Bij elk wedstrijd van de Rode Duivels op de Heizel gaat een deel van de opbrengsten uit de catering naar paars-wit, zo brengt Sport/Voetbalmagazine deze week aan het licht.
Toen Racing Jet in 1988 de Heizelvlakte verliet en naar Waver verkaste, waren er een pak jeugdspelers die niet meegingen. Om voor hen een oplossing te zoeken en ook voor het beschikbare veld van de Kleine Heizel, nam de toenmalige burgemeester Hervé Brouhon contact op met Anderlechtvoorzitter Constant Vanden Stock.
Die wou wel meewerken, maar aan dezelfde condities als de vorige exploitant van het domein. Racing Jet had namelijk van de stad de toelating verkregen om eten en drank te verkopen bij alle evenementen die op de Heizel plaatsvonden, zoals interlands van de Rode Duivels, de bekerfinale, de Memorial Van Damme en … concerten.
Sinds 2008 beperking tot sportmanifestaties
De vzw RSCA Center Brussels erfde dus die rechten, al werden ze in de loop der jaren wel wat bijgesteld. In het schepencollege rees er bij sommigen immers protest tegen de flinke sommen die paars-wit opstreek wanneer er vedetten als Céline Dion, Johnny Halliday of Bruce Springsteen passeerden.
Sinds 2008 geldt er voor de vzw een beperking tot sportmanifestaties in het kader van het BOIC. Voetbal en basketbal horen daarbij, maar bijvoorbeeld niet de recente rugbyinterland België-Nederland. De opbrengsten daarvan, en die van de niet-sportgebonden manifestaties, gaan naar de vzw Prosport.
Zes keer profijt in 2011Maar zelfs dan heeft Anderlecht niet te klagen. In 2011 trok het profijt uit zes evenementen: de interlands van de Rode Duivels tegen Azerbeidzjan (35.000 toeschouwers), Turkije (45.000), de Verenigde Staten (18.000) en Kazachstan (35.000), de bekerfinale Westerlo-Standard (27.000) en de Memorial (45.000).
Alles samen maakt dat 205.000 aanwezigen, wat overeenkomt met bijna negen keer een vol huis in het Vanden Stockstadion. Reken een euro winst per verkocht drankje of broodje, dat is mooi meegenomen.
“Reglementering strikter”“Maar dat moet toch enigszins genuanceerd worden”, zegt Emile Servranckx, de executive director van RSCA Center Brussels. “Aanvankelijk waren het vrijwilligers die in de kraampjes stonden, maar door de Voetbalwet is de reglementering veel strikter geworden. Zo werd het bijvoorbeeld verboden om nog hamburgers te bakken binnen het stadion.”
“Daarom zijn er een twintigtal barakken opgetrokken rond het stadion. We moeten nu in onderaanneming werken, momenteel is dat met de cateringfirma Bevers. De huur van de locaties en de burelen op de Heizel, personeel, stewards … dat kost ook allemaal geld. Het is dus bijlange niet zo dat al wat binnenkomt naar ons gaat.” (BG/SVV)
