Jan Van Winckel: ‘Beerschot runnen is constant schaatsen’

© gf
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Dat het net niet de Europe play-off werd, maakte niet zo heel veel verschil op het Kiel. Het eerste seizoen van Beerschot in 1A is geslaagd, vindt bestuurder Jan Van Winckel, de rechterhand van de meerderheidsaandeelhouder van de club. Hij maakt de balans op en schetst het plan voor de toekomst.

Via tekstberichten een afspraak maken voor een interview kan tot misverstanden leiden. Toen Jan Van Winckel instemde met dit gesprek en een paar momenten voorstelde, kozen we er eentje met de vraag: ‘Waar mag de fotograaf langs komen?’

‘Eh. Op dat moment? In de Emiraten?’

Reizen maakt deel uit van zijn leven en de Emiraten is een van zijn uitvalsbasissen. De Arabische groep waarvoor hij werkt heeft projecten wereldwijd, onder meer bij het Indische Kerala United, en ook daar is Van Winckel bij betrokken. Verder zit hij vaak in Zwitserland – de groep heeft er zijn hoofdkwartier – en geregeld in Los Angeles, waar prins Abdullah graag vertoeft. Maar vergis u niet, Van Winckel zit ook heel vaak in België. Gewoon zoals u en ik, rustig thuis. Genietend van een match van Beerschot.

De balans

De balans van het eerste seizoen van Beerschot dat terug is op het hoogste niveau, is positief, klinkt het. Van Winckel: ‘Ik denk dat we een fantastisch jaar achter de rug hebben. Sportief zijn we misschien zelfs iets te snel aan het groeien voor de organisatie die achter het team staat. Daar zijn we bezig aan een inhaalbeweging, op alle niveaus. Een van de problemen was dat we, vind ik, binnen het dagelijkse bestuur misschien té goeie vrienden zijn. De komst van nieuwe mensen zal dat formaliseren. Er zijn nu op elk niveau toppers aan het werk, in het bestuur, bij de jeugd, medisch. Voorzitter Francis Vrancken is bijna dagelijks op de club om dat allemaal in goede banen te leiden. Ik bewonder hoe hij zijn succesvolle bedrijf DCA met Beerschot combineert.’

Ik verwijt Hernán niks, maar dat hij die stap heeft gezet, wétende dat hij Beerschot in de steek én in de problemen liet, dat is wel zo.’

Jan Van Winckel

En zo zitten ze op schema: eerst twee jaar het eerste elftal waarmee ze probeerden – en daar ook in slaagden – te promoveren, daarna aan de slag met de jeugd, waar de ploeg een enorme inhaalbeweging moet maken. ‘Zeven jaar geleden zijn alle goeie spelers vertrokken, Doku en nog anderen. Heel veel jeugdspelertjes komen nu terug, dat doet deugd.’

Dat zal wel zijn tijd vragen; ze zijn vandaag nog ver van de tijd dat 35 procent van de spelers van Beerschot uit de eigen jeugd komt. ‘Ik word daar terecht aan herinnerd, maar een gat van zeven jaar krijg je niet direct dichtgereden. De kleine Dembélétjes, Naingolannetjes en Alderweireldjes zijn nu dertien, veertien jaar, dan weet je dat het nog vijf, zes jaar gaat duren. Dat proberen we in te vullen met bijvoorbeeld David Mukuna-Trouet. Uiteraard geen eigen jeugdproduct, maar we scouten tijdelijk ook binnen de postformatie om die periode te overbruggen.’

Van Winckel als spreker op een seminarie over coaching.
Van Winckel als spreker op een seminarie over coaching.© gf

Lokale verankering is voor de groep waartoe Beerschot behoort belangrijk. Sheffield United heeft zijn eigenheid, Beerschot een andere. Bij Châteauroux, dat eind dit seizoen tot de groep toetreedt, neemt voorzitter Michel Denisot een heel prominente plaats in. ‘Wij hebben geen blauwdruk waarin we al onze clubs hetzelfde organigram opdringen. We kijken: wie zit er, welke goeie assets zijn er en hoe kunnen we dat verbeteren?’

