Loïs Openda: ‘Als spits bij Club moet je bezeten zijn’

© GETTY
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

Zijn blitzstart in de Eredivisie met Vitesse maakt duidelijk dat de 20-jarige Loïs Openda wel iets heeft van een toekomstige nummer 9 bij de Rode Duivels. Een gesprek met de spits die door Ivan Leko werd gelanceerd en die hoopt om door de grote poort het Brugge van Philippe Clement weer binnen te gaan.

Net als Kaveh Rezaei, Jelle Vossen of Cyril Ngonge vond Loïs Openda geen genade in de ogen van Philippe Clement. Om zijn carrière echt te lanceren trok de jonge Luikenaar, die zijn opleiding nochtans gedeeltelijk in Brugge genoot, naar het buitenland. Op drie uur rijden van het Jan Breydelstadion ligt de Gelredome. Daar, in het oosten van Nederland, begon Openda aan zijn charmeoffensief. Dat moet de kwatongen het zwijgen opleggen en tegenover de twijfelaars bewijzen dat hij niet simpelweg dat breekijzer is dat aan het eind van de match in de strijd wordt gegooid bij gebrek aan betere ideeën. In Brugge werd zijn rol te vaak gereduceerd tot supersub, maar in Nederland leeft hij helemaal op. Het bewijs daarvan: zijn vijf goals in de laatste acht wedstrijden, waardoor Vitesse verrassend meedraait aan de kop van het klassement.

Vitesse staat met 25 op 33 tweede in de Eredivisie. Is dat niet de mooist denkbare revanche op iedereen die niet in jou geloofde?

Loïs Openda: ‘Van zodra ik bij deze ploeg kwam, had ik door dat hier kwaliteit zit. Plus een ambitieuze trainer ( Thomas Letsch, nvdr) die net als ik de competitie leerde kennen. Ik zag dat hij goeie ideeën had en de intentie om op balbezit te spelen, dat heeft me meteen gemotiveerd. Het was duidelijk dat het alleen maar goed kon gaan. Zeker omdat ik erheen gegaan was met de mentaliteit van Club Brugge, met dezelfde drang om te winnen. Weet je, toen ik de eerste keer met mijn ploegmaats sprak, zei ik hen dat ik gekomen was om kampioen te spelen. Daar moesten ze om lachen, maar kijk waar we nu staan. Ik probeer hen dat beetje extra bij te brengen, want ik vind – en we hebben dat ook sinds het begin van het seizoen bewezen – dat we niet veel minder zijn dan de topclubs in de competitie.’

Jullie moeten alleen Ajax laten voorgaan, een ploeg waarmee iedereen in België zich de laatste jaren graag vergelijkt. Men zegt dat Club Brugge onder Bart Verhaeghe in die richting gaat. Wat scheidt Club volgens jou nog van Ajax?

Openda: ‘Club begint de kloof wat te dichten, dat is waar, maar voor mij is Ajax wereldtop. Ze hebben jeugd van uitzonderlijke kwaliteit, maar vooral slagen ze erin om in alle omstandigheden, tegen eender welk systeem, voetbal te spelen. Ik heb onlangs de match van Club Brugge tegen Excel Mouscron gezien ( 0-0 op 28 november, nvdr). Gedurende negentig minuten probeerde Club het lage blok van de tegenstander te ontwrichten, een tegenstander die zelf niet veel liet zien. Zo’n wedstrijd winnen vergt meer inspanningen. Meer verbeeldingskracht ook, en Ajax lijkt daar in Nederland altijd toe in staat. Als ploeg is het moeilijk om hen te verslaan. Je moet tegen hen één tegen één spelen, want als je hen als blok bekampt, maak je geen kans. Ze hebben altijd die kwaliteit in de passing die alles kan omgooien of opeens een doorbraak kan forceren.’

Krmencik is een heel goede speler. Als hij wat vertrouwen krijgt, denk ik dat hij tientallen doelpunten kan maken.’

