Ruud Vormer openhartig: ‘Ik ben echt geen moeilijke voor een coach’

© Inge Kinnet
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Ruud Vormer (32) is vanavond tegen Dortmund toe aan zijn 46e Europese wedstrijd voor Club Brugge. Op onze vraag legt de aanvoerder zijn ziel bloot. ‘Dat mag wel in interviews, open zijn, toch?’

Ruud de voetballer

Hoe gaat het met Ruud de voetballer?

Ruud Vormer: ‘Heel goed, ook al zijn het rare tijden. Mijn evolutie als voetballer hier in Brugge is zeer positief geweest, in een heel andere rol dan vroeger, toen ik nog een nummer zes was. Mooie dingetjes gewonnen, titels, beker, Gouden Schoen. En dat allemaal voor 500.000 eurootjes transfersom ( lacht). Fysiek ben ik hier zeker beter geworden, mentaal ook. Voetballend is het hetzelfde gebleven, denk ik.

‘Zelfvertrouwen? Had ik altijd wel een beetje, daar is niks aan veranderd. Door iedere wedstrijd te spelen en ervaring op te doen, ga je wel leren doseren. Vroeger was het nog eerder speels, nu is het business. De aanvoerdersband heeft me niet veranderd. Buiten het veld komen wat jongens naar je toe, dat is wel meer dan eerst, maar voor de rest: het is een band hé, je wil toch samen dingen bereiken, winnen.

Sinds mijn zoon voetbalt, begrijp ik beter dat ouders langs de zijlijn er helemaal in opgaan.’

Ruud Vormer

‘Ik ben ’s ochtends altijd eerste op het complex, samen met Brandon Mechele en Simon Mignolet. Vijf voor negen moeten we hier zijn. Ik breng de kleintjes iets over acht naar school en dan rijd ik door. Het is maar vijf minuutjes, ik ben dus altijd goed op tijd. Stiptheid is belangrijk. De opwarming voor de training doen we nu allemaal samen, dat is dit seizoen nieuw. Performers, zij die voor het publiek spelen en voor wie trainingen misschien iets minder belangrijk zijn, hebben het nu moeilijker omdat we zonder publiek spelen. Zelf heb ik dat ook wel een beetje nodig, merk ik, dat de fans me wat pushen.’

De opbouw speelt zich de laatste twee jaar meer af op rechts. Welke invloed heeft dat op jouw spel?

Vormer: ‘Minder goals, dat is gewoon zo. Ik heb nog de periode Limbombe meegemaakt, die had een fantastische voorzet, ik hoefde er maar tegenaan te lopen en hij zat. Hetzelfde als Hans Vanaken nu met mij. Met Mata en Diatta aan de rechterkant gebeurt het daar, daarom kom ik wat minder in doelpuntenfases. Het zij zo. Maar als hij valt, ben ik er wel blij mee. Die traptechniek, daar heb ik met die ouwe, mijn vader, vroeger heel hard aan gewerkt. Uren op een dag. Na schooltijd zei die: ‘Kom Ruud, we gaan.’ Niet alleen vrije trappen, ook lange ballen, een-tweetjes, links, rechts. Daar word ik nu voor beloond. Dat is ook mijn raad aan jonge jongens: train erop, gewoon doen. Oefenen! Ronald Koeman heeft mijn vrije trap nadien bijgesteld. Ik nam altijd een langere aanloop. Lekker! Maar Koeman zei: ‘Ga nou dichter bij de bal staan, dan heb je veel meer controle over je lichaam.’ Je moet de bal wel iets harder raken, maar ook dat is trainbaar.’

Ruud Vormer in actie tegen Joachim Van Damme van KV Mechelen: 'Met de jaren leer je makkelijker over het resultaat heen stappen.'
Ruud Vormer in actie tegen Joachim Van Damme van KV Mechelen: ‘Met de jaren leer je makkelijker over het resultaat heen stappen.’© Belga Image

Kan je om met kritiek?

