Ferran Jutglà (Club Brugge): ‘Brandon Mechele is mijn grote voorbeeld’

© INGE KINNET
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Wie Ferran Jutglà zegt, zegt goals. Toch is dat heel lang niet zo geweest. De 23-jarige Spaanse spits heeft heel wat hindernissen moeten overwinnen om te staan waar hij nu staat. Van de schulden van zijn ouders tot de dubbele afwijzing van Espanyol, welkom in het leven van een vechter.

Een Spanjaard die te vroeg is, dat maak je zelden mee. Een kwartier voor het uur van afspraak zit Ferran Jutglà (23) al klaar voor het interview in het basecamp van Club Brugge. Hij praat zoals hij acteert op het veld: geen tierlantijntjes, zonder al te veel omwegen recht op doel af. Je voelt aan alles: dit is een oprechte jongen, een kerel uit één stuk met gezond verstand. Iemand ook die, zowel in het voetbal als in het leven, het klappen van de zweep heeft leren kennen. Clubs lijfspreuk ‘No sweat, no glory’ zit hem dan ook als gegoten, net als ‘bluv’n goan’. ‘Ik heb al vroeg geleerd dat je moet vechten voor wat je wil, ongeacht de omstandigheden. Hoe moeilijk het ook lijkt om iets te bereiken, je kan het als je echt wil.’

Naar het voorbeeld van Cristiano Ronaldo, die vroeger als poster zijn slaapkamermuur sierde. ‘Ook hij heeft veel opofferingen heeft gedaan. Ik vind het ook mooi dat hij zich heeft ontwikkeld op basis van hard werken.’ Maar de nieuwe Cristiano wil hij zichzelf niet noemen, daarvoor staat hij te veel met de voeten op de grond.

Jutglà kwam afgelopen zomer voor vijf miljoen euro over van het grote FC Barcelona, waar hij in een handvol wedstrijden met de A-ploeg de neus aan het venster had gestoken. Een product van La Masía is hij echter niet. Zijn parcours is, op zijn zachtst gezegd, merkwaardig te noemen. Maak kennis met een jonge twintiger uit een klein dorpje in het noorden van Catalonië.

Je bent afkomstig van Sant Julià de Vilatorta. Daar wonen slechts een paar duizend mensen, maar toch is het een populaire trekpleister in de zomer voor Spanjaarden.

Ferran Jutglà: ‘Ja, veel mensen van in en rond Barcelona hebben er een zomerhuis, voor de vakantie of de weekends. Ze komen graag naar daar omdat het er heel rustig is. Er is veel bos en natuur; en ik veronderstel dat de mensen van de stad daar nood aan hebben.’

Ferran Jutglà: ‘Je moet als voetballer gewoon doen waar je goed in bent. Spelers die méér proberen te doen, komen bedrogen uit.’
Ferran Jutglà: ‘Je moet als voetballer gewoon doen waar je goed in bent. Spelers die méér proberen te doen, komen bedrogen uit.’

Hoe waren jouw zomers als kind?

Jutglà: ‘We gingen vaak met familie of vrienden naar de kust. Dat ligt op één uur rijden. We trokken naar plaatsen als Playa de Aro, Calella de Palafrugell, Palamós… (pittoreske dorpjes aan zee, nvdr). We verbleven niet in een huisje, nee, we reden telkens over en weer.’

Ben je ooit op vakantie geweest in het buitenland?

Jutglà: ‘Nee, dat heb ik nooit gekend.’

Je ouders runden vroeger twee bakkerijen. Hoe heb je dat beleefd?

Jutglà: ‘Ik herinner me dat ze ‘s nachts soms om 1 of 2 uur opstonden om eraan te beginnen. Mijn ouders zijn allebei harde werkers.’

Welke andere waarden heb je van hen meegekregen?

Jutglà: ‘De dingen naar waarde schatten. Vechten voor wat je wil. Anderen respecteren. Vriendelijk zijn… Dat is het zo’n beetje.’

Hoe hebben ze hun job gecombineerd met jouw voetbalcarrière?

Jutglà: ‘Als een van de twee me naar de training moest brengen, dan kwam er iemand extra helpen in de winkel. Later reed ik ook vaak mee met ouders van vriendjes.’

Vriendschap

De bankencrisis in 2008 hakte er bij jullie stevig in. Je ouders hadden schulden. Dat had ongetwijfeld zijn weerslag op het gezin?

Jutglà: ‘Ik merkte dat ze dingen voor ons verborgen hielden. Ze gaven ons altijd alles wat we nodig hadden, maar als we eens iets extra’s vroegen, kregen we het niet. Het water stond hen aan de lippen om het huis af te betalen, maar gelukkig kwamen we nooit eten tekort.’

