Zeven ex-spelers over de jeugd van Anderlecht: ‘Neerpede heeft van mij een andere voetballer gemaakt’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Neerpede blijft aan de lopende band jonge talenten produceren. Hoe hebben illustere voorgangers van Zeno Debast, Julien Duranville, Mario Stroeykens en Noah Sadiki hun periode in de jeugdopleiding van Anderlecht beleefd? En waarom heeft Neerpede zo’n grote weerklank in België en ver daarbuiten?

Olivier Deschacht

• Gestopt met voetballen in 2021

• Jaren op Neerpede: 1997-2001

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 603

Olivier Deschacht kwam pas op zijn zestiende op de radar van de Brusselaars en kreeg zijn transfer te pakken na een geslaagde test waarin zijn maatje Davy De Beule een onvoldoende kreeg. ‘Ik had een superdag. Dat moest wel om op te vallen tussen al die jeugdinternationals en spelers van Afrikaanse origine die sterk en stevig gebouwd waren. Na een paar dagen kende ik de vuistregel voor de wedstrijden uit het hoofd: voetballen, voetballen en voetballen. In de omgang waren mijn trainers Manu Ferrera en Daniël De Temmerman aangename mensen, maar ze waren doordrongen van de Anderlechtcultuur waar winnen de norm was. De drie punten pakken met 1-0 of 2-0 was niet genoeg. Ze waren pas tevreden als het 5-0 stond.’

Voordien bij Lokeren voetbalde Deschacht voor de fun, tussen vrienden. Op Anderlecht was de sfeer minder gemoedelijk. ‘Ik speelde met jongens van wie gezegd werd: dat is een speler voor de eerste ploeg, die kan carrière maken in het buitenland en die zal ooit bij de Rode Duivels terechtkomen. De concurrentie was er zo groot dat het moeilijk was om vriendschappen op te bouwen. Het was ieder voor zich. Bij Anderlecht heb ik voor het eerst beseft dat voetbal de meest individualistische sport is die er bestaat. De een zijn dood is de ander zijn brood. Pas toen ik onder Frankie Vercauteren bij de reserven speelde, kwam ik in beeld voor een overstap naar de A-kern. Hij zette mij op de linksback omdat ik volgens hem niet explosief genoeg was om voorin te spelen. De rest is geschiedenis. De twintig andere beloften hadden meer talent dan ik en waren in shock toen ik doorbrak in eerste klasse.’

Mark De Man

• Gestopt met voetballen in 2015

• Jaren op Neerpede: 1998-2002

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 112

Elk jaar stond Anderlecht bij de ouders van Mark De Man op de stoep om hem naar Neerpede te halen, maar door de afstand kwam het nooit tot een transfer. Tot Anderlecht met een niet te weigeren voorstel op de proppen kwam: elke dag zou zoonlief opgehaald en weer thuis afgezet worden door een privéchauffeur. Zelfs een dubbele open beenbreuk kon Anderlecht niet meer op andere gedachten brengen. ‘De stap van Oud-Heverlee naar Anderlecht was enorm’, weet hij nog. ‘Geloof me: Neerpede kon soms een meedogenloze plek zijn. Elke training en elke wedstrijd moest je opnieuw bewijzen dat je de beste was. Voldeed je niet, dan gingen ze een andere speler halen. Er was geen plaats voor sentiment. Het was dus een kwestie van in jezelf te blijven geloven. Het mentale aspect was misschien belangrijker dan het voetbal zelf. Bij de U16 had iedereen een contract, behalve ik. Dat was best moeilijk, maar toch heb ik nooit aan vertrekken gedacht.’

Er werd van ons verwacht dat we de beide helften wonnen. Bij de rust stond het dus zogezegd opnieuw 0-0.’