Vormer: ‘Mag, maar hangt af van wie. Als ik het van mijn vader krijg, accepteer ik het heel snel, omdat hij me kent, de context, de taken. Kritiek in de media hoort erbij. Je kan niet altijd 100 procent zijn, ook al train je en leef je er 100 procent voor. Soms is het moeilijk om de kritiek te lezen, maar ik denk dan: ach, het is niet dat ze het beter kunnen.

‘De ploeg evolueert goed binnen de Europese context, vind ik. Tegen Lazio waren we ontevreden over de 1-1. Twee, drie jaar geleden zou dat nog feest in de kleedkamer geweest zijn. Daaraan zie je dat je stappen maakt, want ik heb nog anders meegemaakt. Porto, Leicester City. Af en toe heb je nog wel eens een uitschuiver, Manchester United, PSG, tegen de echte topclubs. Daarom ook ben ik benieuwd wat het met Dortmund wordt. Maar kijk naar Tottenham. Met agressie, power, kan misschien toch iets, wie weet. Antwerp gaf je vooraf toch ook geen kans? Ze zullen in Londen wel zeggen van niet, maar misschien had het ook wel met nonchalance te maken.’

Mag tussendoor de bank al een keer meer, in het kader van rotatie?

Vormer: ‘Liever niet, nog steeds niet, ondanks de leeftijd. Dat is zo moeilijk om te accepteren. Ik begrijp de coach, maar ik ben niet moe en dan wil je graag in je ritme blijven.’

Met 25 man in de kern wil iedereen zich graag eens tonen.

Vormer: ‘Dat is het. Het hoort erbij, maar het is niet leuk.’

Tussendoor op de bank zitten? Liever niet, nog steeds niet, ondanks de leeftijd.’

Ruud Vormer

En zou je nog tegen een waterzak schoppen, zoals onder Leko bij een wissel?

Vormer: ‘Dat wordt dan zo uitvergroot, hé. Niet meer zo snel, denk ik, daar ben ik iets slimmer in geworden. Maar het was Gent, we stonden gelijk… Je zegt het beter achteraf tegen de coach in de kleedkamer. Maar je zit zo in die wedstrijd en je wil zo graag winnen. Dat fabeltje dat daarna de ronde deed – Leko en Vormer kunnen niet samen – houdt geen steek. Ik denk dat ik met alle trainers wel oké ben. Ik ga niet heel veel dingen vragen, vaak komen ze zelf naar mij. Ik ben echt geen moeilijke voor een coach.’

Waar ga jij je adrenaline halen als het voorbij is?

Vormer: ‘Dat zie ik nog wel, waar mijn passie ligt. Misschien jeugd. Daar ben ik nog niet zo erg mee bezig. Soms denk ik er wel eens aan, wat over drie vier jaar? Maar het lijkt nu nog zo ver weg.’

Ruud de papa

Drie kinderen heb je inmiddels. Hoe ben je als vader?

Vormer: ‘Een makkelijke, ik laat veel toe. Roos is iets strenger. Als ze een snoepje willen, krijgen ze het van mij, Roos zegt dan sneller: ‘Straks eten, neen.’ Ik probeer ook altijd leuke dingen met ze te doen. Mezelf neem ik het wel eens kwalijk, in deze tijden, dat ik er wel ben, maar als ik straks thuis kom, toch weer even ga slapen. Ze willen dan liever met papa spelen, maar soms kan dat niet. Mijn zoon begrijpt dat al, mijn dochtertje iets minder en de kleinste weet het allemaal nog niet. Maar als ik het niet doe, ben ik kapot. Ik doe dat al mijn hele carrière en voel me daar goed bij, waarom dan switchen? Roos zegt dan: ‘Ruud, waarom jezelf dat kwalijk nemen? Nog een paar jaar knallen en dan kan je er altijd voor ze zijn.’ Dat maakt me dan weer een beetje blij.’

Ruud Vormer: 'Ik ben een makkelijke papa, ik laat wel veel toe.'
Ruud Vormer: ‘Ik ben een makkelijke papa, ik laat wel veel toe.’© Inge Kinnet

Ben je een bezorgde papa? De jongste heeft wat gezondheidsproblemen.