Loïs openda

Is het ook niet zo dat in de Nederlandse competitie de grote ploegen niet altijd het spel moeten maken?

Openda: ‘Dat is inderdaad een van de grote punten waarop het Nederlandse kampioenschap verschillend is. Hier valt iedereen aan. Wanneer Emmen, dat laatste staat, Ajax ontvangt, heeft de club in elk geval de ambitie om aan te vallen. Ze proberen dat koste wat het kost. Ze kunnen zelfs 1-0 of 2-0 voorkomen, maar ze gaan blijven aanvallen, met het risico om met 2-5 te verliezen.

‘In België weet iedereen dat Brugge de beste ploeg heeft en hoe die ploeg speelt. Dat rechtvaardigt het voor veel teams om hen laag op te wachten om hun plannen te dwarsbomen. In Nederland gebeurt dat niet. De benadering is compleet anders. In de Nederlandse competitie is er altijd die wil om naar voren te spelen, om altijd te voetballen en bijna voortdurend over de grond.

‘Tegen Emmen – nog maar eens zij als voorbeeld – leidden we enkele weken geleden met 3-0 aan de rust, maar we vielen snel met z’n tienen. Het gevolg was dat we de hele tweede helft achter de bal liepen, want die gasten bleven maar gaan. We hebben gewonnen ( met 3-1, nvdr), maar we hebben afgezien. Ik heb de indruk dat een ploeg in gelijkaardige omstandigheden het in België sneller zou hebben opgegeven.’

Loïs Openda: 'Niet vergeten dat ik in Brugge nog maar mijn eerste wedstrijden speelde. Ik kwam van de U21, waar alles gemakkelijk ging. Ik overklaste iedereen.'
Loïs Openda: ‘Niet vergeten dat ik in Brugge nog maar mijn eerste wedstrijden speelde. Ik kwam van de U21, waar alles gemakkelijk ging. Ik overklaste iedereen.’© BELGAIMAGE

Het vertrouwen van Krmencik

Toen je in juli koos voor een uitleenbeurt in Nederland, was dat een keuze van jou of van de directie?

Openda: ‘Dat is in een goede verstandhouding gebeurd. Toen ik tijdens de voorbereiding nog in Brugge was, hebben we goeie wedstrijden gespeeld, maar Club blijft Club. Er is veel concurrentie en ik wilde spelen. Mijn eerste seizoen, onder Ivan Leko, kreeg ik veel speelminuten ( 724 in 28 wedstrijden over heel het seizoen 2018/19, nvdr), maar vorig jaar onder Philippe Clement werden dat er minder en minder ( 797 in 25 wedstrijden, nvdr). Op mijn twintigste wilde ik dat mijn derde profseizoen het seizoen zou zijn waarin ik volwaardig titularis werd. En ik denk niet dat ik daarin dit seizoen bij Club Brugge zou geslaagd zijn.’

Philippe Clement had er onlangs, na een moeizame zege tegen KV Kortrijk, nog spijt van dat hij geen aanvaller had met het karuur van een Romelu Lukaku of Erling Haaland. Een nogal gewaagde uitspraak als je weet dat Club de voorbije achttien maanden 8 miljoen euro uitgaf aan Okereke, 6 miljoen aan Krmencik en 3,5 miljoen om Diagne te huren. Wat denk jij daar dan van?

Openda: ( glimlacht) ‘Ik ben zelf een echte nummer 9 en ze hebben mij laten vertrekken… Wat moet ik dan zeggen? Ik denk dat iedereen nood heeft aan een snelle spits, maar bij Club zet Clement Okereke liever op de flank. Ik denk niet dat hij ooit een Lukaku of Haaland in zijn ploeg zal hebben, maar Krmencik bijvoorbeeld is een heel goede speler. Ik heb met hem getraind, hij kan de bal goed bijhouden en hij kan scoren.

