‘Tegenstand te zwak om echte evaluatie van duo Dendoncker-Tielemans te maken’

© Belga Image
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Elke maandag blikt Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, terug op het voorbije sportweekend. Deze week heeft hij het over de 100e interland van Eden Hazard, de tandem Tielemans-Dendoncker bij de Rode Duivels, en de prestatie van de Belgen in Milaan-Sanremo.

België vatte de EK-kwalificatiecampagne aan zonder sterkhouders Axel Witsel en Kevin De Bruyne op het middenveld. Hoe deden hun vervangers Youri Tielemans en Leander Dendoncker het?

JACQUES SYS: De afwezigheid van Witsel en De Bruyne viel niet echt op, in die zin kan je het al positief noemen. Enkel de versnellingen van De Bruyne miste je toch nu en dan. Hij zorgt voor een diepgang in het spel van de Rode Duivels die weinig anderen kunnen brengen. Nu merkte je dat België zich zowel tegen Rusland als Cyprus vooral beperkte tot controlevoetbal, waarbij het tempo laag werd gehouden -wat ergens ook logisch is als je snel op voorsprong komt. Om een echte evaluatie te maken van Dendoncker en Tielemans was de tegenstand te miniem. Ze deden het goed, met vooral een aanwezige Tielemans tegen Rusland en Dendoncker die nuttig loopwerk verrichte, maar ik weet niet of je nu al kan concluderen dat ze klaar zijn om de fakkel over te nemen van Witsel of De Bruyne. Dat is een beetje het drama van het missen van die finaleronde in de Nations League, want tot het EK in 2020 ben je weer veroordeeld tot tegenstanders van tweede garnituur en kunnen jonge gasten niet peilen naar hun mogelijkheden. Een officiële interland tegen Nederland of Portugal kan hen veel meer bijbrengen dan eentje tegen Cyprus of Kazachstan. Sommigen roepen al om een titularisstatus voor Tielemans, maar als Martínez de 3-4-3 handhaaft, denk ik toch niet dat hij daar Witsel of De Bruyne uit de basisopstelling kan houden. Dat zal allemaal op het moment zelf moeten blijken. Wanneer haalt De Bruyne zijn oude niveau weer bijvoorbeeld, dat weten we niet. Voor Tielemans is het wel goed dat hij ondertussen die stap naar de Premier League kon zetten, hij speelt er met hernieuwd vertrouwen.

Eden Hazard bereikte tegen Cyprus de kaap van de 100 caps. Bovendien scoorde hij weer drie keer in de voorbije twee interlands. Kunnen we hem nu al de beste Belgische voetballer aller tijden noemen?

JACQUES SYS: Generaties vergelijken is lastig. Kan je Eden Hazard afwegen tegen Paul Van Himst, Jan Ceulemans of Raymond Braine, die in totaal andere omstandigheden voetbalden? Hazard heeft meer bereikt, alleen al omdat hij in de Premier League prijzen pakt. We hebben hem in onze top 50 aller tijden wel op nummer één gezet. Hij zit nu al aan 100 interlands en hij neemt altijd zijn verantwoordelijkheid op bij de nationale ploeg. Meestal met flitsen, op een andere manier dan De Bruyne dus, maar wel heel vaak beslissend. En wat mij vooral charmeert, is zijn bescheidenheid. Hij presteert gewoon, zonder te koketteren met zichzelf. En dat in een tijdsgeest waarin de meesten zichzelf opblazen in de media of met gespierde uitspraken komen. Dat getuigt van een zeer groot mentaal evenwicht. Het enige minpunt dat ik kan noemen is dat hij geen leider is die zijn ploeg op sleeptouw neemt wanneer het moeilijk gaat, zoals in die 5-2 nederlaag tegen Zwitserland in de Nations League. Hij ging toen mee ten onder zonder die groep wakker te schudden. Dus dat soort leiderschap van hem moet je wel relativeren.

Met Milaan-Sanremo werd de eerste klassieker van het voorjaar gereden, gewonnen door Julian Alaphilippe. Wat vond je van de prestatie van de Belgen, met Oliver Naesen op de tweede en Wout Van Aert op de vijfde plek?

JACQUES SYS: Een zeer straffe prestatie van Van Aert, in zijn eerste Milaan-Sanremo. Als je dan hoort dat hij achteraf zijn ontgoocheling verklaart, weet je dat daar meer in zit. Net zoals Mathieu van der Poel bewijst Van Aert dat de stap van het veldrijden naar de weg zonder enige moeite gezet wordt. Opmerkelijk, want weinigen deden hen dat voor, met misschien uitzondering van Erik De Vlaeminck. De alom bejubelde Sven Nys heeft dat bijvoorbeeld nooit voor elkaar gekregen. Het toont op welk uitzonderlijk niveau Van Aert en Van der Poel koersen, véél beter dan al de rest in het veldrijden en zo veelzijdig! Van Aert heeft me verrast en ik verwacht iets van hem in de rest van de voorjaarsklassiekers, zeker in Parijs-Roubaix.

Oliver Naesen werkt ondertussen rustig aan zijn ontwikkeling. Belgisch kampioen, nu tweede in een klassieker die hem in feite minder ligt dan bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen. Ik ben benieuwd naar zijn volgende stappen. Greg Van Avermaet ontgoochelde dan weer. Ik heb het gevoel dat hij minder is dan twee jaar geleden. Wellicht heeft hij dat zelf door, want hij weigerde -zeer tegen zijn doen- om met de pers te praten.

Maar als je het over de prestaties van de Belgen hebt, kan je eigenlijk niet rond één ploeg: Deceuninck – Quick-Step. De zelfverzekerdheid waarmee die renners koersen en geloven in elkaars kwaliteiten- bijvoorbeeld dat Alaphilippe het zou afmaken in de sprint- is indrukwekkend. Ook de manier waarop ze met elkaar omgaan en elkaar in de armen vallen na de wedstrijd, duidt op een hechte teamgeest. Dat moet je Patrick Lefevere wel nageven: hij ontdekt steeds weer nieuw talent en weet daar ook telkens een echte ploeg van te maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content