Paul Van Himst wordt 75 jaar: ‘Ik zou de jeugd met de buitenkant leren spelen’

© KOEN BAUTERS
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Op 2 oktober wordt Paul Van Himst 75 jaar. Een verjaardagsgesprek met de beste Belgische voetballer van de 20e eeuw: ‘Andras Béres belde mij ooit om te vragen of ik geïnteresseerd was in Real Madrid, maar ik was maar een jaar of 22, thuis zaten we met drie kleine kinderen en in die tijd naar het buitenland gaan…’ .

Paul Van Himst ontvangt ons in de kantoren van koffiebranderij Brésor, het familiebedrijf in Relegem dat nu geleid wordt door zijn zoon Frank en zijn dochter Claudia. Aan de muur hangen enkele herinneringen aan zijn voetbalcarrière, onder meer een zwart-witfoto in Anderlechtshirt van toen hij amper achttien was.

Het idee dat we hem nu komen opzoeken ter gelegenheid van zijn nakende 75e verjaardag bezorgt hem gemengde gevoelens. ‘Omdat het betekent dat je oud wordt’, zegt hij. ‘Maar je kunt het niet tegenhouden, dus sta ik er ook niet bij stil.’

In december zal het al vijf jaar zijn dat Arlette, zijn echtgenote, aan kanker overleed, bedenkt hij. ‘Toen maakte ik een heel moeilijke periode door, maar nu ben ik weer gelukkig. Ik ga zoveel mogelijk kijken naar de kleinkinderen die voetballen. ’s Ochtends kom ik rond negen uur naar hier, ’s middags ga ik links en rechts eten en in de namiddag ben ik vrij te doen wat ik wil en ga ik rond vier uur wel eens een pint pakken met Eddy.’ Dat is zijn boezemvriend Eddy Merckx. ‘Soms komt hij ook naar hier om een koffie te drinken. Sowieso bellen we elke dag met elkaar, om te praten over het voetbal, de vélo en de kinderen. Thuis zitten is niet altijd ideaal.’

‘De dag voor de wedstrijd at ik dikwijls de staart van een kabeljauw, die mijn vrouw klaarmaakte in een papillot.’

Paul Van Himst

Zal er een van de kleinkinderen in jouw voetsporen treden?

PAUL VAN HIMST: ‘Dat weet ik niet. In het begin hoop je dat ze dat alle vijf zullen doen, maar de weg is lang en hard. Momenteel spelen er nog twee bij Anderlecht: één bij de U15 en één bij de U18. Voor hen is het extra moeilijk, want er is veel jaloezie.

‘Uiteraard spelen ook de omstandigheden een rol en die zijn nu anders. In mijn jeugd is het eigenlijk altijd maar voetbal geweest. We speelden het in de straat en in de weide. ’s Morgens gingen we een half uur vroeger naar school om te sjotten en ’s middags stond ik met de fiets in twee minuten thuis, was ik in vijf minuten klaar met eten en stond ik een kwartier later alweer op school te sjotten. Hoe meer je ermee bezig bent en hoe vaker je de bal raakt, hoe sterker je wordt. Op de speelplaats liepen wel honderdvijftig kinderen rond en wij speelden er klas tegen klas zonder herkenbare shirts aan, maar toch vonden we elkaar makkelijk. Dat helpt allemaal je ontwikkeling, denk ik, maar het moet er natuurlijk in zitten. Ik speelde heel goed met de buitenkant, maar niemand leerde mij dat ooit.’

Je ziet het bijna niet meer.

VAN HIMST: ‘Neen, soms hoor je zelfs dat ze zeggen: ‘Jij speelt met de buitenkant van de voet, dat moet je niet doen. Je moet de bal eerst met je linker controleren en dan met je rechter een pass geven.’ Dan moet ik wel eens slikken, want met de buitenkant spelen, is een gave die veel voordelen biedt. Ik zou de jeugd juist met de buitenkant léren spelen. Zo kun je sneller spelen. Zo kun je ook tot heel dicht bij een tegenstander komen, om dan pas een pass te spelen en door te gaan. Op die manier hoef je de 100 meter niet in 9 seconden te lopen.’

‘Hoe je speelt, hangt af van je lichaamsbouw. De benen van Garrincha waren zo krom als bananen, maar net daardoor deed hij bewegingen die alleen hij kon doen. Ieder zijn eigenheid.’

