Luc Vanden Bossche

‘Overconsumptie van ontstekingsremmers moet dringend stoppen’

Luc Vanden Bossche Clubarts van KAA Gent, diensthoofd fysische geneeskunde en revalidatie UZ Gent, hoogleraar UGent

Professor en dokter Luc Vanden Bossche van het UZ Gent pleit voor een mentaliteitswijziging in de sport en in de gezondheidszorg in het algemeen.

Ondanks het feit dat het pijnmechanisme zeer complex is, kan het voor iedereen begrijpelijk gemaakt worden. Inzicht in pijnmechanismen is de basis van een goede behandeling en pijnstilling.

Men kan pijn indelen in een structurele en niet-structurele vorm. Structurele pijn is een gevolg van opgelopen schade aan de weke delen, botten, ligamenten, zenuwen, pezen of organen. Niet-structurele pijn kan ontstaan door functionele overbelasting of stress op bovenvermelde structuren. Daarbij stuurt het lichaam pijn als waarschuwing om structurele schade te voorkomen.

Vaak worden mensen met pijn verkeerd ingeschat en dit ziet men vaak al op kinderleeftijd. Hoe vaak wordt een wenend kind geassocieerd met vormende tandjes? Hoeveel keer wordt pijn bij sportende adolescenten gelinkt aan groeipijnen?

Soms zijn dat misvattingen die traumatiserend kunnen werken en zelfs een rode lijn vormen in de ontwikkeling van de mens.

Ontstekingsremmers als snoepjes

Pijn is een onaangenaam gevoel dat een negatieve impact kan hebben op een sporter in het kader van zijn of haar training, wedstrijd of zijn/haar bioregulatoire balans.

Heeft de pijn een structurele oorzaak, dan kan pijntherapie een hulpmiddel zijn in het begeleiden van een atleet tijdens het genezingsproces of revalidatieproces.

Pijntherapie betekent absoluut niet altijd medicamenteuze therapie. Maar al te vaak worden pijnstillers gebruikt zoals paracetamol en NSAID (niet-steroïdale anti-inflammatoire drugs) – lees: ontstekingsremmers of zelfs zwaardere narcotische analgetica. Daar loopt het al vaak mis. Bij structurele schade wordt te vaak naar pijnstillers gegrepen in de vorm van ontstekingsremmers.

Inflammatie of ontsteking is echter een noodzakelijke biochemische en cellulaire reactie van het lichaam op uiteenlopende vormen van structurele schade na een trauma. Het uiteindelijke doel is de integriteit van onze weefsels te handhaven. Anders gezegd: ontsteking is een proces van adaptieve reacties gericht op de bescherming van de homeostase van de weefsels.

Bij structurele schade wordt te vaak naar pijnstillers gegrepen in de vorm van ontstekingsremmers.

Het niet-respecteren of onderdrukken van deze inflammatiefase kan in bepaalde situaties tot problemen leiden, zoals het vertragen van het helingsproces en een vertraging van het algehele revalidatieproces. Men moet verstandig omspringen met de inname van dergelijke medicijnen.

NSAIDS kunnen ook algemene bijwerkingen vertonen, bijvoorbeeld: bloedingen ter hoogte van het spijsverteringskanaal, bloedingen in het algemeen en reacties ter hoogte van huid en slijmvliezen. Ook zijn er ernstige renale (met betrekking tot de nieren) en cardiovasculaire risico’s.

Voor sporters is het belangrijk om te weten of NSAIDS lang de eerste keuze geweest zijn om pijn te verminderen bij spier- of ligamentblessures. Want dit leidt tot een onvolledig of vertraagd herstel. De meeste auteurs adviseren om NSAIDS te vermijden in de eerste 48 uur na een verse blessure. Van dag twee tot en met dag vijf kan dit eventueel wel. Een behandeling langer dan zeven dagen zou een negatieve impact hebben op het herstel van een letsel aan weke delen en ook op botletsels (bv. breuken).

Niettegenstaande deze kennis is er toch een overconsumptie van ontstekingsremmers en blijven NSAIDS één van de meest voorgeschreven geneesmiddelen. Deze houding moet dringend worden herzien.

Door de inname van NSAIDS als snoepjes om spierstijfheid na een training in een voorbereiding van een seizoen of spierstijfheid na een zware wedstrijd te verminderen, breng je je lichaam onnodige chemische schade toe. Een goede voorbereiding en degelijke fysieke training en opwarming moet sporters perfect fysiek in staat te stellen wedstrijden op niveau te spelen zonder zich te moeten vergrijpen aan onnodige medicatie.

Algemene trend

Men kan absoluut niet stellen dat enkel in het voetbal of in de sport er een overmatig gebruik is van pijnstillers. Dit is een algemene trend in onze gezondheidszorg. Zoals geschetst kan een ontstekingsremmer of een pijnstiller in een bepaalde fase na een trauma zijn plaats hebben, maar inname moet tot een minimum beperkt worden. Er zijn andere mogelijkheden om pijn te onderdrukken na een trauma met een spier of peesletsel, zonder zich steeds te moeten wenden tot deze relatief gevaarlijke medicatie.

Het stelselmatig innemen van pijnstillers in hoge dosissen voor een wedstrijd of trainingen is absoluut niet aan te raden. Dit betekent dat de atleet in kwestie niet wedstrijdfit is en om niet-sportieve redenen toch aan de wedstrijd of training moet deelnemen.

Door de inname van NSAIDS als snoepjes om spierstijfheid te verminderen, breng je je lichaam onnodige chemische schade toe.

Dit kan tevens kaderen in het principe van het spagaat tussen sneller en beter. Vaak moeten dure en/of belangrijke basisspelers zo snel mogelijk terug op het veld omdat er een sportief belang is. Hierin mag om deontologische redenen absoluut geen medisch risico genomen worden. En dit ligt vaak gevoelig in de sportwereld, voornamelijk dan bij de beleidsmensen of coaches die onder druk staan.

Geen doping

Kan men een pijnstiller als doping beschouwen in de sport? Hierop is mijn antwoord formeel ‘neen’.

Er moet een veralgemeende heropvoeding gebeuren omtrent het geïndiceerd gebruik van pijnstillers in de sport. Tijdens een revalidatieproces kan een pijnstiller een hulpmiddel zijn om bepaalde pijnlijke grenzen te helpen overbruggen. Dit is kan niet als doping worden beschouwd, maar als een kortstondig hulpmiddel tijdens de revalidatie. Alle pijnstillers als doping beschouwen is beleidsmatige overshooting waarbij men aan de essentie van het verhaal voorbijgaat.

Het stelselmatig innemen van medicatie voor een wedstrijd of training wijst er alleen maar op dat de atleet of sporter niet zijn normale fitheidsniveau heeft bereikt (na blessure, conditioneel) en dit op deze manier wil neutraliseren. Dit is ronduit onverstandig en moet worden vermeden door de revalidatieperiodes en opbouw naar fysieke paraatheid (wedstrijdfitheid) beter te respecteren.

Prof. Dr. Luc Vanden Bossche is hoofd-clubarts van KAA Gent, diensthoofd fysische geneeskunde en revalidatie aan het UZ Gent, en docent aan de faculteit geneeskunde binnen de afdeling revalidatiewetenschappen aan de Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content