Lees verder onder de hoogtepunten van Ferran Jutglà bij Club Brugge. (Beelden: Eleven Sports)

Was je niet jaloers op vrienden die wél dat extraatje kregen?

Jutglà: ‘Nee, ik heb die situatie meteen aanvaard.’

Wat doen je ouders nu?

Jutglà: ‘Mijn vader werkt in een fabriek die zijn producten verdeelt naar bakkerijen. En mijn moeder werkt in een supermarkt. Zij houdt helemaal niet van voetbal, ze volgt alleen mij. Mijn vader kijkt weleens naar matchen, maar toch ook vooral naar de ploegen waar ik actief ben.’

Heb je een kritische papa?

Jutglà: ‘Nee, na de wedstrijden praten we wel en geeft hij altijd zijn mening, maar hij moeit zich voor de rest niet. Mijn ouders hebben me altijd met veel respect behandeld.’

Je hebt twee broers, eentje van 25 en eentje van 20. Ook voetballers?

Jutglà: ‘Nee, de oudste is veeboer. En de andere studeert economie aan de universiteit.’

En je vrienden van Sant Julià de Vilatorta?

Ik ben Barcelona veel verschuldigd. Dankzij hen sta ik waar ik nu sta.’

Ferran Jutglà

Jutglà: ‘Die hebben allemaal een job. Mijn beste vriend Joel Arumí voetbalt wel, bij Atlético Madrid B (het tweede elftal van Atlético dat uitkomt in de Spaanse vierde klasse, nvdr).’

Vriendschap in het voetbal, is dat mogelijk volgens jou?

Jutglà: ‘Ja, hoor. Je moet alleen goed kiezen. Bij elke club waar ik gezeten heb, ontmoette ik wel iemand die ik volledig kon vertrouwen of met wie ik het goed kon vinden. Maar mensen met wie ik over méér dan voetbal kon praten? Weinig, heel weinig.’

Heb je bij Club Brugge al iemand die je volledig kan vertrouwen?

Jutglà: ‘Met Balanta praat ik veel, maar eigenlijk kom ik met iedereen overeen. Ze hebben me goed verwelkomd.’

Aan de deur gezet

Wilde je als kind al voetballer worden?

Jutglà: (meteen) ‘Ja, dat was voor mij al snel duidelijk. En op een gegeven moment heb ik dan ook beslist om er vol voor te gaan.’

Toch is dat niet altijd evident geweest…

Jutglà: ‘Ik kreeg vaak te horen dat ik niet goed genoeg was. Redenen gaven ze me niet, dat gebeurt niet in het voetbal. Ze gooien je gewoon buiten, en dikwijls op een slechte manier. Dat heeft mijn karakter gevormd.’

Espanyol is zo’n club waar je op slechte voet vertrokken bent…

Jutglà: ‘Ja, ze hebben me daar twee keer aan de deur gezet (in 2015 en in 2021, nvdr). Maar zij waren niet de enigen: ook Valencia en CF Damm hadden het niet in mij gezien.’

Als je zo vaak buitengegooid wordt, vraag je je dan niet af: wat ga ik nu doen?

Jutglà: ‘Ja, zeker. Er zijn momenten geweest dat ik overwoog om te stoppen met voetballen. Toen ik op mijn zestiende voor de eerste keer bij Espanyol aan de deur gezet werd, wist ik niet meer goed wat ik met mijn leven ging doen. Ik ben me toen meer op mijn studies gaan focussen en ik trainde nog maar twee keer in de week bij UE Vic (een ploeg uit de zesde klasse in Spanje, nvdr). Dat was een moment dat ik twijfelde om door te gaan met voetballen. Maar ik bleef toch spelen en uiteindelijk kreeg ik terug meer zelfvertrouwen. Het seizoen erop kreeg ik dan weer ergens anders een kans.’

Het gebaar dat Ferran Jutglà maakt na het maken van een doelpunt, heeft hij zelf bedacht.
Het gebaar dat Ferran Jutglà maakt na het maken van een doelpunt, heeft hij zelf bedacht. © ATV

En kijk waar je nu staat…

Jutglà: ‘Ja, daar ben ik heel trots op. En ik wil meer.’

Het is toch verrassend dat een aanvaller die vorig seizoen met Barça B topschutter werd in de Spaanse derde klasse, en die het een aantal wedstrijden ook uitstekend deed bij de A-ploeg, bij zoveel andere clubs bij het huisvuil werd gezet?

Jutglà: ‘Ja, maar vroeger stond ik niet in de spits en speelde ik eerder als winger. Nu kan ik mijn talent pas ten volle laten zien op een positie die me beter ligt.’

Welke trainer heeft dan voor het eerst een spits in je gezien?

Jutglà: ‘ Xavi.’

Hoe ging dat?