Paul Van Himst: 'Als ik aan de bal kwam, probeerde ik altijd gevaar te scheppen.'
Paul Van Himst: ‘Als ik aan de bal kwam, probeerde ik altijd gevaar te scheppen.’© KOEN BAUTERS

Jij werd Paul ‘Slalom’ Van Himst genoemd.

VAN HIMST: ‘Mijn voordeel was ook dat ik, op GeorgeKessler na, nooit een trainer had die vroeg om twintig meter achteruit te komen spelen. Ik voetbalde in de spits of in steun van een spits en mijn sterkte was dat wanneer ik aan de bal kwam, ik op de man afging en altijd probeerde gevaar te scheppen of een goal te maken. Ik kende ook het geluk dat toen ik zestien was, de generatie van Jef Mermans oud was en er veel van mijn generatie konden doorstromen.’

Tegenwoordig is dat blijkbaar moeilijker.

VAN HIMST: ‘De voetbalwereld is met die makelaars natuurlijk ook zodanig veranderd dat het bijna een handel is geworden. Als ik zie wat sommige jongens kunnen, denk ik dat er meer zou moeten uitkomen. Maar er moeten ook resultaten gehaald worden en als er te veel jeugd is, moet je soms een of twee jaar geduld kunnen opbrengen. Je moet een mix kunnen maken van geroutineerde spelers met drie, vier jonge spelers en die stilletjes laten groeien. In mijn tijd haalde voorzitter Albert Roosens, een groot voetbalkenner, met Pierre Sinibaldi een coach die ons lanceerde en ons liet voetballen zoals we graag voetbalden.’

Jullie worden wel eens de beste Anderlechtgeneratie ooit genoemd, maar behaalden nooit grote internationale successen. Hoe komt dat?

VAN HIMST: ‘We waren een klasseploeg, technisch heel begaafd en met veel voetbalintelligentie, maar we speelden tot bijna tegen de middenlijn op buitenspel, dus met heel veel ruimte in de rug, en dat speelde ons soms parten. Achteraan misten we iemand die ons nog meer kon laten geloven in wat we deden. We gingen naar Manchester en het eerste halfuur kwamen die mannen bijna niet aan de bal, maar bij de rust stond het wel 3-0 voor hen. Sinibaldi was een heel goeie trainer voor ons, maar hij hield helemaal geen rekening met de tegenstander. Wellicht speelden we toen het beste voetbal dat we ooit speelden, maar misschien misten we dat echt professionele om de tegenstander tot in de details te analyseren. Europees voetbal was toen ook nog niet met poules en bij de nationale ploeg ging alleen de eerste van de groep naar het EK of het WK.’

Als ik lees dat Roberto Martínez in Manchester met Kevin De Bruyne is gaan spreken, dan denk ik dat dit de zet van het WK is geweest.’

Paul Van Himst

En er was ook nog geen VAR.

‘Neen. Tegen het Nederland van Johan Cruijff, toen de beste ploeg ter wereld, speelden we twee keer 0-0. In Amsterdam trap ik met de buitenkant een wegdraaiende vrije trap, komt Jan Verheyen vanachter de verdediging ingelopen en kopt hij hem binnen, maar wordt het doelpunt afgekeurd voor buitenspel. Met de VAR waren wij toen naar het WK geweest.’

Waarom speelde ‘de blanke Pelé’ nooit in het buitenland? Kreeg je nooit de kans?

VAN HIMST: ‘Toch wel. Via een schoenenhandelaar hier in Brussel kon ik naar Modena, wat geen grote ploeg was in Italië. En Andras Béres, die trainer van Anderlecht was geweest en bevriend was met FerencPuskas, belde mij ooit om te vragen of ik geïnteresseerd was in Real Madrid, waar ze een vervanger zochten voor Alfredo Di Stéfano. Maar ik was maar een jaar of 22, we zaten thuis met drie kleine kinderen en in die tijd naar het buitenland gaan …’

Paul Van Himst was vier keer winnaar van de Gouden Schoen. Links van hem herkent u de piepjonge Adamo.
Paul Van Himst was vier keer winnaar van de Gouden Schoen. Links van hem herkent u de piepjonge Adamo.© KOEN BAUTERS

Real Madrid, Paul!

VAN HIMST: ‘Ja, dat weet ik, maar ik speelde bij Anderlecht zelf ook in een klasseploeg met kameraden met wie ik was opgegroeid en dan was er ook het familiale aspect. Er waren een beetje problemen bij mijn ouders, ik moest mijn moeder wat helpen. Tegenwoordig speelt het geld natuurlijk een grote rol. Tegen wat die jongens geboden wordt, kun je eigenlijk geen neen meer zeggen. Vorige week las ik nog ergens ‘150.000 euro per week’! Al is twee miljoen euro per jaar voor Adrien Trebel bij Anderlecht ook al niet mis natuurlijk.’

