STVV – Genk: de slag om Limburg

© BELGAIMAGE
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Sint-Truiden staat op het punt om voor enkele weken de macht over te nemen in Limburg. De Limburgse derby is voor STVV een unieke kans om de Genkse demonen definitief weg te jagen uit Stayen.

Het epicentrum van het Limburgse voetbal zal zaterdag in Stayen liggen en niet in Genk. Behalve de eer van Limburg staat er voor STVV iets anders op het spel: de hegemonie van Genk even doorbreken en zijn bestaansrecht in de provincie nog eens onderstrepen. Want soms lijkt het alsof er maar een club is in Limburg. Sint-Truiden raakte de voorbije twee decennia hopeloos achterop bij zijn rivaal, maar is nu aan een serieuze remonte bezig.

‘Sinds het stadion is afgewerkt, knabbelen we elk jaar wat weg van onze achterstand’, aldus persverantwoordelijke Alain Coninx. ‘Niet alleen qua infrastructuur maar ook wat betreft de organisatie. En uitgerekend nu moet Genk bij ons op bezoek komen. Dit is de ultieme test.’

Bij winst zou STVV zijn voorsprong op Genk uitbreiden tot acht punten. Een kloof die perspectieven biedt om een hoger doel te bevredigen: een betere klassering halen dan de Genkenaars. Sinds de definitieve promotie van Genk naar eerste klasse in 1996 konden de Kanaries slechts in het seizoen 2002/03 (vierde plaats) en in het seizoen 2009/10 (vierde plaats) boven hun buur eindigen. Het zou de club over een psychologische drempel tillen. Twee jaar geleden was het bijna zover toen Sint-Truiden onder Yannick Ferrera een historische zege boekte tegen Genk. De eerste in eerste klasse. De frustratie van haast twintig jaar zonder thuiszege moest eruit. ‘Dat was zonder overdrijven de beste match van STVV uit de recente geschiedenis’, beweert Coninx. ‘Met Edmilson, Rob Schoofs, Jean-Luc Dompé en Yohan Boli en een goede Victorien Angban op het middenveld waren we op dat moment rijp voor play-off 1.’

Steenkoolmijnen

De spontane coup kreeg geen vervolg en Sint-Truiden werd opnieuw naar de achtergrond verdreven door het mediagenieke Genk. Sinds het ontstaan van de Genkse fusieclub in 1988 hebben ze in Sint-Truiden zelden anders geweten. Tot dan moest STVV de affiche delen met Winterslag, Waterschei, Beringen, Tongeren en Eisden, ploegen van hetzelfde niveau die op en af gingen tussen eerste en derde klasse. Coninx: ‘Het kantelmoment kwam er toen Genk centjes kreeg voor de sluiting van de mijnen. Onder invloed van Remi Fagard, Jos Vaesen en nog anderen heeft Genk een professionele structuur uitgebouwd. Het geld werd zeer slim geïnvesteerd, maar ik had nooit gedacht dat een Limburgse ploeg zo succesvol zou kunnen zijn. Genk heeft iets neergezet dat er geweldig bovenuit stak in Limburg.’

‘Ik heb de opmars van Genk meegemaakt als speler’, vertelt Peter Delorge, mister STVV, recordhouder qua gespeelde derby’s en teammanager van de club. ‘Als Truienaar ben je daar natuurlijk jaloers op – je wilt ook vooruitgaan. Maar ik heb nooit opgekeken naar de spelers van Genk. Ik heb ze alleszins niet met meer respect behandeld dan een speler van Anderlecht of Club Brugge.’

Delorge mist het Limburggevoel dat vroeger heel aanwezig was in de derby. Dat aspect is stilaan aan het wegebben. Eind jaren negentig, begin jaren tweeduizend, was de clash er een tussen de Limburgse STVV-kliek van Delorge, Peter Voets, Nicky Hayen, Patrick Teppers en Wouter Vrancken en de Genkboys Wilfried Delbroek, Stefan Teelen, Koen Daerden, Marc Hendrikx. Limburgers onder elkaar. ‘Toen leefde de derby nog net iets meer’, erkent Delorge. ‘In mijn beginjaren wat het zij tegen wij. Hun kant van Limburg tegen onze kant van de provincie. Onder de spelers heerste er wat rivaliteit – je speelt uiteindelijk voor punten en je centen – maar we haatten elkaar niet. Na de match konden we gerust samen een pint drinken.’

