Rondvraag Belgische profclubs: nooit zoveel geld geïnvesteerd in eigen jeugd

© Belga Image
Bart Aerts Hoofdredacteur Sport/Voetbalmagazine
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Belgische profclubs hebben nog nooit zoveel geïnvesteerd in zelf opgeleide jeugd als vandaag. Dat blijkt uit een bevraging van Sport/Voetbalmagazine bij de 18 clubs uit de Jupiler Pro League en de 12 clubs/ploegen uit de Challenger Pro League. Ook opvallend: clubs laten de eigen talenten steeds sneller en vaker meespelen in de A-ploeg.

Lees hier meer over het Dossier Eigen Kweek van Sport/Voetbalmagazine.

Met Bilal El Khannouss (18), Anass Zaroury (22) en Ilias Chair (25) kwamen er in de troostfinale van het WK tussen Marokko en Kroatië drie spelers in actie die hun opleiding genoten of genieten in België. Chair, geboren in Antwerpen, voetbalde in zijn jeugdjaren bij Club Brugge en Lierse, maar kon in België nooit doorbreken. Sinds 2017 komt hij uit voor Queens Park Rangers. Zaroury, die het levenslicht zag in Mechelen, werd opgeleid bij KV Mechelen en Zulte Waregem. Vorig seizoen brak hij door bij Charleroi en versierde een transfer naar Burnley. El Khannouss werd opgeleid bij Anderlecht en zit sinds 2019 bij KRC Genk.

Jonge talenten als El Khannouss en Zaroury tonen aan dat het voor een jonge Belg wel degelijk mogelijk is om in eigen land in de spotlights te treden. Waar nog niet zo lang geleden Belgische wonderboys al op heel jonge leeftijd naar buitenlandse clubs gelokt werden, nog voor ze in de Jupiler Pro League naam gemaakt hadden, lijkt dat nu minder het geval te zijn. Zou het kunnen dat dat komt omdat er bij Belgische 1A- en 1B-clubs meer oog is voor de talenten uit de eigen achtertuin? Sport/Voetbalmagazine trok op onderzoek uit en kwam tot de volgende opvallende conclusies.

1. Nog nooit zoveel centen voor de jeugd

Heel wat clubs kiezen ervoor om niet te communiceren over het exacte bedrag dat naar hun jeugdwerking gaat, maar de clubs uit 1A die dat wél doen werken dit seizoen met een budget tussen 750.000 en 8 miljoen euro. ‘Die schroom over centen is typisch Belgisch’, zegt Dennis Henderickx, sports manager van de Pro League. ‘Ook onderling vergelijken blijft taboe. Terwijl de clubs zich toch niet moeten schamen over de cijfers.’

Bij zowat alle clubs in de Jupiler Pro League is het jeugdbudget nu een veelvoud van wat het in het seizoen 2012/13 was. Bijvoorbeeld bij KAA Gent en KRC Genk ligt het budget drie keer hoger dan tien jaar geleden, bij Club Brugge vier keer hoger, bij OH Leuven zes keer, bij Antwerp zeven keer en bij STVV ‘zeven tot tien keer’.

‘Terwijl de Belgische clubs wettelijk verplicht waren om tijdens het seizoen 2020/21 samen minstens 27,5 miljoen euro te investeren, hebben ze dat bedrag bijna verdubbeld tot een totaalbudget voor jeugdwerking van 50,1 miljoen euro’, zegt Henderickx. Het zijn de meest recente cijfers uit een onderzoeksrapport van juli 2022. Henderickx is sinds enkele weken aan de slag bij de Pro League en was jaar en dag actief bij KV Mechelen. ‘Ik heb het daar ook gezien, net als bij de meeste andere profclubs: de jeugdwerking is steeds belangrijker geworden omdat de clubs het verdienmodel erachter willen ontwikkelen. Maar dat is niet de enige reden voor de forse toename van de budgetten. Op steeds jongere leeftijd is de aanpak alsmaar professioneler en dat kost natuurlijk geld.’

© REUTERS

Wat zeker ook een invloed heeft gehad, zijn de nieuwe voorwaarden voor de licentie jeugdvoetbal. ‘Het investeringsmodel van de clubs bepaalt op welk niveau je met de jeugdclubs kunt spelen’, zegt Henderickx. ‘Dat heeft een grote impuls gegeven. Maar niet alles is in centen te vatten. Ook de knowhow is uiterst belangrijk.’

De clubs uit de Challenger Pro League werken logischerwijze met lagere budgetten. Ook hier niet veel transparantie, alleen RWDM (650.000 euro) en Lommel SK (500.000 euro) gaven hun cijfers prijs. Virton spendeert exact nul euro aan de jeugd aangezien er daar alleen maar een eerste en tweede elftal zijn.

2. Goede omkadering

Bij de opleiding van de Belgische jeugd komt heel wat kijken. Het is niet alleen een kwestie van gediplomeerde trainers, maar ook van ander begeleidend personeel: teamafgevaardigden, mental coaches, kinesisten, dokters, chauffeurs… Daarbovenop zijn er ook vaak coördinatoren, videoanalisten, scouts en administratief personeel in dienst van de jeugdwerking.

In 2021 hadden de 26 Belgische profclubs in totaal 795 mensen in dienst die uitsluitend voor de jeugdacademies werken. De grootste groepen waren toegewijd personeel voor jeugdteams (35%), technische staf (26%) en medisch personeel (12%). Een deel van hen is voltijds in dienst en een deel parttime.

