Propere Handen: loodst Boes het BAS door het bos?

© Getty Images/iStockphoto

Onder leiding van Marc Boes buigt het Belgisch Arbitragehof voor de Sport zich over de vermeende matchfixing bij de match KV Mechelen-Waasland-Beveren van maart 2018.

Ook het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) heeft intussen urenlang geluisterd naar pleidooien over het matchfixingluik van operatie Propere Handen. Die zaak draait rond vermeende competitievervalsing bij de wedstrijd KV Mechelen – Waasland-Beveren van 11 maart 2018. Beide clubs moeten nog altijd vrezen voor een (ergere) straf nadat in eerste aanleg de Geschillencommissie Hoger Beroep (GHB) van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) op clubniveau enkel Malinois strafte. De kampioen van 1B werd veroordeeld tot een verlengd verblijf in 1B.

Dit is geen cadeau.’ Marc Boes

Belangrijk nu wordt niet enkel wát het BAS beslist, maar ook wannéér. Met het oog op komend seizoen is er in principe tot 15 juli om een club nog in een andere afdeling te zetten door een verplichte degradatie op te leggen. Valt het verdict ná 15 juli, dan kan zo’n degradatie reglementair ten vroegste op het eind van het seizoen 2019/20.

Maar die deadline van 15 juli is ook relatief. De kans is groot dat partijen na de BAS-procedure nog naar de rechtbank stappen. Ook ná 15 juli zal de vraag blijven hoe de Pro League, de vereniging van profclubs, en de KBVB reageren op nieuwe juridische ontwikkelingen. Toen Namen in 2007 naar de rechter stapte voor een dispuut rond de licentie van Geel, hevelde de bond beide clubs nog over naar de tweede klasse toen het seizoen daar al bezig was.

Geen deadline

De uitspraak van het BAS kan niet enkel de reeksindelingen van 1A en 1B beïnvloeden, maar ook de verdeling van de Europese tickets. Bij een veroordeling mag KV Mechelen, de bekerwinnaar, Europa niet in. Dus zijn zelfs de ogen van de Europese voetbalbond op het BAS gericht. Ook op dat front is de (tijds)druk groot; het Europese seizoen begint, net als het nationale, deze maand. ‘Dit is geen cadeau’, liet BAS-arbiter Marc Boes zich vorige week dan ook ontvallen over zijn aanstelling als voorzitter voor deze zaak. Er was hem eerder al eens gevraagd om deze zaak te leiden, zei hij, maar toen had hij nog gepast. Pas na de mislukte aanstellingen van twee andere voorzitters zwichtte Boes.

Velen vroegen zich af waarom het, na de relatief vlotte aanstelling van Jacques Richelle en Marinus Vromans, zo lastig was om uit de meer dan vijftig BAS-arbiters een derde man te plukken zonder opzichtige link met dit dossier. Maar omdat dit een Nederlandstalige zaak is, kwam meteen de helft van de arbiters niet in aanmerking. Ten tweede zijn verscheidene arbiters niet bevoegd voor voetbalzaken. En gezien het gewicht van dit dossier leek het ten slotte niet opportuun om deze zaak aan een jonge arbiter te geven. In de serieus kleiner geworden vijver zwom onder meer nog Boes, een professor emeritus van 73.

De maturiteit van Boes kwam meteen van pas toen de pers vorige week in zijn nek hijgde met de vraag of de deadline van 15 juli zou gehaald worden. ‘Wíj hebben geen deadline’, repliceerde Boes rustig. Hij gaf aan zich bewust te zijn van ‘de relevante data in dit dossier’ en sprak de intentie uit om die te halen, maar hij zei óók dat hij voorbij 15 juli zal gaan als daar gegronde redenen voor zijn. De opmerking dat dat voor de organisatie van het komende kampioenschap chaos zou creëren, counterde hij droog: ‘Dat is mijn probleem niet.’ Mocht Boes het tegenovergestelde gezegd hebben, had hij zich impliciet aan de zijde van de KBVB geschaard, de belangrijkste partij die aandringt op een snelle beslissing. Maar het BAS moet zijn naam van onafhankelijke en onpartijdige beroepsinstantie waarmaken.

