KRC Genk kampt met ‘bal-last’

© BELGAIMAGE
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Wanneer het de bal heeft, speelt Genk nog altijd verleidelijk voetbal, maar het lijkt vergeten hoe het efficiënt moet zijn. Op zoek naar de symptomen van een slecht gemanagede zomer.

In het land van het compromis, waar wankele meerderheden dagelijkse kost zijn, is men het over bepaalde zaken toch nog roerend eens. Over het voetbal van KRC Genk bijvoorbeeld. Spreek over de ploeg van Albert Stuivenberg met een van diens collega’s en je krijgt steevast een bewonderende blik en een stortvloed van complimenten voor een spel dat tot in het kleinste detail planmatig lijkt te verlopen. Nadat ze in het begin van 2017 domineerden met de bal aan de voet, zetten de Limburgers zich in de startblokken van het nieuwe seizoen als outsider nummer één voor de titel. Zelfs de weinige sceptici konden zich niet voorstellen dat Genk opnieuw een lente zou doorbrengen in het vagevuur van play-off 2.

Twee maanden later staat Genk op een anonieme tiende plaats, tussen Lokeren en Kortrijk. Racing heeft een van de slechtste defensies in eerste klasse en wist slechts 10 punten op 27 te vergaren. Het goede voetbal is er nog altijd, maar de resultaten volgen niet meer. De mannen van Stuivenberg hebben er last mee om open kansen te creëren, ook al is hun balbezit van langsom indrukwekkender. De Nederlander begint dezelfde kritiek te krijgen als zijn mentor Louis van Gaal op Old Trafford: steriel balbezit, te mechanisch voetbal en een gebrek aan flexibiliteit, zo luidde het in de lokale pers.

Aangezien elk voetbal beoordeeld wordt met het klassement als scherprechter, keren de aanklagers, die verdwenen leken, terug naar de Luminus Arena. De ploeg is te jong, te naïef, te speels, zo klinkt het. Als pleitbezorger van zijn ploeg en zijn coach probeert Dimitri de Condé olie op de golven te gieten: ‘We moeten niet beginnen te twijfelen over de filosofie of de speelwijze, want enkele maanden geleden kregen we daar nog complimenten voor. Het enige verschil is dat we vorig seizoen met die filosofie veel meer kansen wisten te creëren.’

Zomertransfers

De transferzomer maakte in Limburg nochtans enthousiasme los. Er werd gezorgd voor variatie in het offensieve compartiment. Vorig seizoen dweilden de backs Jere Uronen en Timothy Castagne herhaaldelijk hun flank af, maar hun voornaamste taak was de schijnaanval om het vijandelijke blok breed uiteen te trekken en zo Alejandro Pozuelo en Leandro Trossard het verschil te laten maken via het centrum. Op den duur hadden de tegenstanders dat door en schonken ze de sleutel voor de flanken vrijwillig weg om de centrale deur te vergrendelen. Onder hun beiden gaven Uronen en Castagne slechts drie assists bij de 58 goals die Genk onder Stuivenberg maakte. Dat is onvoldoende opdat de tegenstander hen als een reëel gevaar zou beschouwen.

We moeten niet beginnen te twijfelen over onze speelwijze, want enkele maanden geleden kregen we daar nog complimenten voor

Omdat een goeie voorzet zowel afhangt van de kwaliteiten van de verzender als van de plaatsing van de ontvanger, zorgde Genk op beide domeinen voor versterking. Om de bal in de rechthoek te gooien trok Racing Joakim Maehle aan, een Deense back die in enkele maanden bij Aalborg vier assists gaf, en Clinton Mata, in België een referentie als het aankomt op de flank afgaan. In de zone van de waarheid spendeerde de club miljoenen aan Marcus Ingvartsen. De reus van Nordsjælland was topschutter van het vorige Deense kampioenschap en is een specialist in het in één tijd afwerken van flankvoorzetten, zowel met de voet als het hoofd. Goals van hem die niet uit een center voortkomen, zijn haast een zeldzaamheid, zodanig is zijn voetbal geprogrammeerd voor het in doel verlengen van assists.

Ondanks de teleurstellende start van zijn Deense spits boekte Genk toch duidelijk vooruitgang op dit domein. Acht van de zestien goals volgden uit een pass vanop de flank, waarbij de ballen zowel in de rug van de verdediging, door de lucht of achteruit gegeven werden. Ingvartsen zette er twee om aan de Eupense Kehrweg, bediend door Mata en Maehle, die daarmee bijdroegen aan hun gezamenlijk totaal van vier assists dit seizoen. Hoewel er nog maar negen matchen gespeeld zijn, is dat nu al beter dan in de 29 wedstrijden vorig jaar onder Stuivenberg. Het aandeel van de flankverdedigers in de assists steeg van 5 naar 25 procent.

Drooggelegd

Daarentegen lijkt Genk in het centrum wel drooggelegd. Alleen de geweldige dribbel van Siebe Schrijvers tegen Alexander Scholz op de grasmat van Sclessin kwam voort uit een snelle aanval, terwijl dat nochtans de belangrijkste bron van goals zou moeten zijn in het voetbal van Albert Stuivenberg. De weg naar het doel die de Limburgers kozen, was zonneklaar: de bal vertrok uit de voeten van de verdedigers, gesteund door Sander Berge, en passeerde dan via Roeslan Malinovski, die hem systematisch inleverde bij Trossard of Pozuelo, die zich vrijliepen tussen de lijnen en van dat geoliede plan gebruikmaakten om het verzorgde passenspel in kansen om te zetten.