Hoeveel verdiende jij?

VAN HIMST: ‘Het meeste dat ik ooit bij Anderlecht verdiende, was 40.000 Belgische frank ( 1000 euro, nvdr) per maand, plus de premies en nog wat andere voordelen. In het begin werkte ik ook nog voor Albert Roosens, in kolen en mazout, en zo ben ik ook in de koffie terechtgekomen en kon ik 1990 dit bedrijf van Anderlechtbestuurder George Denil overnemen.’

In welke mate leefde je tijdens je carrière voor het voetbal?

VAN HIMST: ‘Ik was er enorm mee bezig. Na de training bleef ik altijd voor een massage. Mijn geluk was ook dat Arlette goed eten kon bereiden. Daarna rustte ik in de fauteuil met de benen omhoog. Je krijgt niets voor niks, zelfs al heb je veel kwaliteiten. Er zijn er veel die goed kunnen voetballen, maar er zijn er ook veel met veel talent die kapot gaan. Het is een leven waarvoor je kiest. Ik ben nooit iemand geweest die uitgaat en ik dronk bijna nooit alcohol. Het enige wat ik dronk, op een banket of een receptie van Anderlecht, was eens een glas champagne, omdat ze mij zegden dat het gezond was. De dag voor de wedstrijd at ik dikwijls de staart van een kabeljauw, die mijn vrouw klaarmaakte in een papillot. Op vakantie in de bergen ging ik bergop wandelen met een van de kinderen in mijn nek. Powertraining! Mijn leven stond in het teken van voetballen en presteren.’

ANDERLECHT NU

Wat vind je van het huidige Anderlecht?

VAN HIMST: ‘Wat ik er de laatste jaren mis, is creativiteit. Als ik zie hoe Genk speelt, mis ik bij Anderlecht een speler als Pozuelo.’

Een Paul Van Himst?

VAN HIMST: ‘Iemand die ertussen loopt met een goeie techniek en goeie ideeën, zoals ik er inderdaad een was. Ik ga akkoord dat het voetbal fysieker is geworden, maar iemand die met één pass drie man in de wind kan zetten, kan je veel moeite en loopwerk besparen.’

‘Soms doe ik mijn ogen dicht van al die tackles en ellebogen die ik tegenwoordig zie. Voetbal blijft uiteindelijk toch voetbal. Wanneer ik Barcelona en Real zie spelen, denk ik: daar kun je nog een voorbeeld aan nemen. Maar ik vrees dat Lionel Messi op basis van zijn fysieke tests bij sommige ploegen niet zou mogen meedoen. ( lacht) Als je een goed team wil, mag je dat niet taxeren op fysiek alleen. Daar zijn verschillende ingrediënten voor nodig. Pozuelo speelt in een ploeg die voetbal speelt en zo haal je de waarde van spelers omhoog.’

Op de schouders van Jan Mulder bij het vieren van de titel in 1972.
Op de schouders van Jan Mulder bij het vieren van de titel in 1972.© KOEN BAUTERS

Zie je je in het huidige voetbal nog meedraaien?

VAN HIMST: ‘Mocht ik weer 25 zijn en met hen meetrainen, dan doe ik zo mee. Alleen: een ploeg die met lange ballen speelt, is niet mijn ding. Als trainer moet je begrijpen dat je vedetten een zekere vrijheid moet laten. Ik moest Erwin Vandenbergh niet vragen om dertig, veertig meter achter een man aan te lopen, maar ik wist: stel ik hem op, dan sta je al 1-0 voor, want hij scoort altijd.’

‘Je moet spelers naar hun eigenheid laten spelen. Achterin stonden met Morten Olsen en Luka Peruzovic mannen met een mentaliteit van altijd maar geven, die er op training invlogen en niet konden verliezen. Toen ik die ploeg van Tomislav Ivic overnam, waren ze in zijn systeem met vijf verdedigers en een middenveld met schrik om de bal te verliezen niet meer gewoon van te voetballen. Wat ik vooral deed op training was 8 tegen 8 spelen zonder doelen en met per speler maar hoogstens twee keer na elkaar de bal raken om hen weer te leren bewegen. Want kwaliteit was er voldoende, anders zou je niet twee keer een Europese finale bereiken.’