Door nu al aan de opvolging van de Rode Duivels te denken, leggen we ons misschien te veel druk op en verliezen we de essentie uit het oog.’

Loïs Openda

‘Wat hem ontbreekt, is gewoon wat vertrouwen. Echt waar: ik denk dat hij een speler is die, als hij wat vertrouwen krijgt, tientallen doelpunten kan maken. Maar ik weet zelf beter dan wie ook dat het moeilijk is om je bij Club Brugge waar te maken als spits. Je moet niet gewoon de mentaliteit hebben, je moet als het ware bezeten zijn.’

Wat vraagt Philippe Clement precies van zijn aanvallers?

Openda: ‘Zoals bij alle ploegen die in een 3-5-2 spelen – wij momenteel ook bij Vitesse – heb je twee types aanvaller. Clement vraagt, net als de anderen, aan één van beiden om diep te gaan en aan de andere om de bal bij te houden en bereikbaar te zijn. Dat is zijn bedoeling. Maar waar hij het meeste nadruk op legt, is de bal naar de hoeken van het veld te spelen! Dat herhaalt hij voortdurend! ( lacht) Ik denk dat zijn ogen zullen geblonken hebben bij de goal van Charles De Ketelaere in de thuismatch tegen Zenit.’

Elke gelegenheid grijpen

Ondanks de uitschakeling van de Beloften in de kwalificaties voor het Europees kampioenschap ben jij een van de mensen die denken dat de opvolging verzekerd is met de generatie die er zit aan te komen?

Openda: ‘Ik denk niet dat je daar nu al moet aan denken. Ik geloof dat er te veel over gesproken wordt. Laat ons maar groeien op ons eigen ritme. Door nu al aan die dingen te denken leggen we ons misschien te veel druk op en verliezen we de essentie uit het oog. We zijn tenslotte dit vak nog aan het leren. Laten we voetballen zoals we dat kunnen, laten we plezier maken en de rest zal op een dag misschien wel komen.

‘Eden Hazard en Romelu Lukaku zijn wereldtop. Dat zijn de beste spelers in een ploeg die nummer één staat in de FIFA-ranking. We moeten geduld hebben. Maar inderdaad, met jongens als Charles De Ketelaere, Jérémy Doku, Albert Sambi Lokonga, Alexis Saelemaekers, Orel Mangala en Zinho Vanheusden geloof ik dat we redenen hebben om optimistisch te zijn. Ik vind dat het een opwindende uitdaging is om voor ogen te houden dat het op een dag aan ons is om het te gaan doen.’

Loïs Openda: 'Ik zie liever de goeie kanten en ik denk dat deze generatie het soms té goed wil doen.'
Loïs Openda: ‘Ik zie liever de goeie kanten en ik denk dat deze generatie het soms té goed wil doen.’© Belga Image

Die druk waarover je het hebt, hebben jullie je die ook opgelegd bij de Beloften aan het einde van de kwalificatiecampagne en verklaart dat misschien de 0 op 6 tegen Moldavië en Bosnië?

Openda: ‘Iedereen kan al eens een controle, een pass, een match of een doel missen. Ik heb tegen Moldavië een penalty gemist. Het is dan de gewoonte in België, net zoals elders trouwens, om ons neer te halen, om ons te bekritiseren en te zeggen dat we er niet genoeg aan gedaan hebben. Zoals na de match van Sebastiaan Bornauw met de nationale ploeg tegen Zwitserland ( 2-1, op 11 november, nvdr).

‘Maar ik wil me daar niet op blind staren, ik wil vooruitgaan. We misten de wil om te winnen tegen Moldavië, we hebben de schouders te snel laten hangen in Bosnië en dat is onze fout. Dat moet je aanvaarden. Maar ik zie liever de goeie kanten en ik denk dat deze generatie het soms té goed wil doen. Maar bon, het ligt achter ons, we moeten vooruit.’

