Amateurclub KFC Merelbeke: ‘Zoals een mooie vrouw, die laat je ook nooit in de steek’

© Fox@rt sports photography - Patrick De Vos

Nogal wat kleinere dorpen hebben een club in de nationale voetbalreeksen. Hoe doen die dat toch? KFC Merelbeke, een Oost-Vlaamse subtopper uit tweede afdeling VV A.

Voorzitter Wilfried Van Keymeulen (77) vertelt bevlogen over waarom hij sinds de fusie in 1988 tussen VV Merelbeke, Union Merelbeke en Sporting Merelbeke met hart en ziel de club leidt. ‘Ik ben zelf de stichter van Sporting in 1972, met huidig KAA Gentvoorzitter Ivan De Witte als mijn ondervoorzitter’, opent hij. ‘Een groep van universitairen, die veel ambiance maakten maar niet echt over veel geld beschikten. Een samengaan met de andere clubs bood meer perspectieven. Het was uniek binnen de Belgische voetbalbond: de tsjeven, sossen en liberalen verenigen, wij deden het. Onderschat het niet hé, die verschillende mentaliteiten, inzichten en ideologieën verenigen. En ik ben nog altijd sterk vergroeid met het huidige KFC Merelbeke. Eigenlijk is de club mijn kind, waar ik zoals het een goede huisvader over waak. Ik ben wel gebeten door voetbal en zie het heel graag, zeker door die onvoorspelbaarheid van de sport. Zeker gezien mijn opleiding psychologie. Dan wil je groepsbeheersing hebben en die dynamiek wat kunnen leiden. Alleen is dat zo moeilijk in voetbal en ook aantrekkelijk, door dat samenspel van wispelturigheid en de afhankelijk van allerlei factoren. (lacht)

‘Voetbal is voor mij zoals een mooie vrouw, die laat je ook nooit in de steek. Maar ik ben niet alleen bij KFC Merelbeke. Johan D’Hauwers, onze jeugdvoorzitter, en Johan De Backer, onze gerechtigd correspondent, of Eric De Smet, die instaat voor de organisatie van de kantines, die zijn hier nog altijd op post. Bovendien: onze sportief manager sinds drie jaar, Erwin Poffé, en commercieel manager Bernard Mortier werken hier gratis. Voor niks, hé. En Davy De Schryver, een ex-speler, traint al negen jaar met hart en ziel. Een echte peoplemanager, die hier perfect past in het plaatje. Soms een beetje conservatief, maar een echte Merelbekenaar en iemand met grote verdiensten voor onze club. Ik moet ook toegeven dat ik zelf graag onder de mensen kom. Dat heeft zijn charme. Ik ben meer een vriend van de spelers dan voorzitter. Na de wedstrijd samen pinten pakken bij een zege, wie geniet daar niet van? Dat maakt toch deel uit van ons sociaal weefsel. Het volkse gebeuren moet hier altijd overeind blijven.’

Prachtige reeks

De oorspronkelijke insteek was een volwaardige eersteprovincialer te worden, maar vanuit derde provinciale – de begincompetitie – groeide de fusieclub door tot de nationale reeksen. Na twee opeenvolgende kampioenschappen lukte dat in het seizoen 2016/17, gevolgd door een titel in 2019 in derde amateur. ‘Na vijf jaar zaten we al in eerste provinciale, waar we toen voor vijf- tot zeshonderd betalende toeschouwers voetbalden’, rakelt Van Keymeulen graag op. ‘Dat is om van achterover te vallen als je het vergelijkt met vandaag. Nu geraken we amper aan honderd mensen die een ingangsticket kopen. Met de aanwezigen, via de sponsors, zijn we nu al snel tevreden met twee- tot driehonderd personen rond het terrein.

‘Merelbeke heeft veel instroom vanuit de stad, maar de autochtone bewoner blijft een trouwe maar zeer kritische mens. Aanvankelijk wilden we een goede ploeg zijn in eerste provinciale. Nationaal voetbal leek een utopie. Maar met Davy De Schryver speelden we al driemaal kampioen en willen we ons straks ook gewoon handhaven, ook al vertoeven we nu in de subtop. De tweede afdeling is een prachtige reeks. Het is heel aantrekkelijk door de vele regionale derby’s. Waarom zouden wij moeten uitkijken naar eerste nationale en het daar gaan zoeken?’

Het nieuwe complex van Merelbeke aan de Molenkouter
Het nieuwe complex van Merelbeke aan de Molenkouter© Fox@rt sports photography – Patrick De Vos

Opleving

Toch wordt er een boost verwacht, wanneer KFC Merelbeke – dat sinds het seizoen 2018/19 zijn thuisduels afwerkt in het moderne complex van De Pinte – volgend jaar verhuist naar een compleet nieuw onderkomen aan de Molenkouter. ‘Dan zien we wel’, vervolgt Van Keymeulen. ‘Maar ik verwacht dan een sterke opleving; iedereen smacht daar toch naar. In de toekomst moeten we juist leren omgaan – ook qua ambitie en duurzaamheid – met de middelen die ons ter beschikking worden gesteld door de gemeente en van hogerhand. Momenteel zitten we in ons huidige complex aan amper drie velden, waarvan nog maar enkele jaren een kunstgrasterrein. Dat moest, omdat we toen in derde amateur niet meer dreigden te kunnen spelen. In allerijl werd toen die oplossing bedacht en snel uitgevoerd. Voor onze eerste ploeg was De Pinte toen de uitweg. Molenkouter is een gebied van zeventien hectaren, op hoogstens een kilometer van het centrum in vogelvlucht, dat werd opgedeeld in twee stukken: een recreatiezone en een voetbalgebeuren. Tegen 1 september volgend jaar krijgen we daar de beschikking over twee grasvelden en twee kunstgrasterreinen, waarvan het hoofdveld ook een zittribune voor vijfhonderd personen zal hebben. Echt heel mooi. Het kriebelt. Aan de andere kant komt er een atletiekpiste voor STAX, die ook ongeveer vijfhonderd leden telt.’

Met de jeugdwerking blijft Van Keymeulen nadrukkelijk bezig. ‘In totaal hebben we zo’n vijfhonderd leden, medewerkers inbegrepen’, geeft de supporter van KAA Gent mee. ‘Al onze jeugdteams zijn volzet. Misschien ziet daar in de toekomst nog wat rek op. Maar ik zou graag het niveau van onze jongerenopleiding nog wat optillen. We willen tegen volgend seizoen ons interprovinciaal label halen, want deze afdeling groeide niet zo sterk mee in het proces dat we als club doormaakten. Amper twee talenten zitten momenteel in de A-kern. Veel te weinig, als je het mij vraagt. Anderzijds: Ninove, Dikkelvenne of Petegem hebben er zelfs geen. De bedoeling is vanaf volgend seizoen binnen vijf jaar minstens vier tot vijf jongeren uit de eigen rangen in de eerste ploeg te hebben. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar het is een interessant streefdoel. En eenmaal we goed geïnstalleerd zijn op de Molenkouter, dan zal ik met veel plezier de fakkel doorgeven aan een opvolger.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content