‘Ik kon naar Real Madrid, maar ik speelde bij Anderlecht zelf ook in een klasseploeg.’

Paul Van Himst

Kan dat nu nog, Europees stunten?

VAN HIMST: ‘Ik denk dat je daarvoor moet investeren in twee à drie spelers van een grotere waarde dan de rest. Zet zo’n Pozuelo bij Anderlecht en je gaat andere dingen zien, want dat is een type dat ideeën geeft aan een ploeg. Een trainer, wie hij ook is, kan niet in het hoofd van zulke mannen kruipen, Tegen een Cruijff of een Hazard moet hij niet beginnen roepen ‘naar links’, want die zullen naar rechts gaan. Zulke gasten zijn er nodig. Hazard moest al twee jaar bij Real zitten. Met Mourinho achter zijn man de flank aflopen, was niets voor hem.’

Is hij beter dan Paul Van Himst?

VAN HIMST: ‘Ik denk dat hij even goed is. Maar Kevin De Bruyne was meer mijn type. Misschien is hij wel de beste passeur van Europa. Bij City speelt hij verder achteruit, wat makkelijker is, maar ik zou hem graag eens hoger zien staan en zelf ook meer in de carré zien komen.’

DE TRAINER VAN HIMST

Ben je ook tevreden over je trainerscarrière?

VAN HIMST: ‘Ja. Als je kampioen wordt en twee keer een Europese finale speelt en er daar ook één van wint, dan is dat een voldoening. Ik beklaag mij niks, maar soms zat het een beetje tegen.’

‘Toen ik de nationale ploeg van Guy Thys overnam, plaatsten we ons in een hele moeilijke groep voor het WK 1994 in de VS. Nadat we daar Marokko en Nederland klopten, waren we zeker van kwalificatie voor de achtste finales. Een gelijkspel tegen Saoedi-Arabië volstond om groepswinnaar te worden en in Orlando Ierland te treffen. Maar we verloren en moesten tegen Duitsland spelen. Dat is een van mijn grootste ontgoochelingen.

Een mooie actie van Paul Van Himst met de Rode Duivels op het WK 1970 tegen El Salvador. België won met 3-0, maar Van Himst scoorde niet.
Een mooie actie van Paul Van Himst met de Rode Duivels op het WK 1970 tegen El Salvador. België won met 3-0, maar Van Himst scoorde niet.© KOEN BAUTERS

‘Het was een goeie groep, alleen waren er voorin een beetje te veel spelers van hetzelfde type en daarom nam ik Josip Weber erbij. Misschien liet ik toen iets te veel blijken dat hij Belg zou worden, want dat nam Marc Wilmots niet in dank af en Luc Nilis ook niet. Maar ze mogen zeggen wat ze willen: Josip was misschien niet de grootste voetballer, maar hij was snel en kon een goal maken en met Marc Degryse vormde hij het beste koppel.’

Maar hij kon niet goed kaarten…?

VAN HIMST: ‘Die mannen speelden poker en Josip verloor geld, maar ze kwamen niet overeen voor de betaling en de speler die mij dat achteraf vertelde, heeft gezegd: we laten alles vallen. Daar is dus wrijving gekomen. Blijkbaar waren die bedragen redelijk hoog. Daar zijn toen dingen gebeurd die we niet wisten en die normaal niet mogen gebeuren, zoals ook mannen die nog op stap bleken te zijn geweest nadat wij al gaan slapen waren.’

Is de huidige nationale ploeg de beste ooit?

VAN HIMST: ‘Collectief wel. Als ik lees dat Roberto Martínez in Manchester met Kevin De Bruyne is gaan spreken, dan denk ik dat dit de zet van het WK is geweest. Want Kevin is karakterieel geen makkelijke jongen, maar in Rusland stelde hij zich helemaal ten dienste van de ploeg en werkte hij op het middenveld als een zot.’

Romelu Lukaku, 25, onttroonde jou vorig seizoen als topscorer aller tijden van de Rode Duivels.

VAN HIMST: ‘Hij gaat er nog dertig maken, denk ik, als ik zie hoe sterk die ploeg is en hoe makkelijk ze hun matchen winnen tegen zogezegd makkelijke tegenstanders als IJsland uit. Hij is een ander type spits, een echte spits, een beest, iemand die alleen zijn plan trekt voorin en technisch toch ook al wat verbeterd is. Tegenwoordig spelen ze natuurlijk ook veel meer interlands dan wij destijds.’