Jij hebt de kwalificatiecampagne van de Jonge Rode Duivels beëindigd met zes goals in acht matchen. Daarmee was je topschutter van de ploeg. Stoort het je dan als je hoort zeggen dat het België van morgen geen echte spits heeft? Heb je som de indruk dat je onderschat wordt?

Openda: ‘Ja, ik stel vast dat mijn naam niet vaak genoemd wordt als men het over de toekomst heeft. Er zijn zeker mensen die mij onderschatten. Coaches, journalisten, supporters. Als de mensen niet in mij geloven, dan is het aan mij om hen van mening te doen veranderen. En ik ben bereid om daartoe elke gelegenheid te grijpen die zich aandient.’

Men reduceert jou vaak tot een speler die alleen geschikt is om op de counter te spelen. Sommigen beweren dat dat de reden was waarom je zo goed was in de dubbele confrontatie met Duitsland bij de Beloften. Denk je dat je ook de kwaliteiten hebt om het te maken in een dominante ploeg?

Openda: ‘Als de vraag is of ik nog andere kwaliteiten heb dan mijn snelheid, dan is het antwoord ja. In Nederland worden wij als een dominante ploeg beschouwd en daar doe ik het uitstekend. We spelen in een 3-5-2 en dat laat me toe om veel te werken aan mijn zwakke punten. Boven op mijn snelheid en mijn kracht heb ik de voorbije maanden andere kwaliteiten ontwikkeld. Ik ben, denk ik, veel verbeterd in het spel met mijn rug naar het doel. Tegenwoordig kan ik de bal bijhouden, bewegen, de bal afleggen en ben ik ook meer op mijn gemak bij het spelen in één tijd.

‘Niet vergeten dat ik in Brugge nog maar mijn eerste wedstrijden speelde. Ik kwam van de U21, waar alles gemakkelijk ging. Ik overklaste iedereen. Je zou bijna kunnen zeggen dat ik toen zelfs niet aan mijn mindere punten hoefde te werken. Nu ik elke week ervaren spelers tegenkom, leer ik veel bij.’

‘Leko kan in gelijk welke competitie meedoen voor de titel’

Dit weekend is het een beetje de Loïs Opendaico, want het Antwerp van Ivan Leko ontvangt het Club Brugge van Philippe Clement. Wie heeft tactisch gezien het voordeel volgens jou?

Loïs Openda: ‘Aangezien de wedstrijd in Antwerpen wordt gespeeld, geef ik het voordeel aan Leko, al zal het waarschijnlijk allemaal beslist worden op details. Maar het is bijzonder lastig om daar te gaan voetballen en ik denk dat het thuisvoordeel een verschil kan maken. Ik vond het alleszins de lastigste verplaatsing. En Leko kent het systeem van Clement heel goed en hij kent bovendien nog de meeste spelers van Club.

‘Ik denk dat het moeilijk wordt voor Club. En bovendien is Leko een zeer slimme coach met veel karakter. Ik heb de indruk dat je hem eender welke ploeg in eender welke competitie kunt toevertrouwen en dat hij in staat zal zijn om mee te doen voor de titel. Ik ben heel blij voor hem en zijn technische staf voor al het goeds dat ze met Antwerp hebben gedaan. Maar ik blijf natuurlijk wel de eerste supporter van Club Brugge.’

Ben je nog terug naar Club geweest sinds het begin van het seizoen?

Openda: ‘Ja, ik heb geregeld contact met de trainers. Met Maarten Martens, die speciaal de opdracht heeft om mij te volgen, en met Roel Vaeyens. Met hen heb ik geregeld debriefings over mijn matchen. Maar ook Philippe Clement heeft me eens gefeliciteerd na een van mijn goals. Dat is het bewijs dat ze me volgen, dat ik nog meetel voor Club, ook al ben ik momenteel 150 procent gefocust op mijn seizoen hier in Nederland. Voor de rest maken we aan het einde van het seizoen wel de balans op.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content