Vormer: ‘Een immuunprobleem. Hij krijgt ’s morgens en ’s avonds antibiotica en sinds we dat doen, gaat het beter. Daar maak ik me wel weer druk om, ja. De andere twee zijn vier en acht, dat gaat goed. Ik wilde graag twee kinderen, maar Roosje heeft me een beetje gepusht ( lacht). Ik heb één zus, Roos komt uit een gezin van vier. Drie is mooi. Altijd leven, drie kinderen, een hond.’

Als de kinderen ’s nachts wakker worden, is het wel de mama die opstaat.

Vormer: ‘Ja. De mama kan dat beter, vind ik. Mijn moeder kwam ook altijd. Als ik de dag erna moet trainen, en Roosje is vrij… Kom! Dat gaat gewoon heel goed!

‘Mijn zoon mag voetballer worden, maar moet er dan wel alles voor geven. Papa was ook streng met mij. Hij wist wat in me zat en als ik dat straks, over vijf jaar, bij Valente zie, ga ik ook strenger zijn. Als het niet in hem zit, moet hij vooral veel plezier hebben. Maar als hij het wil, hij kan het en hij laat het soms lopen, ga ik er wel opzitten. Dat merk ik nu al af en toe met de wedstrijdjes.

Ik denk dat ik wel een goeie man ben, maar ik weet dat ik soms moeilijk kan zijn.’

Ruud Vormer

‘Ik begrijp ouders langs de zijlijn nu beter, dat die er helemaal in opgaan. Vroeger snapte ik dat niet, ouders die schreeuwden. ( blaast) Dat bezorgt een kind stress – dat weet ik – maar die ouders willen het beste. Ik vraag hem nu vaak in de auto wat hij er zelf van vond. Deed mijn vader ook. En daar speel je dan wat op in. Hij speelt bij Knokke, U10. Niet bij Club, daar is hij nog niet goed genoeg voor. Maar hij haalt er wel energie uit. Wel wachten straks: als de vriendjes uitgaan en hem meevragen, de meisjes komen… Van mijn papa mocht ik op stap, maar alleen als we geen voetbal hadden.’

Hoorn by night was wellicht ook geen paradijs.

Vormer ( lacht) ‘Neen, er was niet zoveel te doen. De jongens gingen naar Amsterdam, maar voor mij was het thuis blijven. Dat profvoetballer worden zat zo in mijn hoofd dat ik het op dat moment geen ramp vond.’

Je zus is nog geboren in Amsterdam, maar toen zijn je ouders verhuisd. Was je niet graag in Amsterdam opgegroeid?

Vormer: ‘Eigenlijk nooit over nagedacht. Ik vond Hoorn wel gemoedelijk en relaxed. Misschien was Amsterdam wel harder geweest.’

Ruud de echtgenoot

Ben je een goede echtgenoot?

Vormer: ‘Dat moet je Roos vragen. Ik denk dat ik wel een goeie man ben, maar ik weet dat ik soms moeilijk kan zijn. Sjacherijnig na een wedstrijd, heb je wel eens, al leer je met de jaren wel al een keer makkelijker over het resultaat heen stappen. Alhoewel: je wilt niet alleen voor jezelf winnen, maar toch ook voor de mensen rond je. De supporters. Dat maakt snel vergeten moeilijk.

‘De lockdown heeft onze relatie niet zoveel veranderd, denk ik. Ik ben wel nog closer geworden met de kinderen. Klankbord voor haar? Dat wel, ja. Roos was helemaal kapot telkens ze na een dag in het ziekenhuis thuiskwam. Je kan niet helpen, tenzij door er samen over te babbelen. Sommige mensen nemen corona niet serieus, maar als ik dan haar verhalen hoor, denk ik toch: mensen, luister nu toch. Blijf in je huis, doe niks raars, doe geen feestjes en voor je het weet, kan je weer normaal leven. Genoeg mensen die lijden. Laatst kwam ze nog eens thuis en had ze het over een oudere meneer die geen lucht meer had. Verschrikkelijk om te zien.’