Het project

Op het eerste gezicht is de groep met heel uiteenlopende dingen bezig: Kerala United in India is van scratch opgestart. Beerschot en Sheffield United zijn clubs met een grote fanbase en geschiedenis. Châteauroux pronkt met een sterke jeugdacademie. Opvallend: Sheffield United degradeert – na twee promoties in de voorbije vier jaar – uit de Premier League en ook Chatearoux, dat op het einde van het seizoen wordt overgenomen, zakt in principe.

Op zich is dat niet erg. Wie zakt kan, zoals Beerschot, ook weer promoveren. Van Winckel: ‘We hebben Sheffield United overgenomen in League One, Beerschot in 1B en nu weer Chatearoux in NAT1. We hebben ondertussen een mooie parcours opgebouwd met promoties bij de verschillende clubs. Ook dit jaar promoveert Kerala United en Hilal United is daar dichtbij.’ Opbouw, terug op promotie jagen, dat zijn weerkerende dingen. En het gaat hen ook om opleiden. Van Winckel: ‘De energie, de tijd en het geld die we in Sheffield in de academie stopten, begint eindelijk zijn vruchten af te werpen. We hebben terug spelers in de nationale ploeg van U18 en U21. Bij Châteauroux moeten we dat niet doen, daar loopt de academie goed; we hebben daar twee, drie toptalenten die wellicht miljoenen euro’s waard zijn en rechtstreeks uit de academie komen. Jeugdopleiding is een terugkerend item binnen de hele constellatie.’

Met Bert van Marwijk, die van 2015 tot 2017 bondscoach van Saudi-Arabië was.
Met Bert van Marwijk, die van 2015 tot 2017 bondscoach van Saudi-Arabië was.© gf

Dit is dan ook een totaal ander verhaal dan de City Group, waartoe onder meer Lommel SK behoort. ‘Al onze clubs krijgen de aandacht die ze verdienen, maar staan op zichzelf. Ze moeten ervoor zorgen dat ze met de eigen werking groeien. Wij hebben geen vlaggenschip of moederclub. Het kán dat een voetballer die wordt gescout bij Sheffield eerst voor Beerschot tekent, maar dat is slechts één van de vele synergieën die we zoeken, niet alleen op technisch vlak, ook op sales en marketing.’

Het is nu wel consolidatietijd. Van Winckel: ‘Het is niet de bedoeling om verder te blijven groeien als groep, met steeds meer teams. Een ploeg oppikken en naar je hand zetten, vraagt tijd. Dat zag je bij Beerschot. Volgend seizoen, seizoen drie, is eigenlijk pas het jaar dat we echt de kern hebben die wij hebben samengesteld. Dit is de eerste keer dat ik het gevoel heb dat we stabiliteit vonden en niet meer in een periode zitten waarin we continu problemen moeten oplossen of contracten settelen. We zitten nu in een fase waar we goed op verder kunnen bouwen.’

Dossier 1

Wat moet Beerschot daarvoor allemaal aanpakken? Om te beginnen: het Kiel, door de club aan de stad verkocht toen de ploeg in financiële moeilijkheden zat. Het is een stadsstadion en eigenlijk niet meer geschikt voor het huidige Beerschot. Dat dossier kan twee richtingen uit. Ofwel geeft de stad de club een langdurige lease – langer dan negen jaar, want je kunt geen zeven tot acht miljoen investeren met een kort leasecontract – of er komt iets nieuws. Van Winckel: ‘Met een langdurig contract kunnen we op het Kiel blijven, daar is ook veel mogelijk. Anders moeten ze mee met ons op zoek naar een site die er al is, je hebt op geen enkel vlak nieuwe goedkeuringen nodig.’

Op een persconferentie met Mike Vanhamel en Hernán Losada.
Op een persconferentie met Mike Vanhamel en Hernán Losada.© gf

De club investeerde al in de aanstelling van een Engels bedrijf met ervaring in de bouw van nieuwe stadions. Zij zijn bezig met een haalbaarheidsstudie. Het overleg gebeurt samen met de stadsdiensten, tegen augustus, september kan de knoop worden doorgehakt.

