
Thomas Foket werkt aan zijn terugkeer: ‘Reims heeft gelijk om in mij te geloven’
Kampioen op zijn 21e, doelpuntenmaker in de Champions League én Rode Duivel, maar dan onder het mes voor een hartoperatie. Even leek het voorbij voor Thomas Foket (24). In Reims hoopt hij terug aan te knopen bij de vorm van weleer.
Een door de oorlog verwoeste stad is vaak een stad met een verhaal. Zo ook het Franse Reims, waar resten uit de Gallo-Romeinse periode afwisselen met monumenten uit het tijdperk van de art deco. Allemaal getuigen ze van het feit dat deze officieuze hoofdstad van de Champagnestreek in het verleden een hoop privileges heeft gekregen. U snapt dan ook dat er slechtere plekken op de wereld zijn om een nieuw leven te beginnen. Reims is voor Thomas Foket de plaats waar hij verder timmert aan de lange weg terug naar de top, een weg die hem weer bij de kern van Roberto Martínez en zijn Rode Duivels moet brengen. Twee jaar heeft hij voor de volgende grote afspraak eraan komt: het EK 2020. Inzet: een plek als rechtsachter, de stek waar het lang zoeken was naar een vaste man, maar waar nu verscheidene kandidaten voor in aanmerking komen. Thomas Meunier, uiteraard, maar ook Timothy Castagne, en misschien zelfs Alexis Saelemaeckers. Er liggen dus wel wat obstakels op de weg van Foket.
Op 13 juli 2017 werd je geopereerd, nadat er tijdens medische tests in Atalanta Bergamo een probleem aan je hart aan het licht kwam. Drie en een have maand later, bijna een jaar geleden, deed je je wederoptreden bij KAA Gent. Hoe gaat het vandaag?
‘Anderlecht? Dat was nooit echt concreet.’
Thomas Foket
Thomas Foket: ‘Uitstekend. Waar je naar verwijst, behoort voor mij tot het verleden. Ik ben even bang geweest voor mijn carrière, nooit voor mijn leven. Opdat mensen zouden snappen wat er aan de hand was, deze eenvoudige uitleg: over je hart lopen twee aders en in mijn geval hinderde eentje de doorstroming van zuurstof naar het hart. Via een operatie werd die ader op de juiste plaats gelegd. Op zich een klein probleem, waar een normaal iemand zijn hele leven mee verder kan. Een sporter van hoog niveau niet, die moet onder het mes. Hadden ze het bij mij niet zo snel ontdekt, dan hadden de gevolgen veel zwaarder kunnen zijn, maar nu was het niet meer dan een technische operatie. Voor een arts is dat een routineklus, al ligt een hart altijd gevoelig.’
Op welk moment heb je tijdens de tests die aan de transfer naar Atalanta voorafgingen, ontdekt dat er een probleem was en dat die overgang niet zou doorgaan?
Foket: ‘Ik ben meer dan vier dagen ter plaatse geweest, en die test gebeurde op de laatste dag. ’s Avonds, toen ik op het punt stond om naar België terug te keren om daar de laatste dingen af te handelen, kreeg ik van hen de vraag of ik nog een dag langer wilde blijven. Toen begon ik te vermoeden dat een en ander niet in de haak was. Wist ik toen veel dat het zulke gevolgen zou hebben. Ik ben uiteindelijk naar België mogen terugkeren, maar zonder te weten wat er écht scheelde. De Italiaanse clubdokter praatte nauwelijks Engels en de communicatie was niet goed. Ik kreeg te horen dat ik daar geen nieuwe tests meer moest doen.
‘De dagen verstreken zonder dat ik nieuws kreeg en dat vond ik geen goed teken. Daarop ben ik zelf tests gaan afleggen, hier in België. Het verdict was: je kan geen profvoetballer meer blijven. Een operatie werd me ook afgeraden. De oplossing was: stoppen met sport op hoog niveau. De 24 uur die daarop volgden, waren, om het zacht uit te drukken, nogal ingewikkeld. Het was pas later, nadat ik een hartspecialist consulteerde, dat ik te horen kreeg dat de operatie geen enkel risico inhield en dat ik opnieuw zonder problemen zou kunnen voetballen.’
Anderlecht
KAA Gent deed in die periode een mooie geste. Het verlengde jouw contract, zonder goed te weten wat de gevolgen voor jou zouden zijn als voetballer.
Foket: ‘Dat was inderdaad een fantastische geste. Ik had op dat moment een contract van vijf euro per maand willen tekenen, maar er werd mij zelfs een loonsverhoging in het vooruitzicht gesteld.’