Andy Kawaya

Het cliché dat jeugdspelers van Anderlecht gepamperd worden is geen fabeltje, moet ook De Man toegeven. ‘Wij mochten zeker niet klagen. Op het internaat stond er altijd iets lekkers op het menu en er stond altijd een busje klaar mochten we ergens naartoe willen. Waren mijn schoenen kapot? Dan kreeg ik meteen nieuwe. Iedereen vond dat normaal. Wij zijn Anderlecht en dat hoorde er gewoon bij. Maar ik denk dat de jeugdspelers van Anderlecht vandaag nog meer verwend worden dan in mijn periode. Ik heb voetbal heel lang als een hobby beschouwd en dat hielp mij om de realiteit niet uit het oog te verliezen. Na een paar wedstrijden bij de A-ploeg begon ik wat centen te verdienen en werd de media-aandacht groter, maar ik ben nooit beginnen te zweven. Ik besefte dat ik zo ver was gekomen dankzij mijn vechtersmentaliteit. Twintig jaar geleden was het een uitzondering dat een jeugdspeler het eerste elftal haalde. Ik had het geluk dat vier spelers die hoger stonden in de pikorde op hetzelfde moment niet beschikbaar waren. Anders had mijn carrière er wellicht anders uitgezien.’

Bruno Godeau

• Huidige club: KAA Gent

• Jaren op Neerpede: 2000-2004 en 2006-2012

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 0

Voor er sprake was van Mathias Bossaerts, Leander Dendoncker, Sebastiaan Bornauw, Wout Faes of Zeno Debast, stond Bruno Godeau op Neerpede te boek als de centrale verdediger die zijn kans zou krijgen in het Vanden Stockstadion. Hoewel de doorstroming van jong talent toen geen prioriteit was bij de Belgische recordkampioen, stond de opleiding garant voor kwaliteit. ‘Een speler die op Anderlecht is opgeleid, herken je aan het gemak waarmee hij de bal beroert’, aldus Godeau. ‘Ik heb in al die jaren op Neerpede nooit een trainer gehad die liever conditietrainingen gaf dan trainingen met de bal. Aan verdedigers werd in mijn tijd gezegd dat ze nooit mochten tackelen. Wij moesten rechtop blijven staan.’

Godeau kwam in aanraking met de eerste ploeg in het tijdperk van Lucas Biglia en Matias Suárez. ‘Tijdens mijn eerste voorbereiding met de A-ploeg moest ik opboksen tegen Roland Juhász en Marcin Wasilewski! Voor een trainer was het niet vanzelfsprekend om zomaar een jongere te lanceren. Of je moest een uitzonderlijk talent zijn, zoals Vincent Kompany. Als jeugdspeler moet je vaak eerst via een andere club passeren om in eerste klasse te geraken. De opleiding en infrastructuur op Anderlecht zijn van zo’n hoge kwaliteit dat je dat comfort niet wilt achterlaten voor een andere omgeving, terwijl het net een verrijking is om even elders te voetballen. Je ontdekt dan dat je als voetballer niet alleen over goede voeten moet beschikken. Tijdens internationale ontmoetingen kwamen we op fysiek vlak soms tekort, omdat er bij ons, in vergelijking met andere landen, minder aan spierontwikkeling gedaan werd. Maar dat mankement werd intussen wel weggewerkt.’

Andy Kawaya

• Huidige club: Albacete Balompié

• Jaren op Neerpede: 2009-2013

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 17

Bij Saint-Michel en bij FC Brussels was voetbal een spel. Andy Kawaya moest zijn mindset veranderen toen hij voor het eerst voet aan wal zette in Neerpede. ‘De competitie gebruiken we om jullie te vormen, de toernooien willen we winnen’, dat was het discours dat Kawaya van zijn trainer Yannick Ferrera te horen kreeg tijdens zijn eerste trainingsweek op de club. ‘Voor een wedstrijd werd het accent gelegd op het balbezit, spelen in één of twee tijden’, vertelt hij. ‘Er werd van ons verwacht dat we de beide helften wonnen. Bij de rust stond het dus zogezegd opnieuw 0-0. Aanvallende spelers mochten hun creativiteit de vrije loop laten. Aan Charly Musonda junior kon je toch niet vragen om zich vast te pinnen op zijn positie? Ik kan mij niet herinneren dat een trainer ooit mijn vrijheid heeft beknot. We mochten ons positiespel niet verwaarlozen, maar in de laatste tientallen meters van het veld moesten we het één-tegen-éénduel opzoeken.