Een nieuw stadion met 20.000 zitplaatsen en uitbouwmogelijkheden heeft veel voordelen. Het Kiel heeft twintig loges, de prijzen zijn verdubbeld, mensen wisten dat ze niet konden komen kijken dit seizoen en toch is er een wachtlijst. Van Winckel: ‘Dat kan alleen bij Beerschot zeker? We hebben hospitalitycijfers waar Sheffield United jaloers op is. De supporters zijn loyaal, kopen veel, de fanbase is groot. Sommige supporters vinden dat we op het Kiel moeten blijven, anderen zijn het beu; zij willen fatsoenlijk worden geholpen en niet wachten op hun pintje. We zijn er dus nog niet uit.’

Een nieuw stadion zal veel meer kosten dan de zeven tot acht miljoen die nu zijn begroot voor renovatie. Dat komt bovenop een nieuw trainingscentrum dat de club ook wil bouwen en vijf tot zes miljoen euro kost. Is dat niet allemaal heel veel in deze tijden? Van Winckel: ‘Zonder trainingscentrum is de kwaliteit van het trainen absoluut niet wat ze moet zijn en wij geloven heel fel in training. Cashflowmatig is dat voor een club als Beerschot moeilijk, we hebben niet zoveel inkomsten, zeker nu niet. Maar als je dat kunt afschrijven over een lange periode is dat niet zo’n zware inspanning. We moeten wel voorzichtig blijven, dat klopt. Beerschot runnen is constant schaatsen, onder de druk die er van de supporters komt, móét komen zelfs. Als er drie, vier keer wordt verloren, móét er een crisis zijn. Anders word je een kabbelploegje. Anderzijds zijn we op dit moment niet klaar om grote stappen te zetten. Ons televisiegeld hebben we bij de promotie moeten afgeven met het mes op de keel ( zie kader), er was covid… Anders hadden we dit seizoen een financieel mooi jaar gehad. Je ziet dat ook aan de gemiddelde kijkcijfers, waarin we hoog scoren. Mensen komen naar een stadion om Raphael Holzhauser te zien voetballen, maar daar hebben we nu niet van kunnen profiteren.’

Bij Olympique Marseille samen met Marcelo 'El loco' Bielsa.
Bij Olympique Marseille samen met Marcelo ‘El loco’ Bielsa.© gf

Holzhauser als vice-Gouden Schoen, was dat een mooie kers op de taart? Van Winckel: ‘Voor mij was Holzhauser dé Gouden Schoen. Ik snap nog steeds niet wie er gestemd heeft voor Lior Refaelov. Goeie speler, daar niet van, maar dit seizoen niet bij de top vijf in België. De enige argumentatie die ik hoorde, was dat hij won op basis van de verschillende seizoenen. De Gouden Schoen is toch geen lifetime achievement award? Dat is een prijs voor de beste van het seizoen en dat was Rapha. ‘

Dossier 2

Wat moet Beerschot nog aanpakken? Het dossier van de trainer ligt ook op tafel.

Na Nieuwjaar ging het sportief minder. Had het vertrek van Hernán Losada richting MLS daar wat mee vandoen? Van Winckel: ‘Dat vertrek was een teleurstelling. Ik probeer waarachtig te staan in het voetbal, zonder te schoppen en iedereen heeft zijn gelijk. Bij Hernán is dat schoppen ook absoluut niet nodig. We zullen vrienden blijven, en ik vind Hernán een toptrainer, maar dit zal toch een jaartje nodig hebben om te koelen. Ik verwijt hem niks, maar dat hij die stap heeft gezegd, wétende dat hij Beerschot in de steek liet, én in de problemen, dat is wel zo. Hij heeft zijn ambitie nagestreefd ten koste van.

‘Eigenlijk had hij moeten blijven en dit rechttrekken, want de vrije val was toen al ingezet. Hij is vertrokken toen we tiende stonden. Ik denk dat Hernán begrijpt dat ik dát niet fijn vond. Hij heeft gevraagd om te praten, maar we zijn geen kinderen meer die een koffie moeten drinken om bij te praten. Dit heeft tijd nodig.’

