte het extra moeilijk voor mij, maar ik begreep de keuze van de club.’

Woon je nog steeds in Genk?

KUMORDZI: ‘Mijn kinderen gaan er naar school, dus mijn gezin verblijft er nog steeds. Ikzelf heb hier in Kortrijk een appartementje. De meeste dagen van de week spendeer ik hier. Wanneer ik vrij ben, ga ik naar Genk om mijn dochters te zien. Soms zie ik hen één keer per week, soms twee keer. Ik mis hen wel.’

Je contract eindigt in juni.

KUMORDZI: ‘Ik heb nog een optie voor één jaar, maar de club heeft nog niets beslist. Als het mogelijk is, zou ik graag nog een jaar blijven. Volgend jaar ben ik 35 en dan wil ik niet zonder contract zitten. Voor stoppen is het nog te vroeg. Ik voel me nog steeds goed. Als verdediger kan ik nog twee of drie jaar spelen.’

Voor de kinderen in Ghana

Je woont intussen al zeven jaar in België, keer je na je carrière opnieuw naar Ghana?

BENNARD KUMORDZI: ‘Ik ben snel naar Europa getrokken, al op mijn negentiende. Bijna veertien jaar verblijf ik al in Europa. Ik mis Ghana: de mensen, familie, vrienden… Ook de manier van leven, die is er totaal verschillend. Ik wil graag teruggaan om mijn land opnieuw te voelen, maar voorlopig blijft het bij twee à drie vakanties per jaar. Wel zonder mijn kinderen, want zij moeten hier naar school.’

Naar verluidt bezoek je in Ghana vaak een weeshuis. Waarom?

KUMORDZI: ‘Toen ik als jong kind in Ghana woonde, heb ik er veel meegemaakt. Ik wil graag iets doen voor de jonge kinderen die er minder geluk hebben dan ik. Er is een weeshuis dicht bij de plaats waar ik vroeger woonde. Elke maand stuur ik een beetje geld op voor eten. Voor mij is dat geld niets, voor hen betekent het veel. Als ik daarmee kinderen kan helpen, dan maakt mij dat blij. Soms verzamel ik kleren van mensen die ik ken hier op KVK en dan geef ik die aan de kinderen van het weeshuis. Weet je, het leven als jong kind in Ghana is en was moeilijk. Ik was er arm, soms vonden we zelfs geen eten. Ik was blij toen ik het land kon verlaten en naar Europa kon gaan om te voetballen. Het is de droom van elk kind in Afrika. Dankzij God ben ik nu hier, maar ik probeer nog altijd anderen zo veel als ik kan te helpen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content