Jutglà: ‘Door omstandigheden. Toen ik vorig seizoen bij Barça zat, hadden ze op een gegeven moment geen spitsen (Memphis Depay was geblesseerd en Xavi had geen hoge pet op van Luuk de Jong, nvdr). Ik speelde toen als winger, maar voor de punt was er geen enkele andere speler beschikbaar. Er zat iemand in de technische staf die me kende van mijn twee seizoenen bij Sant Andreu en die voorstelde om mij als spits uit te proberen. Dat ging goed. Toen ik later weer afzakte naar Barça B (tijdens de wintermercato haalde Barça Pierre-Emerick Aubameyang, nvdr), ben ik op die positie blijven staan.’

Hoe ben je van Espanyol bij Barcelona beland?

Jutglà: ‘Toen mijn contract bij Espanyol afgelopen was, zegden ze me dat ze geen toekomst in mij zagen. Via mijn makelaars is daarna Barça op de proppen gekomen. En die kans konden we natuurlijk niet laten liggen.’

Dus een speler die afgewezen wordt bij het ‘kleine’ Espanyol wordt opgepikt bij het grote Barcelona?

Jutglà: ‘Ja, dat is vreemd. Iedereen mag daar zijn mening over hebben, maar op dat moment zag Barça iets in mij. Ze gaven me een kans en die heb ik gegrepen.’

Ferran Jutglà: ‘Ik heb al vroeg geleerd dat je moet vechten voor wat je wil, ongeacht de omstandigheden.’
Ferran Jutglà: ‘Ik heb al vroeg geleerd dat je moet vechten voor wat je wil, ongeacht de omstandigheden.’
Onbeantwoorde sms’jes

Hoe was het om een kleedkamer binnen te wandelen waar monumenten als Xavi, Sergio Busquets en Gerard Piqué de plak zwaaien?

Jutglà: ‘In het begin was ik een beetje verlegen, omdat je daar plots zit met al die sterren die je alleen maar op tv zag en die zoveel gewonnen hebben. Maar naarmate je meer en meer met hen traint, zie je dat het ook maar gewone mensen zijn. En sommigen praten zelfs met je.’

Wie?

Jutglà: ‘Vooral Busquets en Pedri. ’

En Xavi?

Jutglà: ‘Nee, niet speciaal. Wel toen ik voor de eerste keer in de basis stond. Dat ik me geen zorgen moest maken, dat alles goed zou gaan, dat ze vertrouwen in me hadden. Ik moest dus niet zenuwachtig zijn, want ik moest niks bewijzen.’

Het feit dat je plots in die ploeg stond, met spelers die de erfgenamen zijn van het voetbal van Guardiola, dat moet toch een fantastisch gevoel zijn?

Er zijn momenten geweest dat ik overwoog om te stoppen met voetballen.’

Ferran Jutglà

Jutglà: ‘Ja, dat was spectaculair voetbal en dat zijn mooie herinneringen. Maar daar leef ik niet van.’

Van wat dan wel?

Jutglà: ‘Van het nu, van Club Brugge.’

Maar je denkt al aan de toekomst?

Jutglà: ‘Nee, alleen aan het nu. Als ik verder vooruit kijk, zou ik me verliezen in dingen die geen zin hebben. En wat eten op tafel brengt, is het nu.’

Heb je nog contact met de spelers van Barça?

Jutglà: ‘Met een paar van hen wel. We sturen elkaar soms nog berichtjes, maar zeker niet elke dag.’

Als je een doelpunt maakt in de Champions League, stromen de sms’jes waarschijnlijk binnen?

Jutglà: ‘Ja, maar ik laat er veel onbeantwoord. Je kan ook niet de hele tijd met je telefoon bezig zijn. Op die van mijn familie en vrienden reageer ik, en pas als ik tijd en zin heb, bekijk ik de andere ook.’

Killer

Heb je tijdens dat éne seizoen bij FC Barcelona iets specifieks geleerd?

Jutglà: ‘Ja. Als je ergens heel goed in bent, moet je daarnaast niet veel méér willen doen. Doe gewoon waar je goed in bent. Voetballers die méér proberen te doen, komen bedrogen uit. Het is beter om één iets goed te doen dan vijftien dingen slecht. Dat heb ik geleerd.’

Met Hans Vanaken bij Club Brugge. ‘Vooral met Balanta praat ik veel, maar eigenlijk kom ik met iedereen goed overeen.’
Met Hans Vanaken bij Club Brugge. ‘Vooral met Balanta praat ik veel, maar eigenlijk kom ik met iedereen goed overeen.’ © belga

En waar ben jij goed in, volgens jezelf?

Jutglà: ‘Hard werken, professioneel en gedisciplineerd zijn. Me vrijlopen, het spel begrijpen, combinaties met mijn ploegmaats aangaan… Die dingen.’