Marc Boes tussen zijn collega's Marinus Vromans (l.) en Jacques Richelle, die namens het BAS oordelen over het matchfixingluik van Propere Handen.
Marc Boes tussen zijn collega’s Marinus Vromans (l.) en Jacques Richelle, die namens het BAS oordelen over het matchfixingluik van Propere Handen.© belgaimage

Boes’ verklaringen impliceren trouwens niet dat hij op tijdsvlak de teugels wil vieren. Toen de raadsman van Thierry Steemans, de voormalige financieel directeur van KV, vroeg of hij pas op 9 juli mocht pleiten, repliceerde Boes met een resolute njet. Onduidelijk blijft in welke mate Boes achter de BAS-schermen onder druk gezet wordt om snel te handelen, en als dat zo is: of dat een professor emeritus van 73 imponeert. Op 12 juni 2019 mailde het BAS naar de partijen: Gezien de urgentie die met name door de raadslieden van de KBVB wordt ingeroepen en die gemotiveerd is door de noodzaak om tegen 30 juni 2019 de reeksen en (Europese) kalenders te kunnen bepalen, wordt de termijn voor de eventuele wraking van arbiters ingekort. Die zin werd ondertekend door Frédéric Carpentier, plaatsvervangend voorzitter van de BAS-arbiters. Kennelijk wist zelfs het BAS toen nog niet dat de genoemde deadline op aansturen van de Pro League stilletjes was verschoven naar 15 juli. Maar nog belangrijker: blijkbaar wil het BAS zich als instantie wél laten leiden door een deadline. Dat Boes zich zeker niet helemaal aan die jachtige context kan onttrekken, bleek uit zijn repliek toen Sport/Voetbalmagazine hem vroeg waarom hij zijn onafhankelijkheidsverklaring niet accurater had ingevuld. Hij antwoordde dat het snel was moeten gaan.

Rel rond Verbist

De heisa rond die verklaring kwam er omdat Boes niet vermeld had dat hij actief is in een advocatenkantoor waar ook leden werken van de GHB, twee mannen die weliswaar niét betrokken waren bij de eerdere behandeling van deze zaak. De vzw Malinwa Supportersorgaan, die de KV-fans vertegenwoordigt, proefde er toch een argument in om ook tegenover Boes een wrakingsverzoek in te dienen. Maar nóg sterker struikelde die vzw over een ándere collega in het advocatenkantoor van Boes: Cyriel Coomans. Als lid van de raad van bestuur van het BAS nam Coomans in maart 2019, met het Propere Handenproces in aantocht, mee het initiatief om Herman Verbist, de algemene voorzitter van de BAS-arbiters, een halfjaar opzij te schuiven in voetbalzaken. Volgens het BAS was er een belangenconflict.

Tim De Hertogh, raadsman van de vzw Malinwa Supportersorgaan, werpt op dat het BAS zijn eigen regels schond, omdat een beslissing zoals die over Verbist volgens hem genomen moet worden door de BAS-benoemingscommissie. De Hertogh tilt zwaar aan dat gegeven omdat Verbist zich in publicaties al uitliet over arbitrageprocedures zoals deze, waarbij er nog een strafzaak op stapel staat. Volgens De Hertogh blijkt uit die publicaties dat Verbist vindt dat in zo’n geval de arbitrageprocedure on hold moet gezet worden tot de strafzaak is afgerond. Ook Boes, Vromans en Richelle zullen zich moeten uitspreken over dat deelaspect van deze zaak. Volgens De Hertogh liggen de kaarten in die discussie anders wanneer de algemene voorzitter van de arbiters daar een duidelijk standpunt over heeft maar net nu buitenspel is gezet. En nog volgens De Hertogh kan Boes niet objectief beoordelen of zijn kantoorgenoot Coomans over de schreef ging bij dat opzijschuiven van Verbist.

De rel rond Verbist is interessant en wint mogelijk nog aan relevantie als dit dossier bij een rechtbank belandt. Maar tegelijkertijd dreigt de discussie rond Verbist de aandacht wat af te leiden van het initiële kernvraagstuk in dit dossier. Dat is nog altijd: wie werkte mee aan de poging(en) tot matchfixing van maart 2018?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content