Om zijn plan niet overhoop te hoeven gooien, leverde Genk inspanningen tijdens de zomer. Door de blessure van Pozuelo kon Genk zijn Spaanse maestro behouden, terwijl die had aangegeven dat hij na het seizoen eigenlijk naar een hoger aangeschreven competitie wilde verkassen. Voor Trossard waren er door zijn prestaties in de Europa League heel wat gegadigden en het kostte heel wat moeite om hem in Limburg te houden. ‘Niemand dacht dat het ons zou lukken, maar we hebben hard gewerkt om de ploeg samen te houden’, legt Dimitri de Condé uit. Door die continuïteit stelde de club haar ambities naar boven bij: voor het seizoensbegin werd op een podiumplaats gemikt.

Zelfs zonder uitgaande transfers werd het Limburgse plan overhoopgehaald. Het seizoen begon zonder Pozuelo en ging wat later voort zonder Trossard, die zich een van de eerste dagen al blesseerde. Schrijvers, de enige beslissende man tussen de linies, onderging vervolgens de hiërarchie van het veld en werd verbannen naar de linkerflank, waar hij minder tot zijn recht komt, om Pozo opnieuw zijn plaats achter de spits te laten innemen. Met Thomas Buffel op de andere flank verloor Genk een groot stuk van de één-tegen-ééndreiging waar een dribbelaar als Trossard voor kan zorgen. De opvolging moet dus iets te snel komen van de jonge Manuel Benson, die nog te onregelmatig en te grillig is om aanspraak te maken op een basisplaats in de hogere regionen van de Jupiler Pro League.

De centrale dreiging van Genk is uitgedoofd, omdat de pressing van de tegenstander zich tegenwoordig focust op Sander Berge, die men verhindert om in de beste omstandigheden zijn offensieve job te doen. Hoewel hij bekwaam is om onder pressing uit te komen, moet de jonge Noor toch vaak de bal afspelen aan ploegmaats die met de rug naar het doel staan en gedekt worden door een tegenstander. Alleen een Trossard en een Pozuelo die honderd procent zijn, kunnen vanuit die omstandigheden een kans creëren. En het huidige Genk beschikt momenteel niet over die twee troeven. ‘We missen spontaniteit in ons spel’, vat De Condé samen. De twee grote verrassingselementen van de Luminus Arena schitteren niet op de manier dat ze zouden kunnen.

Tegengoals

‘Als je de bal hebt, is de kans klein dat de tegenstander scoort’, zo legde Pozuelo het ons recent nog uit om de redenering te onderbouwen dat balbezit een defensief wapen is. Op die manier hield Genk vorig seizoen geregeld zijn netten schoon, want in balbezit konden de mannen van Stuivenberg zich ver van het eigen doel opstellen. De profielen van Jakub Brabec en Omar Colley maar ook van Castagne en Uronen gaven Racing de luxe om efficiënt te verdedigen, ook al stond de achterlijn opgesteld in de buurt van de middencirkel.

De centrale verdedigers zijn niet veranderd en worden nog altijd bijgestaan door de indrukwekkende Berge, maar het defensieve welslagen is uit de Limburgse kleedkamer verdwenen. Vorig seizoen incasseerde Genk in het laatste deel van de reguliere competitie en in play-off 2 slechts 12 goals in 21 wedstrijden, of 0,57 per match. Sinds het begin van de competitie 2017/18 kreeg het al vier goals meer binnen (16) terwijl er nog maar 9 matchen werden gespeeld. Dat is een heel wat minder fraai gemiddelde van 1,78 goals per match.

Op het beklaagdenbankje zit Danny Vukovic, de ervaren Australiër die de zware taak heeft gekregen om Mathew Ryan in doel te vervangen. De ex-doelman van Club Brugge paarde aan zijn magnetische handschoenen een buitengewone kwaliteit om een tegenaanval op te zetten en veel koelbloedigheid. Zijn opvolger kon zich nog niet bewijzen. Zijn eerste tegendoelpunt, op Standard, na een riskante terugspeelbal, een aarzelend uitkomen en een onwaarschijnlijke kopbal van Edmilson Jr, heeft ongetwijfeld zijn zelfvertrouwen aangetast. Zijn voetenspel is ook niet van dien aard om verdedigers gerust te stellen die voordien vertrouwden op de liberokwaliteiten van Ryan. De tussenkomsten in het luchtruim, een grote troef van de nieuwe doelman van Brighton & Hove Albion, zijn eveneens een zwak punt van Vukovic. Derhalve is er een aanpassingsperiode nodig aan een jonge verdediging, die lijdt onder de druk van hoge verwachtingen en een mislukte seizoensstart en die door de herhaaldelijke blessures van Uronen beroofd is van haar meest ervaren speler.

Genk heeft alles om het succes van vorig seizoen voort te zetten: het behield de meeste van zijn ingrediënten en voegde daar wat offensieve variatie aan toe. Maar in elk recept zit er wel iets onvoorziens. Het menu van Racing Genk mag dan wel mooi ogen, de smaak van de punten ontbreekt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content