Rapha is een artiest en dat soort mensen voelt zich goed in Antwerpen, op Beerschot.’

Jan Van Winckel

De terugval noemt Van Winckel ingecalculeerd. ‘We waren vroeg bezig met het oog op de promotiefinale, later waren er die coronagevallen… We hebben tegen Anderlecht gespeeld met zes spelers die minimaal tien dagen niet op het veld hadden gestaan. Wij moesten spelen, anders was het op 3 januari voetballen en dat wilde niemand. Er is toen afgeweken van de protocollen. Normaal moet je 24 uur wachten op de uitslag van een PCR-test, toen kon dat ineens sneller. ’s Morgens getest, ’s avonds resultaten. ‘Hoera, Holzhauser mag spelen!’ Uiteraard had dat nadien zijn weerslag. Daardoor hadden we in januari een ongelooflijke opeenstapeling van matchen. Ik vind dat Will Still dat heel goed heeft gedaan. Hij kreeg onterecht kritiek: een andere manier van voetballen kon niet. Hij heeft met de spelers afgesproken: laat ons nu ‘zetten’. Iets wat Beerschot goed kan, we hebben nu eenmaal goeie ervaren Vlaamse jongens achterin. Jongens die iets kunnen organiseren en voetballen op resultaat.’

Het vertrek van Hernán Losada was een teleurstelling voor Van Winckel.
Het vertrek van Hernán Losada was een teleurstelling voor Van Winckel.© gf

Daarom vindt Van Winckel het ook niet doodjammer dat de ploeg net uit de Europe play-offs viel. ‘Ik wil vooral dat deze jongens rust krijgen. Ismaila Coulibaly heeft een overbelastingsletsel, Musashi Suzuki had het, Tom Pietermaat, Ryan Sanusi… Zij konden soms niet trainen, terwijl ze zaterdag of zondag moesten spelen. Het was op. Ik wil nu vooral een heel goeie zomerrust. Daar heeft de technische staf al veel tijd aan gespendeerd. We gaan goed opbouwen naar volgend jaar toe, om niet in een situatie te komen waarin we de citroen blijven uitpersen. Coulibaly kon doorspelen, maar begin maart hebben we gezegd: stop, de riem eraf.’

De vraag is nu of hij zal blijven bij Beerschot. ‘Er is grote vraag naar Coulibaly, van verschillende clubs, voor ettelijke miljoenen. Iedereen ziet zijn talent. De nieuwe manager van Sheffield United zal er nog zeggenschap in hebben, maar ik denk dat er 80 tot 85 procent kans is dat hij nog bij Beerschot gaat spelen. Hij heeft ook een stem, een persoonlijkheid en een plan, ik zie hem in staat neen te zeggen tegen een mooi contract in pakweg Turkije. Het verschil tussen de Championship en de Jupiler Pro League is niet zo groot meer en zo’n jongen heeft voetbal nodig. Moeten we hem dan laten knokken in de Championship? Ik weet het niet… En Holzhauser? Rapha is een artiest die zich super goed voelt in Beerschot, ik denk dat hij graag wil blijven. Dat hij verlengd heeft, is onwaarschijnlijk, al betalen we fatsoenlijk. Ik denk dat hij ernaar uitkijkt om volgend jaar voor een vol Kiel te voetballen. Rapha is een artiest in de traditie van Lozano en Coppens en dat soort mensen voelt zich goed in Antwerpen, op Beerschot.’

Ten slotte de coach. ‘Bij de overname van Beerschot werden we geconfronteerd met het vertrek van Marc Brys. We hebben toen een staf aangesteld waarmee wat werd gelachen. Die twaalf stafleden. Op dat moment hebben we Hernán bij de beloften gezet en ik heb gezegd: jij wordt ons project Guardiola, zoals bij Barcelona is gedaan. Je gaat drie, vier, vijf jaar werken met de beloften en daarmee promoveren, want die jongens gaan doorsijpelen. Will heb ik overtuigd, maar wel gezegd dat hij nooit hoofdtrainer zou worden; wél zou hij zich kunnen ontwikkelen. Ik zag hem wel als hoofdtrainer, maar wilde dat toen niet laten blijken zodat hij zich volledig in dienst zou stellen van de hoofdcoaches.