Wat is de mooiste goal die je ooit maakte?

VAN HIMST: ‘Een van de mooiste was zeker die met België tegen Italië in Anderlecht. Raoul Lambert was op een counter naar rechts uitgeweken, gaf een hele lange center en ik kwam van ver en zonder dat de bal de grond raakte, zette ik hem in de hoek binnen.’

Ben je nog ambassadeur van de Rode Duivels?

VAN HIMST: ‘Neen. Toen Arlette zwaar ziek was, ben ik niet meer mee geweest. Toen alles achter de rug was, kreeg ik telefoon met de vraag of ik met de sponsors wou meegaan naar het WK in Brazilië. Ik zei ja, maar twee, drie dagen voor het vertrek kreeg de ex-man van Claudia een zware beroerte in Grenoble en wou Youri zijn vader gaan bezoeken. Dat was een heel zware week en uiteindelijk belde ik af. Sindsdien hoorde ik niemand meer. Ik kan nog steeds naar de wedstrijden gaan kijken, maar dan moet ik bellen voor tickets en daar heb ik geen zin in. Ik kijk op tv.’

Wat leerde het zakenleven je?

VAN HIMST: ‘Dat je mensen goeie kwaliteit en goeie service moet bieden en correct moet zijn met hen. Ik bedoel: je moet geen koffiemachine van 10.000 euro verkopen aan iemand die er één nodig heeft van 1000 euro. We zijn een familiebedrijf dat zijn goeie mensen probeert te houden.’

HET DAGELIJKS LEVEN

Georges Heylens zei ons onlangs dat er tussen de spelers van jullie destijds toch hechte Anderlechtgeneratie na jullie carrière nog maar weinig contact is geweest, hoewel jullie in elkaars buurt woonden.

VAN HIMST: ‘Er zijn ook geen reünies meer. De laatste keer dat we samenkwamen, is er een probleem geweest tussen twee spelers, waarbij er een glas over de ene zijn hemd is terechtgekomen, en er is toen gezegd: dat doen we niet meer. Als ik naar Knokke ga, zie ik nog wel eens Jef Jurion.’

Intussen zijn er ook al veel van hen overleden. Jean Trappeniers, Jean Plaskie, Jean Cornelis, Martin Lippens, Pierre Hanon, …

VAN HIMST: ‘… Jacques Stockman, Wilfried Puis, … Het zijn er veel in een korte periode geweest. Weet je wat Jef zegt? ‘Paul, zolang wij maar leven, hé, de rest moet je je niet aantrekken.’ Hij is 81 ondertussen.’

Ga je naar hun begrafenissen?

VAN HIMST: ‘Ja, omdat het toch jongens zijn met wie je je leven een beetje versleten hebt. Het zijn momenten dat je eens nadenkt. Toen Laurent Verbiest in 1966 verongelukte, ben ik de dag erna met Jef zelfs nog naar hem gaan kijken in het doodhuizeke.’

Denk je soms aan de dood?

VAN HIMST: ‘Ik probeer er niet aan te denken. Voor het gemoed probeer ik het te zien als iets wat we allemaal zullen meemaken, maar natuurlijk… als je er dieper op ingaat… Ik maakte het mee met Arlette en ik kan mij nu inbeelden wat ze op het laatst meemaakte met de kinderen en de kleinkinderen… ‘

Je naasten loslaten?

VAN HIMST: ‘Ja, dat moet zwaar zijn…’

Kan je geloof je daarbij helpen?

VAN HIMST: ‘In iets geloven kan je voldoening geven en bij mij zijn er al zaken geweest waardoor ik zou kunnen geloven dat we elkaar ooit nog eens kunnen tegenkomen.’

Wat bedoel je?

VAN HIMST: ‘Neen…’ ( hij geeft aan dat hij daar niet over wil spreken, nvdr)

‘Je moet een beetje geluk hebben. Voor hetzelfde geld was ik ook al weg. Ik stond ’s ochtends op en zakte door mijn benen. De eerste drie, vier dagen ben ik heel slecht geweest. Arlette zei altijd dat ze thuis wou verzorgd zijn, maar toen ik in het ziekenhuis lag, wou ze wel opgenomen worden om bij mij te zijn. Ze is de zaterdagochtend binnen gekomen en de woensdagochtend overleed ze. Ik kon mijn rechterbeen niet meer bewegen en dan begin je al eens na te denken… Maar dankzij een kinesist uit Denderhoutem ben ik er stilletjes aan weer bovenop gekomen. Die jongen kwam twee keer per week en heeft mij echt veel geholpen. Ik moet hem eens bellen.’