De sportieve standaarden op Neerpede zijn evenredig aan de etiquette die de spelers moeten respecteren voor, tijdens en na de match. Dat wil zeggen: het imago van de club niet bezoedelen, de tegenstander niet vernederen en bescheiden blijven. ‘Wanneer we een wedstrijd verloren, lag dat aan ons hautaine gedrag. We hadden met een omhooggestoken kraag gespeeld. (lacht) Dat was althans de theorie van mijn ex-trainer Roel Clément. Door de buitenwereld werden we op een piëdestal geplaatst, maar door trainers en teammanagers werden we er vaak genoeg aan herinnerd om normaal te doen.’

De druk om te presteren, om geen mal figuur te slaan op tornooien, en de druk van makelaars en sommige ouders zijn inherent aan het leven van een jeugdspeler op Neerpede. Het is niet zelden voorgekomen dat een tiener verlamd werd door de stress en uiteindelijk moest afhaken. ‘Ik ga niet liegen: ik heb spelers zien bezwijken onder de druk’, zegt Kawaya. ‘Het werd hen te veel. Ikzelf hield net van de druk. Ik had ook het geluk dat mijn broers en ouders mij hadden ingeprent dat voetbal maar een spel was. Ik wist dat een slechte wedstrijd niet mijn dood zou betekenen.’

Sebastiaan Bornauw

• Huidige club: VfL Wolfsburg

• Jaren op Neerpede: 2009-2018

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 29

Op zijn veertiende, vier jaar na zijn overstap van Dender naar Anderlecht, werd Sebastiaan Bornauw in Neerpede omgevormd van rechtsbuiten tot centrale verdediger. Frédéric Delooz, de trainer die deze geniale ingeving kreeg, werd wel deels geholpen door de omstandigheden. ‘Ik moest in een wedstrijd eerst depanneren op de rechtsachter en in de tweede helft werd ik naar het centrum doorgeschoven’, vertelt Bornauw. ‘Sindsdien ben ik er nooit meer weggegaan. Enkel in de laatste tien minuten, wanneer we absoluut moesten scoren, mocht ik mee naar voren gaan. Maar ik heb nooit een probleem gemaakt van die positiewissel, verdedigen past beter bij mijn karakter.’

Het is dankzij die transitie dat Bornauw staat waar hij nu staat. ‘Ik was groot en snel toen ik bij Anderlecht aankwam, maar dat was het ook. Tijdens mijn eerste trainingen op Anderlecht merkte ik dat mijn rechtervoet wel even goed was als die van de andere jongens, maar vroegen ze aan die gasten om met links de bal 200 tot 300 keer hoog te houden, dan konden ze dat ook allemaal. Als je van Dender komt, heb je je linkervoet nog niet veel gebruikt… (lacht) Ik heb dag in dag uit moeten werken om die achterstand weg te werken. Ik had niet het typische Anderlechtprofiel en Neerpede heeft van mij een andere voetballer gemaakt. Het klinkt een beetje raar, maar zonder mijn scholing op Neerpede had ik het misschien nog meer moeten hebben van mijn kracht. Of was ik helemaal geen profvoetballer geworden.’

Ook naast het veld heb ik veel gehad aan Neerpede. Mijn zelfstandigheid werd vaak getest. Zo’n ervaring neem je mee voor de rest van je leven.’

Sieben Dewaele

Volgens Bornauw is Neerpede een biotoop waar vakmensen op het vlak van jeugdopleiding en de meest begaafde jongeren van het land elkaar tot het uiterste pushen. ‘Een voetballer van Neerpede heeft nooit schrik van zijn tegenstanders. Integendeel. Je weet dat de andere ploegen naar jou opkijken. Wij gingen gewoon voor winst in een toernooi waar topclubs als Barcelona, Real Madrid en Chelsea aanwezig waren. Mijn generatie heeft tal van grote internationale toernooien gewonnen. Dat is de magie van Neerpede!’