Je hebt ook een neus voor doelpunten, maar dat heb je dus pas vorig seizoen bij Barça gemerkt?

Jutglà: ‘Ja, daar hebben ze de ideale context gecreëerd waarin ik kon renderen. Elke positie heeft andere vereisten. En als je in de punt staat, sta je ook dichter bij het doel.’

Ben je verrast door het feit dat je zo gemakkelijk scoort? Of wist je al dat je dat kon?

Jutglà: ‘Ik probeer gewoon elke keer zo goed mogelijk op doel te schieten. Veel denk ik daar niet bij na. Als ik een goal kan maken, eis ik van mezelf dat ik ‘m maak. Dat is niet omdat ik veel wil scoren maar omdat ik de ploeg wil helpen.’

Het feit dat je niet te veel nadenkt voor doel, is wel typisch voor een echte goalgetter.

Jutglà: ‘Ja, op het veld ben ik een killer. Het maakt dan niet tegen wie ik speel.’

Beter renderen

Je bent een heel nuchter iemand. Is dat ook te danken aan je familie en je vrienden?

Jutglà: ‘Ja, zij helpen me om de voeten op de grond te houden. Daarnaast heb ik nog andere vertrouwenspersonen die voor me werken en die me op het juiste pad houden.’

Je makelaars?

Jutglà: ‘Ja, en ik heb ook een especialista en rendimiento (een specialist in rendement, nvdr). Die helpt me om me te blijven focussen, om om te gaan met alles wat er op me afkomt en om de wedstrijden voor te bereiden.’

Kortom: een psycholoog.

Jutglà: ‘Hij heeft niet graag dat ze hem zo noemen. Alles wat er gebeurt, probeert hij om te zetten in rendement. Hij bereidt je mentaal voor op trainingen en wedstrijden. Hoe wil je trainen? Hoe wil je matchen spelen? Hoe wil je je verhouden tot je ploegmaats? Tot je trainer? Tot de club? Hij zorgt ervoor dat het rendement van dat alles goed is.’

Werkt hij ook voor het makelaarsbureau waarbij je aangesloten bent?

Jutglà: ‘Nee, hij is een externe persoon die ik ken via een vriend. Ik werk nu sinds een jaar met hem. Hij is hier ook al op bezoek geweest, maar hij woont in Spanje. We praten elke dag met elkaar.’

Is Carl Hoefkens een trainer die jou beter maakt?

Jutglà: ‘Ja, hij staat dicht bij de spelers. Hij zegt dat hij veel vertrouwen heeft in mij en dat hij heel blij is dat ik bij de groep zit.’

Ferran Jutglà: ‘Xavi was de eerste trainer die me in de spits zette.’
Ferran Jutglà: ‘Xavi was de eerste trainer die me in de spits zette.’

Doe je nog andere dingen om een betere voetballer te worden? Volg je bijvoorbeeld een bepaald dieet?

Jutglà: ‘Nee, niet echt, maar mijn vriendin en ik eten wel gezond. We koken ‘s avonds altijd samen.’

Van Romelu Lukaku is geweten dat hij zijn eigen wedstrijden analyseert en ook die van andere topspitsen bekijkt om te zien hoe hij zichzelf kan verbeteren. Doe jij dat ook?

Jutglà: ‘Natuurlijk. Ik analyseer vooral de verdedigers tegen wie ik ga spelen. Welke zwakke punten hebben ze? Ik bekijk ook hoe andere aanvallers bewegen en hoe ze op doel schieten.’

Welke aanvallers?

Jutglà: ‘Ik ben een fan van Luis Suárez, hoewel die nu in Uruguay voetbalt. En van Karim Benzema. ‘

Leer je ook iets van de ervaren spelers van Club Brugge: Mignolet, Vanaken…?

Jutglà: ‘Ik kijk vooral naar Brandon (Mechele, nvdr). Hij is een professional van top tot teen. Iedereen zou hem als spiegel moeten nemen, hij is mijn grote voorbeeld.’

Terug naar Barça?

Zijn er van de huidige selectie van Club Brugge spelers van wie je denkt: die kunnen ook mee bij FC Barcelona?

Jutglà: ‘Daar beslis ik niet over, dat is de taak van de trainer en de sportief directeur van Barça. Ik denk dat ze hier allemaal een hoog niveau hebben, maar bij Barça spelen alleen de allerbesten.’

Slim antwoord. In een afscheidsbrief liet je na vorig seizoen wel weten dat je zelf ooit wil terugkeren naar Barça…

Jutglà: ‘Nee, ik bekijk het van dag tot dag. Het verleden is het verleden. Ik ben Barça wel veel verschuldigd, want dankzij die club sta ik waar ik nu sta.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content