Toch gaf je deze zomer aan dat je weg wilde. Was dat omdat jij, na het vertrek van Moses Simon, een van de weinige overblijvers was uit het tijdperk-Vanhaezebrouck? De laatste kampioenen…
Foket: ‘In een ander leven zou dat misschien zo geweest zijn… Maar met mijn gezondheidsproblemen zag ik de zaken niet zo. Een jaar geleden had ik bij mijn terugkeer het gevoel dat alles opnieuw van nul begon. Voordien had ik dromen: ik zag me voetballen bij Atalanta en er was het WK.’
‘De enige die een allusie maakte op mijn studies, was Hein. Hij noemde me soms ‘de professor’.’
Thomas Foket
‘Maar plots lag ik op de operatietafel en werd alles in vraag gesteld. Met dat in het achterhoofd was nog een extra jaar Gent absoluut geen probleem, zeker omdat ik wist dat ik tegen wat scepticisme zou moeten opboksen. Maar wat ik écht nodig had, was een club die begreep dat alles achter de rug was en die me een nieuwe kans wilde geven. En dat werd Reims. Zij hebben gelijk dat ze vertrouwen in me hebben. Ik heb enorm veel zin om te tonen dat ik een stap verder heb gezet.’
Je kon je offensieve talenten onder Yves Vanderhaeghe minder tonen dan onder diens voorganger. Was ook dat een reden om te vertrekken?
Foket: (onderbreekt snel) ‘Ik weet niet of je mag zeggen dat ik vorig seizoen met minder plezier voetbalde. Ik was zó blij dat ik weer op het veld stond, dat ik aan al de rest nauwelijks aandacht besteedde.’
Je zat volop in je revalidatie toen Hein Vanhaezebrouck KAA Gent inruilde voor Anderlecht. Was dat een klap?
Foket: ‘Ja, dat was een klap voor iedereen in Gent. We wisten immers dat niks meer hetzelfde zou zijn. Voor mij was hij tijdens mijn revalidatie ook belangrijk. Bij elke training voelde ik dat hij alles deed om me vertrouwen te geven. Dat deed trouwens iedereen in Gent.’
Wij hoorden dat hij in Brussel de forcing voerde om je tijdens de winterstop naar Anderlecht te halen. Klopt dat?
Foket: ‘Ik denk dat er wel wat belangstelling was, maar op mijn positie liepen er drie à vier andere spelers. Ik denk niet dat ik ooit optie nummer één was voor Anderlecht. Het is een verhaal dat al een paar jaar meegaat. Als ik eerlijk mag zijn: het was nooit echt concreet.’
Student
Je studeert nog altijd: onlangs begon je aan je derde jaar rechten. Meer is niet nodig om je bij de categorie intellectuele voetballers onder te brengen. Laurent Depoitre of Thomas Meunier hebben ook die reputatie. Is het makkelijk om je als ‘intellectueel’ thuis te voelen in een milieu met jongens die meestal een andere achtergrond hebben?
Foket: ‘Dat is geen onderwerp in de kleedkamer. (lacht) Niemand vraagt me hoe het was op school. De enige die er ooit allusie op maakte was Hein, die mij soms ‘de professor’ noemde. Maar voor de rest was ik een speler zoals alle andere. Vroeger kwamen de studies voor het voetbal, daarna ging het meer en meer omgekeerd, toen mijn carrière begon te lopen. Waar een en ander me brengt, weet ik op dit moment niet.’
Dacht je aan een leven als prof, toen je op je zeventiende bij Dilbeek speelde?
Foket: ‘Op die leeftijd was alles nog zeer wazig. Ik wilde alles op mijn studies zetten, maar tegelijk tekende ik een contract bij AA Gent. Een dubbel gevoel. Eerst dacht ik nog: ideaal. Gent is een stad met een universiteit, ik kan overdag voetballen en ’s avonds studeren. Dat eerste jaar ging het ook perfect. Pas later werd het ingewikkeld, toen ik regelmatig in de basis stond. Nu leg ik per semester een of twee examens af. Daarin moet je ook nog eens slagen. Resultaat: het gaat vooruit, maar niet al te snel.’ (lacht)
Heb je nooit spijt dat je niet voluit van het studentenleven kon genieten?
Foket: ‘Neen. Ik ben profvoetballer en dat op zich is al ongelooflijk. Ik weet niet of het een droom was, maar ik ben het geworden.’