Sieben Dewaele

• Huidige club: KV Oostende

• Jaren op Neerpede: 2011-2019

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 16

De exacte datum kent hij niet meer, maar de dag dat Sieben Dewaele als jonge snaak een test mocht afleggen bij Club Brugge, was het zo koud dat hij een shirt van Anderlecht had aangetrokken onder zijn andere kledinglagen. Dewaele was namelijk al jaren supporter van paars-wit. In de zomer van 2011, toen het nieuwe jeugdcomplex van RSCA de deuren opende, mocht de West-Vlaming zich officieel jeugdspeler van Anderlecht noemen. ‘Anderlecht was een van de eerste ploegen in België die een programma aanboden waarin trainingen voorzien waren tijdens de normale lesuren. Die combinatie, school en voetbal, gaf voor ons uiteindelijk de doorslag. Rond de middag kreeg ik op school techniektraining, waar de nadruk lag op passing met rechts en links, met coaches die op een hoog niveau hadden gespeeld. ’s Avonds werd een bepaalde oefenstof bijvoorbeeld gegeven door Charly Musonda senior, de vader van de broers Musonda. Dat zijn zaken waar je als jeugdspeler enkel beter van wordt. Los daarvan was het gewoon machtig om rond te lopen en te mogen trainen op dat nieuwe complex van Neerpede.’

Voor Dewaele ging op Neerpede een heel nieuwe wereld open, waarin hij zich als mens ontplooide. ‘Ook naast het veld heb ik veel gehad aan Neerpede. Ik zal niet beweren dat ik vlot tweetalig ben, maar ik kan mij wel goed uitdrukken in het Frans. Door mijn verblijf in een gastgezin en dus gescheiden te leven van mijn ouders, heb ik een mentale klik moeten maken. Mijn zelfstandigheid werd vaak getest, ja. Zo’n ervaring neem je voor de rest van je leven mee.’

Timothy Martin

• Huidige club: RFC Seraing

• Jaren op Neerpede: 2016-2017

• Aantal wedstrijden voor Anderlecht: 0

Timothy Martin ruilde op zijn 15e zijn liefelijke provinciestadje Aubange in de provincie Luxemburg voor een verblijf in de hoofdstad. Martin verbleef in een appartementje en werd bij de U16 sparringpartner van Nicolas Raskin, Yari Verschaeren, Halim Timassi, Eliot Matazo, Anouar Ait El Hadj en Jérémy Doku. ‘Anderlecht was de belangrijkste en de mooiste etappe in mijn voetbalcarrière’, zegt hij. ‘Als doelman van Virton kwam het nooit bij mij op dat ik bij Anderlecht zou belanden. Op mijn eerste trainingsdag wist ik niet waar eerst te kijken. Ik dacht: gebeurt dit echt? Toen ik mijn eerste ballen pakte, wist ik dat ik niet aan het dromen was. Ik blijf het tot vandaag ongelooflijk straf vinden dat ik een deel van mijn opleiding heb gekregen bij een van de beste clubs van België, in een van de meest gereputeerde opleidingscentra in Europa.’

De basis die Martin in Virton legde, kon niet tippen aan de standaarden die de trainers op Neerpede hanteerden. Met enige moeite kon Martin toch aanhaken bij de andere keepers van zijn categorie. ‘Ik kan niets verkeerds zeggen over mijn trainer bij Virton, maar bij Anderlecht ben ik begonnen op details te werken waar ik vroeger geen flauw benul van had. Hoe schik ik mijn vingers bij een balaanname? Hoe positioneer ik me tijdens een voorwaartse duik. Dat soort zaken. Ik moet mij daar niet over schamen, maar ik hinkte ver achterop. Net als bij Virton duurden de trainingen anderhalf tot twee uur. Het verschil zat hem in de intensiteit en het niveau van mijn ploegmaats. (blaast). Ik moest op de toppen van mijn tenen spelen om het niveau van een Raskin, een Doku of een Matazo te benaderen. Door elke dag met hen te trainen boekte ik snel vooruitgang. Na een tijdje ging het bijna vanzelf. Na één jaar Anderlecht ben ik naar Gent getrokken en ik weet dus wat Neerpede zo speciaal maakt. Van jongs af worden spelers daar voorbereid op het leven als prof. Als je daar vroeg mee begint, ben je in het voordeel ten opzichte van anderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content