© belga

Maar daarnaast zijn er ook heel wat vrijwilligers en losse medewerkers. Bij sommige clubs, onder meer bij OH Leuven en KRC Genk, zijn er op die manier meer dan 200 mensen die zich inzetten voor de jeugd. Doorgaans werken er bij een eersteklasseclub tussen de 50 en de 200 mensen in de omkadering van de jeugd, in 1B schommelt dat tussen de 40 en de 100. Enige uitzonderingen zijn Virton, dat geen jeugdelftallen heeft, en Union, dat onze vragen ‘niet relevant vond omdat de jeugdacademie van de club sinds enkele jaren in volle groei is en er elk seizoen gerichte investeringen zijn om stappen vooruit te zetten’.

3. Steeds meer jeugdproducten in A-kern

Bij de 30 ploegen uit 1A (18) en 1B (12) zitten gemiddeld 4,2 jeugdproducten (Belgen of voetbal-Belgen) in de A-kern.

Zoals u kunt zien in de grafiek, spant Anderlecht de kroon met 16 spelers uit eigen kweek. Ook bij KRC Genk (12), Club Brugge (12) en Standard (9) zijn de zelf opgeleide (voetbal-)Belgen sterk vertegenwoordigd in de A-kern. Aan het andere eind van het spectrum bevinden zich Union en RWDM, die hun jeugdopleiding nog volop aan het uitbouwen zijn, en Virton.

‘Vroeger was de afstand tussen de jeugdploegen en de eerste ploeg enorm’, zegt Dennis Henderickx van de Pro League. ‘Het waren aparte werelden. Jeugdspelers werden gedropt en moesten zich heel snel aanpassen. Nu verloopt het allemaal veel geleidelijker en kunnen ze gemakkelijker de stap zetten.’

Tijdens het seizoen 2020/21 hebben in totaal 294 jonge Belgische spelers (onder de 23 jaar) een voltijds of deeltijds contract gekregen van hun club. Een stijging met 7 procent ten opzichte van het vorige seizoen (bron: Deloitte impactstudie, juli 2022). In totaal speelden die jeugdspelers 90.331 minuten, een toename met liefst 21 procent ten opzichte van een seizoen eerder. Belangrijke nuance: dat seizoen werd vroegtijdig stopgezet wegens de covidpandemie.

Hoofdcoaches zijn natuurlijk aangesteld om resultaat te halen. Durven ze dan wel jeugdspelers een kans te geven? Dit seizoen valt het op dat spelers zoals Arthur Vermeeren (Antwerp), Abakar Sylla (Club Brugge) en Julien Duranville (Anderlecht) vlot en met vertrouwen in de basis gedropt worden. ‘Clubs praten met nieuwe coaches over hun project en visie’, zegt Henderickx. ‘Ze krijgen te horen dat ze moeten inzetten op eigen jeugd. Dat is een complete mentaliteitswijziging.’

4. Torenhoge ambities

Sport/Voetbalmagazine vroeg ook aan alle clubs hoeveel jeugdproducten (Belgen en voetbal-Belgen) ze in het seizoen 2027/28, over vijf jaar dus, in de A-kern willen hebben.

Een aantal clubs hebben daarover een zeer welomlijnd idee. KRC Genk wil dat tegen dan maar liefst de helft van de A-kern jeugdproducten zijn en voegt daaraan toe dat de ultieme doelstelling is dat vijftig procent ook aan de aftrap komt. ‘Ze hebben in het verleden al bewezen dat het kan’, zegt Henderickx. ‘Het is goed dat ze zulke doelen durven te stellen. Of ze die halen hangt natuurlijk af van het talent dat er is.’ OH Leuven wil over vijf jaar zes zelf opgeleide spelers in de A-kern, die bovendien ook nog eens alle zes vijftig procent van de competitiewedstrijden in de Jupiler Pro League spelen. Anderlecht heeft als doelstelling ‘tussen de 40 en de 60 procent jeugdspelers in de A-kern’.

Bij Standard en STVV klinkt het unisono dat ze ‘zoveel mogelijk jeugdproducten’ in de A-kern willen hebben. Charleroi, dat er nu zes heeft, wil er elk seizoen ‘een à twee’ bij doen. Cercle Brugge wil drie eigen opgeleide spelers in de startelf, wat ook vandaag al de betrachting is. Ook KAA Gent (30 procent van de A-kern), KV Mechelen, Seraing en Lierse (10 spelers uit eigen kweek) leggen de lat hoog. Voor de andere ploegen: zie kader onderaan.

Kortom, in 1A en 1B bestaat duidelijk de ambitie om tegen 2027/28 meer zelf opgeleide spelers in de A-kern op te nemen.

© Belga

Ambitie voor 2027/28: aantal jeugdproducten in de A-kern

KV Mechelen

10

Lierse

10

Seraing

10

KAS Eupen

7

KMSK Deinze

6 à 8

OH Leuven

6, die 50 procent van de competitiewedstrijden spelen

Westerlo

minstens 5

Beerschot

minstens 5

SK Beveren

5

RWDM

5

Cercle Brugge

3 in de basiself

KRC Genk

50 procent

Anderlecht

40 à 60 procent

Antwerp

33 procent

FCV Dender

33 procent

KV Oostende

33 procent

KAA Gent

30 procent

Zulte Waregem

minstens 25 procent

Standard

zoveel mogelijk

STVV

zoveel mogelijk

Lommel

blijft inzetten op eigen jeugd

Charleroi

plus 1 à 2 spelers per seizoen

KV Kortrijk

geen concrete doelstelling

Virton

geen visie hieromtrent

Club Brugge & Union

gaven hierop geen antwoord

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content