De drie van Antwerp en de schouders van Hoedt: vijf tactische thema’s van het afgelopen weekend

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

In vijf stappen blikken we nog eens terug op wat er het afgelopen weekend op tactisch vlak aan de hand was in de Jupiler Pro League.

Van Bommel behaalt met drieën de vijfde zege 

Voor een Nederlandse coach staat afstappen van de 4-3-3 min of meer gelijk aan het bezoedelen van de nationale eer. Nochtans was de beslissing van Mark van Bommel om in de Ghelamco Arena voor een 3-5-2 te kiezen heel logisch. Het vertrek van Benson en de blessure van Michel-Ange Balikwisha confronteerden de gewezen middenvelder met een probleem dat de gemiddelde ploeg in de Jupiler Pro League – die steeds vaker naar een driemansverdediging grijpt – maar al te goed kent: de afwezigheid van een flankspeler die individueel het verschil kan maken.

De meeste schikken zich naar die beperking. Van Bommel deed dat bijvoorbeeld door vol in te zetten op zijn voornaamste troef : twee aanvallers die vlot de weg naar de netten vinden. 

Michael Frey en Vincent Janssen maakten de beide Antwerpse doelpunten van de namiddag dan wel op stilstaande fases, ze wogen ook op de Gentse verdediging. De Great Old moet zich nog wat aanpassen, want het verstuurde minder voorzetten dan gewoonlijk, en nadat de Zwitserse kleerkast van het veld gegaan was, moest het zijn geweer van schouder veranderen. Antwerp benutte de gelegenheid om aan de overkant van het veld een extra verdediger neer te zetten om het eigen strafschopgebied te vergrendelen en de Buffalo’s maar weinig kansen te geven op de gelijkmaker. Schitteren doet Antwerp niet, maar de Nederlandse coach kent wel de sterke punten van zijn kern.  

Wesley Hoedt en de ruimte 

In het voetbal werd de waarde van een centrale verdediger lange tijd afgemeten aan de breedte van zijn schouders. Het was de tijd van de ‘stoppers’, rijzige verdedigers die vaker hun spieren dan hun voeten lieten spreken. Een tijdperk dat belichaamd werd door John Terry, maar dat ondertussen ten einde lijkt te zijn.

De centrale verdedigers van vandaag zijn even goed in de dieptepass als in het duel, ze anticiperen eerder dan dat ze het duel opzoeken en kijken voortdurend rond om de ruimte af te dekken, waarbij ze vaak de blik van de tegenstander in de gaten houden om te zien naar welke zone die zou kunnen lopen.  

Dat is allemaal niet het soort voetbal van Wesley Hoedt. De Nederlander botst dus op zijn limieten wanneer hij tegenover zich een aanvaller heeft die liever diep gaat dan het duel opzoekt.  Hij is op zijn gemak als hij tegen een targetman speelt die negentig minuten lang met hem in een lijf-aan-lijfgevecht gaat, maar kwam voortdurend in de problemen tegen een Dante Vanzeir, die oog heeft voor ruimte en diepgang, of vorig jaar tegen de dynamische Rabbi Matondo. De grote Nederlander verliest daarbij het verdedigende collectief soms uit het oog en is ook niet de snelste als hij zich moet omdraaien. Zo zou hij dus wel eens de achilleshiel kunnen worden van de paars-witte verdediging. Het was dus heel logisch dat Felice Mazzu hem verving toen Sporting in het Dudenpark op de gelijkmaker ging jagen.  

William Balikwisha zorgt voor een ander Standard 

Lange tijd vonden ze hem te frêle, niet klaar om op te boksen tegen de gespierde middenvelders van de Pro League. Maar in het Guldensporenstadion, dat meer bekendstaat om zijn veldslagen dan zijn geniale invallen, wist William Balikwisha het spel van de Rouches leven in te blazen. Hij deelde zijn rol als aanvallende middenvelder met Selim Amallah, in hun rug liep waakhond Gojko Cimirot.  