Holzhauser kijkt ernaar uit om voor een vol Kiel te voetballen.
Holzhauser kijkt ernaar uit om voor een vol Kiel te voetballen.© gf

‘Eigenlijk is het daarna fantastisch gelopen. Stijn Vreven heeft ons ontzettend geholpen, goeie coach, chique tiep, goeie ervaring. Spijtig genoeg moesten we hem ontslaan. Met Hernán was het iets te snel voorbij. Jammer, maar we wisten hoe ambitieus hij was. Samen met de spelers en het bestuur hebben we de juiste keuze gemaakt om Will te laten overnemen. Met hem hebben we afgesproken dat we ook samen gaan beslissen over de toekomst. Áls Sander Van Praet en ik met een nieuwe coach spreken, zal hij daar bij betrokken worden en bij dat gesprek zijn, om te zien wat het beste is voor iedereen: zijn ontwikkeling en die van Beerschot. En dan gaan we samen een beslissing nemen met de bedoeling hem aan boord te houden. Wij vinden Will een heel goeie trainer.’

De wonden van de Pro League

Het is een jaar dat ze niet snel zullen vergeten, zegt Jan Van Winckel. Ook op voetbalpolitiek vlak. ‘De nietigheid van 1B en 1A programmeren om Club Brugge en ons geld af te troggelen… onder de mat kun je dat niet vegen. Zo lang die wrok blijft, zal het ook stormachtig blijven in de Pro League. Club Brugge en wij zijn een paar miljoen afhandig gemaakt door clubs die het vorig jaar sportief niet hebben waargemaakt en die hebben geprofiteerd van covid. Dat was schandalig, pas als die mensen een stap opzij doen, kunnen we weer kunnen bouwen aan het Belgische voetbal.’

Er zit structureel wat fout binnen het profvoetbal, constateert Van Winckel. ‘De positie van de G5 is zo verankerd – meervoudig stemrecht, tachtig procent van de televisierechten – dat het bijna onmogelijk is om daar bij te raken. Het is een vicieuze cirkel: je krijgt meer televisiegeld op basis van historische resultaten, maar dankzij meer televisiegeld worden je prestaties beter. De kampioen verdient uiteraard het meest, maar op basis van historische cijfers kun je in onze ogen geen geld claimen. Kijkcijfers van 1A zijn voor de Pro League uiterst confidentieel. Waarom? Omdat het niet fijn is dat Beerschot daar mee bovenaan staat. Dat neemt de argumentatie weg waarom je tachtig procent van het geld geeft aan clubs met lagere kijkcijfers.’

Walter Damen zit namens Beerschot in de Pro League. ‘Beerschot neemt een actieve maar constructieve rol op. Wij verdedigen de rechten van álle clubs en niet alleen van de grote. Wij willen dat meervoudig stemrecht weg, een herverdeling van de televisiegelden en weg met die kunstmatige regel op basis van vijf jaar historische prestaties, die ingaat tegen het principe van annual sporting merits. Net daar waar ook de Super League over gevallen is.’

Er liggen van verschillende clubs klachten bij de BMA, de Belgische raad van mededinging. Kan er niet worden gewacht op die toets? ‘Ze kijken daar naar, maar dat duurt even’, aldus Van Winckel. ‘Zoals het nu is, zit je vijf tot tien jaar vast vooraleer Beerschot bij de groep van tachtig procent kan komen. Dat betekent langer dan vijf jaar onverantwoorde schulden maken en dat gaat niet gebeuren. Je had dat afgeven van twee jaar televisiegeld nooit mogen accepteren, zegt men nu, maar als Genk de nietigheid van 1A en 1B agenderen, zit je te onderhandelen met het mes op de keel. Dat is niet fijn en dat leeft hard, bij onze supporters, maar ook binnen de Pro League, waar elke vergadering wel onenigheid is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content