KFC Sint-Lenaarts: ‘Ons recept is: veel praten en samenzitten’

Sommige dorpen hebben een voetbalclub in de nationale afdelingen. Hoe doen die dat? Vandaag: KFC Sint-Lenaarts.

Op de snelweg op weg van Antwerpen naar Breda passeer je op je rechterkant de voetbalterreinen van voetbalclub Brecht. Maar de grootste club uit de fusiegemeente Brecht bevindt zich niet hier, maar een paar kilometer verderop. Daar houdt KFC Sint Lenaarts al zeventien jaar stand in de nationale afdelingen.

Vandaag speelt het in de Vlaamse derde nationale amateurs, in een voor de geel-groenen interessante reeks, met derby’s tegen Zwarte Leeuw Rijkevorsel, Koersel, Nijlen, Lille en Pelt. Maar het staat wel niet waar het wil staan op dit moment, geeft voorzitter en secretaris Jos De Beuckelaar (69) aan.

‘De eerste zes matchen stonden we bovenin en waren we voor velen de beste ploeg van de reeks, nu staan we in de tweede helft van de rangschikking. Ons puntenaantal is te weinig voor een ploeg als de onze.’

Voor dit seizoen hoopt de club op een zesde of zevende plaats. Daarmee is het in derde nationale best tevreden. ‘In deze reeks horen we thuis,’ zegt de voorzitter, ‘al is de tijd dat er 800 man naar een match kwam voorbij. Nu zijn we content met 150 à 200 man, maar tegen Zwarte Leeuw en Lille komt er wel nog 500 man. Vaak gaan we op verplaatsing met meer volk dan de thuisploeg fans heeft. Meestal zit onze supportersbus vol.’

Van onder naar boven

Jos De Beuckelaar heeft nooit voor een andere ploeg gespeeld dan groen-geel. Hij voetbalde in 1980 bij de veteranen toen men hem vroeg in het bestuur te komen. Daarvoor had hij ook al bij de jeugd gespeeld, maar later stapte hij over naar een wielerloopbaan bij de nieuwelingen en de juniores.

De fiets ruilde hij vervolgens weer voor de bal, en in 1979 liet hij zich weer aansluiten bij Sint-Lenaarts. Een jaar later belandde hij in het bestuur. ‘Bij de eerste bestuursvergadering voelde ik meteen: dat is hier bijna afgelopen. De club zou zakken van derde naar vierde provinciale, er was geen geld.’

Met een aantal medestanders en sponsors die de club trouw bleven doorheen de jaren timmerde hij vanaf 1980 aan de weg naar boven. Met een goeie kern met acht spelers uit de eigen opleiding ging het ineens van derde provinciale naar vierde klasse, waar de club in 2007 belandde, en zelfs één jaar naar derde klasse. ‘De bedoeling was om ooit eens één jaar in vierde klasse te spelen. Maar het is niet bij dat ene jaar gebleven. Op een paar uitzonderingen na halen we jaarlijks zo’n 50 punten en eindigen meestal in de top vijf.’

Cisse Severeyns

Al vijftien jaar is hij voorzitter. Met vier grote en zo’n 70 kleine sponsors redt de club het. ‘Ons recept is: veel praten en veel samenzitten.’ Vroeger was er al eens een bekende voetballer zoals Cisse Severeyns, nu doet men het met minder bekende streekjongens met een elftal met vijf spelers die jonger zijn dan 21 jaar.

Veel verloop van spelers kent de club niet. ‘Al weet je in deze streek dat er wel eens geswitcht wordt naar de concurrenten. Als je hier niet voor ons, voor Zwarte Leeuw én voor Hoogstraten gevoetbald hebt, is je voetbalcarrière niet geslaagd. Zo stapte afgelopen zomer ook onze trainer over naar Zwarte Leeuw. Daarop schoven we onze doelman van het eerste elftal door als trainer. Die moet dat nog even in de vingers krijgen, maar dat lukt wel.’

De jeugd

Liefst had de voorzitter in de gemeente een fusie gezien met vierdeprovincaler Brecht, de ploeg die naast de snelweg ligt. Tot drie keer toe kreeg hij nul op het rekwest. ‘Jammer, samen konden we sterker zijn. Het gevolg is dat wij nu meer jeugdspelers hebben dan Brecht, terwijl Brecht veel groter is dan onze deelgemeente met zijn 6000 inwoners.’

Wat hij absoluut nog wil gerealiseerd zien, is een verbeterde accommodatie voor de jeugd. ‘Nu is dat ons pijnpunt. De gemeente komt ook niet tussenbeide. Mensen realiseren zich niet wat het allemaal kost. Vroeger was grondwater gratis, nu betaal je voor grondwater en water om te douchen 7000 euro en voor de elektriciteit meer dan 18.000 euro.’

‘We hebben ook nog halogeenlampen en geen ledlampen’, vervolgt De Beuckelaar. ‘Dat was het beste, maar dat is nu wel erg duur. Voor ik stop, wil ik graag de jeugd in betere omstandigheden zien trainen.’

geert foutré

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content