Centraal op het veld kon de oudste van de ‘Balik-broers’ zijn hart ophalen. Te midden van het centrale blok van de tegenstander toonde hij al zijn kwaliteiten. Hij probeerde negen dribbels, waarvan er zeven lukten, en haalde in zijn passenspel een slagingspercentage van 88 procent, terwijl hij toch vaak gedurfde passes gaf, vaak naar voren volgens de offensieve ideeën van zijn coach.

Door hun dribbels creëerden Balikwisha en Amallah een numerieke meerderheid in de zones waar dat belangrijk is, waardoor Standard een reeks interessante situaties schiep, die evenwel nog te zelden werden omgezet in een kans. Soms duiken de beste ideeën op waar je ze niet, of niet meer, verwacht. Aron Donnum is daarvan misschien wel het bewijs : vanop zijn linkerflank verstuurde hij in één match meer goeie voorzetten dan in de vijf vorige samen. 

Charleroi versus Skov Olsen 

Andreas Skov Olsen was onhoudbaar op de rechterflank, waar hij van Carl Hoefkens enorm veel vrijheid kreeg om chaos te creëren tussen de vijandelijke linies. Zo vormde hij een grote bedreiging voor Charleroi. Om zijn schijnbewegingen niet te moeten ondergaan zetten de Zebra’s daar een flank tegenover met Joris Kayembe in de driemansverdediging, de onvoorspelbare (soms zelf voor zijn ploegmaats) Jackson Tchatchoua tegen de zijlijn en Isaac Mbenza tussen de linies. Dat trio zorgde ervoor dat Clinton Mata gedwogen werd om veel loopwerk te verrichten in de rug van de Deen, die niet altijd veel zin heeft in meeverdedigen.  

Dat plan leek een succes te worden toen vanop die linkerflank van Charleroi de actie werd opgezet waaruit Ryoto Morioka de openingstreffer kon scoren. Maar dat was gerekend zonder de andere mogelijkheden van Club Brugge om een wedstrijd open te breken. Het kan op andere individuën rekenen wanneer de troeven van zijn linkspoot ingeperkt worden. Hans Vanaken, die rustig en souverein heerste tussen de linies, en een Ferran Jutglà van de grote avonden zorgden ervoor dat blauw-zwart met drie punten op zak uit het Zwarte Land kon vertrekken. Ook al had Skov Olsen daarbij voor één keer niks in de pap te brokkelen.  

Karim Belhocine, een kwestie van profiel? 

Zijn methodes, voortbouwend op de strakke looplijnen van zijn mentor Hein Vanhaezebrouck, vielen in de smaak in de kleedkamer van Anderlecht. Door zijn kwaliteiten om een groep te leiden mocht Charleroi de hogere regionen van het klassement ambiëren. Hij gaf meer vertrouwen aan bepaalde aanvallende profielen in de kern van de Zebra’s, zonder evenwel de solide verdedigende basis te verwaarlozen waar Felice Mazzu had voor gezorgd. Kortom: of het nu gaat om loopacties met de bal of de organisatie bij balverlies, het beste in Karim Belhocine komt naar boven wanneer hij in de voetsporen treedt van een voorganger met vaste ideeën. De Franse Algerijn benadrukte graag dat het degenen die op het veld stonden waren die het spel maakten. Hij is meer iemand die spelers de vrijheid geeft dan een grote tacticus.  

In Kortrijk trof hij helaas een minder goed geknede kern aan. Luka Elsner was er maar kort en kwam zelf na Yves Vanderhaeghe, die er niet om bekendstaat dat hij veel tactische ideeën nalaat aan zijn opvolgers. Op voetbalvlak was er veel werk aan de winkel en de euforie van de start maakte al snel plaats voor een te grote chaos. In het jaar 2022 behaalden de Kerels slechts 10 punten op 60, dat is te weinig om op een goede afloop te mogen hopen. De nieuwe hoofdcoach in het Guldensporenstadion zal dus veel werk hebben om een coherent tactisch plan uit te werken. Zeker met een groep waarin veel nieuwkomers zekerheden leken te zijn maar de laatste tijd meer op gewaagde gokken lijken.  

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content