Consumenten in plaats van supporters: hoe Amerikanen het Belgisch voetbal willen veranderen

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Amerikaanse investeerders en bedrijven nemen steeds meer Belgische clubs over. Sport/Voetbalmagazine ging op zoek naar hun beweegredenen en wat ze hier willen komen doen? Onder meer het klassieke idee van de supporter moet op de schop, vinden ze.

‘De Amerikanen bekijken ons een beetje als neanderthalers’, grijnst Jesse De Preter, de advocaat die in België de belangen van Roberto Martínez behartigt. ‘Voor hen is de Europese markt een enorm onontgonnen terrein, omdat de handelspolitiek in Europa compleet verschilt van de sportieve franchises in de Verenigde Staten.’ Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan is een wedstrijd een evenement dat begint voor het eerste fluitsignaal en nog voortduurt na het laatste. Een makelaar die geregeld op bezoek gaat bij een van zijn cliënten die bij een club uit de MLS speelt, vat het zo samen: ‘Op het veld is het niveau niet altijd even hoog als in de Belgische eerste klasse, maar wat alles eromheen betreft, staat het op gelijke hoogte met de Champions League.’

Zo wordt er verteld dat de werken aan het stadion van Mallorca, in gang gezet door eigenaar Robert Sarver (die ook de baas is van de basketfranchise Phoenix Suns) voorzien in een bredere ruimte tussen de rijen zitjes, zodat de supporters gemakkelijker naar de drank- en eetstandjes kunnen gaan zonder hun buren daarbij te erg te hinderen. Zijn inspiratie komt rechtstreeks uit de States, waar er op het domein van de clubs winkels, restaurants en andere zaken staan die ervoor moeten zorgen dat gezinnen geneigd zijn om een hele dag in en rond het stadion door te brengen. En – uiteraard – daar zoveel mogelijk te consumeren.

De Amerikanen bekijken ons een beetje als neanderthalers. Voor hen is de Europese markt een enorm onontgonnen terrein.’

Jesse De Preter

‘Het maakt een groot verschil of je eigenaar bent van de infrastructuur of niet’, legt Juan Arcuniegas uit in La Dernière Heure. ‘Je kunt dan immers de ervaring van de supporters en de commerciële partners verbeteren.’ De financiële logica die met een stadion verbonden is, is nooit veraf voor de Amerikaanse eigenaars, die vaak met de ogen knipperen wanneer ze ontdekken dat de meeste stadions slechts om de veertien dagen gedurende anderhalf uur worden gebruikt, terwijl zij eraan gewend zijn dat die 365 dagen per jaar worden benut.

‘In de Verenigde Staten is de gemiddelde stadionbezoeker een consument, terwijl die in Europa een supporter is’, legt Antoine Gobin uit. Hij kreeg de Amerikaanse cultuur met de paplepel binnen, maar is zich er wel van bewust dat het klakkeloos overzetten van het Amerikaanse model naar de Europese voetbalwereld vaak een valkuil is. Ook al profiteerden ze op de Freethiel van het verblijf in de Challenger Pro League om de consumptiemogelijkheden van de fans te verbeteren – er werd onder meer een zelfbedieningssysteem uitgetest om wachtrijen te vermijden – de algemene richtlijn blijft toch: respect voor de plaatselijke cultuur. ‘Al te vaak denken de Amerikanen dat hetgeen bij hen werkt ook in Europa wel zal werken, maar dat is niet zo.’

Lees de volledige reportage deze maand in Sport/Voetbalmagazine of in onze Plus-zone.

https://sportmagazine.knack.be/magazine/van-de-anderlechtchouchou-tot-de-hemelbestorming-van-antwerp-wat-leest-u-in-de-nieuwe-sport-voetbalmagazine/

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content