De laatste tien jaar is de derby uit zijn voegen gebarsten. Bij Sint-Truiden hebben de supporters de cheque die bedoeld was voor de reconversie van de steenkoolmijnen nog niet verteerd. Het zit hen nog héél diep. ‘Vroeger had je STVV-Waterschei of STVV-Winterslag waar de mensen uit de streek naar uitkeken’, aldus Coninx. ‘Maar de sfeer was niet zo opgeklopt als nu. In de onderlinge duels kan het er stevig aan toe gaan tussen de twee supportersgroepen. Het is begonnen toen Genk de beker won en het jaar daarop kampioen werd. Genk kwam naar Stayen met het statuut van reus en die moeten hier sneuvelen. Het feit dat Genk een lokale rivaal is en deel uitmaakt van de G5 heeft alles op de spits gedreven.’

Afschermen

De vooruitzichten voor Sint-Truiden zien er redelijk goed uit: thuis won het al zijn wedstrijden, waaronder die tegen Gent en Standard, en op Stayen zal het voor het eerst dit seizoen spoken als vanouds. Enkel de statistieken van de voorbije twintig jaar kunnen het vertrouwen van de ploeg aantasten. In Sint-Truiden spreken ze niet graag over een minderwaardigheidscomplex ten opzichte van Genk, maar het heeft er minstens de schijn van als je de uitslagen op een rij zet. ‘Ik zal er bij mijn spelers de nadruk opleggen dat ze bevrijd mogen voetballen’, aldus STVV-coach Jonas De Roeck. ‘Op psychologisch vlak zijn dit soort wedstrijden voor een trainer heel makkelijk op te bouwen. De spelers zullen zelf wel merken wat er gaande is en het zal hen duidelijk worden wat de derby betekent voor de supporters. Aan motivatie zal het hen dus niet ontbreken. Ik moet enkel de focus leggen op het tactische en conditionele aspect.’

Delorge heeft het zelf gemerkt toen hij nog voetbalde: hoe meer de ploeg wordt afgeschermd van heel het derbygebeuren, hoe meer de spelers ingeprent krijgen dat het maar een gewone wedstrijd is, hoe groter de kans dat iedereen zonder stress aan de aftrap staat. ‘Ik maakte vaak het omgekeerde mee. We wisten dat de hele stad enorm naar die match uitkeek en dat we hen een enorm plezier konden doen door te winnen. Daardoor kwamen we verkrampt aan de aftrap. Het was té geforceerd. Elke keer liep het met een sisser af. Tegen Anderlecht en Club Brugge waren de omstandigheden net dezelfde – veel nervositeit en een gezonde spanning die rond de kleedkamer hing – en dat belette ons niet om hen te kloppen. Tegen Genk was het altijd net niet. Wij dachten vaak: wij hebben iets te verliezen. Het is geen toeval dat we in Genk dikwijls beter voetbalden dan thuis. Mocht ik de klok kunnen terugdraaien, dan had ik op Stayen graag wat meer gewonnen tegen Genk. Ondanks alles vond ik dat de leukste wedstrijden om te spelen. Een paar minuten voor de aftrap sta je in de spelerstunnel op armlengte van je grote rivaal. Ik zocht meestal oogcontact met een tegenstander om hem psychologisch te intimideren. Tegen dat je het goed beseft, loop je samen het veld op. En dan kan de clash beginnen. Wat je dan voelt, kan je moeilijk onder woorden brengen. Ik kreeg er kippenvel van.’

Danspasjes

Met dertien eenheden uit zes matchen zitten de Truienaars ver boven hun eigen puntenprojectie. De match op Anderlecht heeft de ogen van veel waarnemers geopend over de werkelijke waarde van de Haspengouwers. Bij Sint-Truiden beseffen ze dat Genk zich niet meer zal laten vangen. Coninx: ‘Genk is zich meer bewust van onze kwaliteiten dan een maand geleden. Toen vroegen veel mensen zich nog af wat Sint-Truiden zou gaan aanrichten in eerste klasse gezien het grote spelersverloop.’

Het viel Delorge op dat zijn STVV opnieuw over een groep beschikt – mensen die dagelijks naar de training komen kijken stelden hetzelfde vast. ‘De laatste jaren waren we dat groepsgevoel kwijt. De jongens willen nu voor elkaar door het vuur gaan. Na een zege zie ik de geblesseerde spelers het veld opgaan, de supporters groeten, een dansje opvoeren en mee de kleedkamer induiken. Daar begint het mee! Voeg daar onze winnaarsmentaliteit aan toe en dan kan je redelijk ver komen. Maar Genk heeft dat tikkeltje meer kwaliteit. Als zij niet bij de eerste drie eindigen, dat hebben ze collectief gefaald. Als iedereen fit is, dan zijn ze titelkandidaat.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content