Steven Martens ziet nieuwe bekerformule als testcase

© Belga

De beker van België is een zorgenkind voor de top van de KBVB, die volgend seizoen met reekshoofden wil werken. Druist zo’n beschermde status niet in tegen het sportieve knock-outprincipe van een bekercompetitie?

Steven Martens, CEO van de Belgische voetbalbond: “Wij zijn als organisatie verantwoordelijk voor het product. Dat moeten we zo aantrekkelijk mogelijk maken, zeker nu de mediacontracten aflopen, net als het sponsorcontract met Cofidis. Het budget vier, vijf jaar geleden was 70.000 euro, nu zitten we over het miljoen.”

“Er zijn wat ongemakkelijkheden, de timing zit zo vol, zodat we de matchen niet makkelijk gespeeld krijgen. De visibiliteit is al veel verhoogd doordat we de beker op tv kregen. De sponsor heeft dat graag gezien, maar daardoor is het eerder een tv- dan een stadiongebeuren geworden. Zeker omdat het midweeks is en de grote wedstrijden in de winter worden gespeeld. Stel dat we halve finales organiseren in het vrije weekend voor de start van de play-offs, dan klinkt dat al direct veel aantrekkelijker.”

“Veel modellen zijn er niet. De betere ploegen spelen al 40 competitiewedstrijden, Europees draaien ze ook wat langer mee, dat zet allemaal druk op de kalender. Dus willen we de kalender wat minder zwaar maken, door heen- en terugwedstrijden te laten vallen. Het principe dat David de reus Goliath kan verslaan, blijft. Maar reekshoofden maken het product aantrekkelijker.”

Dat de finale nu in maart wordt gespeeld, valt ook hem zwaar. Martens: “Dit jaar kon het niet anders, maar het is duidelijk dat we die match altijd op het einde van het seizoen willen spelen. Principieel zou ik de laatste wedstrijd heel mooi vinden, maar met de play-offs wordt dat moeilijker. Maar ergens in mei, op een zomerse middag, lijkt me vanzelfsprekend.” (PTK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content