Waarvan geniet je nu nog het meest?

VAN HIMST: ‘Van mijn dagelijks leven. Van een familiefeestje, van eens te gaan eten en af en toe een pint te gaan pakken en met kameraden links en rechts een keer te blijven hangen.’

Wat zou je nog willen meemaken in het leven?

VAN HIMST: ‘Als je wat ouder wordt, hoop je in de eerste plaats dat je nog een lange tijd goed zult blijven en zult kunnen blijven doen wat je graag doet en dat je familie van ziekte gespaard zal blijven. En voor de rest, mocht ik nog een jaar of tien leven: dat een van de kleinkinderen in de eerste ploeg van Anderlecht kan spelen.’

Fiche Paul Van Himst

Geboren op 2 oktober 1943 in Sint-Pieters-Leeuw

Spelerscarrière

– Anderlecht (1959-1975)

566 wedstrijden: 457 in 1e klasse, 53 in de beker, 37 in EC1, 1 in EC2, 2 in EC3, 16 in de Beker der Jaarbeurssteden.

309 doelpunten: 236 in 1e klasse, 41 in de beker, 20 in EC1, 1 in EC3, 11 in de Beker der Jaarbeurssteden.

8 keer landskampioen (in 1962, 64, 65, 66, 67, 68, 72 en 74)

4 keer winnaar van de beker van België (in 1965, 72, 74 en 75).

Clubrecordhouder aantal wedstrijden in de eerste klasse

Clubrecordhouder aantal bekerwedstrijden

Clubrecordhouder aantal doelpunten in één competitiewedstrijd (5 tegen Tilleur op 2 mei 1965)

Clubrecordhouder aantal doelpunten in één Europese wedstrijd (5 tegen Valkeakoski op 14 september 1966)

Gouden Schoen in 1960, 61, 65 en 74

Gouden Schoen van de 20e eeuw

Verkozen tot beste Belgische speler van de 20e eeuw

Laureaat van de trofee voor sportverdienste in 1974

Topschutter in de eerste klasse in 1964 (26), 66 (25) en 68 (20)

– RWDM (1975-76)

25 wedstrijden, 1 doelpunt

– Eendracht Aalst (1976-77)

Trainerscarrière

Anderlecht

1982 (UEFA-juniores), 1983-85 (eerste elftal)

Landskampioen in 1985

Winnaar van de UEFA Cup in 1983 tegen Benfica (1-0 en 2-1)

RWDM

1987-89 (technisch directeur)

Rode Duivels

(1991-96)

Eendracht Aalst

1976-81

In het gezelschap van mooi volk: Pelé, Eusébio en Rinus Michels.
In het gezelschap van mooi volk: Pelé, Eusébio en Rinus Michels.© KOEN BAUTERS

DE EERSTE BLANKE PELÉ

De Rus Edoeard Streltsov. De Hongaar Flórián Albert. De Pool Wlodzimierz Lubanski. De Nederlander Johan Cruijff. Allemaal werden ze wel eens de blanke Pelé genoemd. Maar de eerste die deze eer te beurt viel, was Paul Van Himst. Dat was in het Franse weekblad Le Miroir des Sports van maandag 30 december 1963. ‘De 25e december speelden we met de Rode Duivels een oefenmatch tegen Frankrijk in het Parc des Princes’, herinnert hij zich. ‘In de trein zei toenmalig bondscoach Constant Vanden Stock mij: ‘Paul, het is in Frankrijk en vooral in Parijs dat reputaties gemaakt of gekraakt worden.’

Dat sloeg ook op invloedrijke Franse media als de krant L’Equipe en het magazine France Football. Van Himst, pas twintig jaar toen, zou die dag alles kapot spelen. ‘De goden waren mij gunstig gezind’, vertelt hij. ‘Van de eerste tot de laatste minuut lukte alles mij. We wonnen met 1-2 en ik maakte beide doelpunten, een met de linker en een met de rechter. Bij de winning goal lobde ik verdediger Marcel Artelesa en trapte ik de bal vervolgens in één tijd in de kruising. Ik denk dat ik in die wedstrijd ook wel een keer of vier de bal tussen de benen van mijn directe tegenstander Pierre Michelin speelde. Ik weet nog dat er mij nadien een Franse journalist vroeg hoelang ik nog in België zou blijven voetballen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content