Ritchie De Laet (Antwerp): ‘Het is nu meer denken, meer de rem op’

© Christophe Ketels
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Als in het weekend de Antwerpse derby op het menu staat, moet je gaan horen bij Ritchie De Laet, de kapitein van Antwerp. Een voorsmaakje van het gesprek met Sport/Voetbalmagazine.

Het is met de club dit seizoen zoals met het weer deze zomer: wisselvallig. Dat liet Antwerp deze week in Europa nog eens zien. Het ene moment in euforie, met een overlevingskans na de winter door de 1-2 bij Frankfurt en vervolgens was er die diepe ontgoocheling bij de 2-2. Ook voor De Laet ging het op en neer. ‘Linksback, rechtsback, centraal achterin… dat lijkt de enige verklaring. Het is waar de trainer me nodig heeft, maar het zou mij helpen mocht ik een paar weken, zoals nu op rechtsback, op dezelfde positie staan.’

Hij is het met ons eens dat hij minder presteert dan vorig seizoen. ‘Het is ook anders nu. Vorig seizoen was makkelijker voor een verdediger: onder Ivan Leko had je je man en gedaan.

Frank Vercauteren speelde iets meer in zone, maar hij zei wel: ‘Als je moet gaan, ga je helemaal.’ Nu is het puur zone en meer in positie blijven, want op links staat met Sam Vines iemand die veel meters maakt. Ik moet daardoor vaak mee naar binnen sluiten, terwijl mijn spel meer is van: geef mij een naam en ik steek die wel onder de grond. Het is nu meer denken, meer de rem op. En nu Faris Haroun nog niet veel heeft gespeeld, heb ik ook meer verantwoordelijkheid als kapitein. Links of rechts probeer ik de jonge gasten bij te sturen, wat misschien een paar procenten van mijn eigen spel wegpakt.

‘Tegen de coach en de spelers heb ik gezegd: als je een kapitein wil die een schouderklopje komt geven bij elk overstapje, ben ik niet jullie man. Als het goed gaat, zeg ik niet veel. Als het slecht gaat wél. Niet braafkes, maar hoe het is, met heel veel f-woordjes. Op het veld hé, daarna is dat vergeten. Gisteren ( dinsdag, nvdr) ben ik op training – ik was nog moe van Sint-Truiden en alles deed nog zeer – in een spelletje balbezit uitgevlogen tegen Pierre Dwomoh na twee slechte passes. Ik heb die onder de grond gestoken, dan maakt het me niet uit dat hij pas zeventien is. Ik ben geen schouder om op te huilen. Tijdens de match is Birger Verstraete mijn go to-speler om oogcontact mee te maken, om te vragen: wat denk jij?’

Met de coach is een en ander doorgesproken. Good cop, bad cop, met een duidelijke taakverdeling. ‘De coach is altijd heel positief ingesteld, die gaat nooit iemand met de vinger wijzen, maar altijd naar het collectief kijken. Altijd het goeie proberen vinden, zelfs in een slechte wedstrijd of een slechte helft. Dat siert hem. We zitten veel samen en dan zegt hij: ‘Laat mij het positieve benadrukken en als jij het nodig vindt om iemand met de vinger te wijzen, doe je maar. Ik steun je honderd procent, ook al ben je misschien verkeerd.’ Wij zitten momenteel met zoveel jonge spelers dat ik soms niet zeker weet of dat wel bij hun karakter past, dat wijzen. Dat ben ik nog aan het uitzoeken: bij wie kan ik dat doen, bij wie niet.’

Lees het volledige interview met Ritchie De Laet deze week in Sport/Voetbalmagazine of in onze Plus-zone.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content