Ruud Vormer openhartig: 'Ik ben echt geen moeilijke voor een coach'
© Belga Image

Je zachte kant toonde je toen je je doodzieke nichtje tot haar einde mee verzorgde.

Vormer: ‘Ik kende haar niet zo goed, ze was 29 en ernstig ziek. Dan probeer je iets te doen, al was het niet echt verzorgen. Ze kende mij als de voetballer, en ik sneed watermeloen voor haar. Dat vond ze fantastisch. Klein kindje erbij, pfft. Er moet altijd iets gebeuren, voor je over zulke dingen gaat nadenken. Soms moet je gewoon doen waar je zelf zin in hebt. Het zijn clichés maar je moet ook wat genieten, ongeacht wat de mensen ervan vinden.’

Ruud de zoon en de broer

Hoe ben je als zoon en als broer?

Vormer: ‘Ik probeer een lieve broer te zijn voor mijn zus, we hebben een heel goeie band. Met mijn ouders ook. We zien elkaar nu minder dan vroeger. Met die grenzen dicht heb ik ze in het voorjaar weken niet kunnen zien. Als ik kan en ik heb tijd, dan rijd ik wel even heen en weer. Drie uur heen, drie uur terug, op één dag. Auto’s zijn nog steeds een passie, ja, dat blijft. Dat heb ik een beetje van mijn vader, denk ik. Hij is ook altijd autogek geweest. Valente is het nu ook. Ik heb nu een GLE van de club en een Porsche 992. Ik ben altijd blij als ik erin kan stappen. Ook trots, dat het allemaal kan. Even laten brullen ( lacht). Wat anderen daarvan denken, daar heb ik maling aan. Echt! Of iemand nou in een Rolls-Royce naar training komt of met de helikopter, moet die zelf weten. Als je maar presteert.’

Waaraan kan je nog geld geven?

Vormer: ‘Goeie etentjes, en investeringen in vastgoed. Je moet wat hé, ook met het oog op later, dat is mijn pensioen. Voor de rest ben ik niet zo’n uitgever.’

Kijk je nog naar andere sporten dan voetbal?

Vormer: ‘UFC, kooivechten. Dat vind ik leuk om te zien. Ja, sorry. Vroeger had ik wel zo’n kantje, toen ik zestien was. Wat stoer doen, soms ruzie zoeken. Als eerste blijven staan, maar wel met de vriendjes erbij. Heel veel jongens hebben dat op die leeftijd, een beetje patserig zijn. Ik ook. Dit is wel een leuk stuk aan het worden, neen? Maar dat mag wel in interviews, open zijn, toch?’

‘Taartjes kunnen meer dan vroeger’

Hoe fanatiek ben je bezig met je lichaam?

Ruud Vormer: ‘Iedere dag. Dat blijft tot ik stop. Op vakantie ga ik na twee dagen alweer lopen. Niks doen met je lichaam vind ik verschrikkelijk. Ik moet wat doen. Vijf, zes kilometer joggen, beetje bezig zijn. Met de hond op strand, met de kinderen een rondje fietsen. Alleen maar thuis zitten, is saai. Als ik vroeger vrij had, nam ik écht vrij, maar nu gebeurt dat weinig. Daar ben ik mentaal anders in geworden. Veel beter. Die eerste fase tijdens corona vond ik pittig, gelukkig had ik een loopband binnen. Ik moet mezelf scherp houden, al kunnen taartjes meer dan vroeger. Voor genieten maak ik tijd, al is dat in dit ritme even lastig. Nu zit ik toch in mijn eigen tunnel, is het leven voor wedstrijden en presteren. Eigenlijk vind ik dit ritme niet zo erg, als je fit bent. Wie nu geblesseerd is, of covid heeft, heeft pech. Angst bij de tests heb ik nooit. Je hebt het een beetje in eigen hand, door contacten te vermijden. Ik ga mensen niet lopen corrigeren, maar wie te dicht komt bij mij, zeg ik het wel.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content