Verhalen uit China: ‘Vier maanden aan een stuk op afzondering gaan is geen uitzondering’

© KOEN BAUTERS

China staat opnieuw in de schijnwerpers na de transfers van Axel Witsel, Oscar en Carlos Tévez. Boezemvrienden Julien Gorius – een seizoen bij Changchun Yatai – en Xavier Chen – drie seizoenen Guizhou Renhe – vertellen honderduit over hun ervaringen in China.

Big, bigger, biggest. Dat was tot voor kort de enige regel waar Chinese clubvoorzitters zich aan hielden. Een salarisplafond en een inperking van het aantal buitenlanders moet de stormloop op Chinees goud drastisch terugdringen. ‘Toen Ezequiel Lavezzi en co vorig seizoen naar China gingen, dacht iedereen: nu is er een grens bereikt qua lonen. Maar Lavezzi verdient bijlange niet wat Axel Witsel elke maand op zijn rekening zal krijgen’, aldus Julien Gorius. ‘Die 18 miljoen is geen quatsch’, beaamt Xavier Chen. ‘Zelfs naar Chinese normen hebben de clubs een bepaalde kaap gerond. Ik heb de indruk dat ze het gaspedaal nog harder hebben ingedrukt.’

Er wordt gezegd dat de wedloop naar voetbalkleppers uit Europa en Zuid-Amerika te danken is aan president Xi Jinping die een voetbalfanaat is. Dreigt het hele voetbalbestel niet in te storten als zijn opvolger het meer heeft voor badminton?

XAVIER CHEN: ‘Ik hoop maar één ding: dat er een langetermijnvisie zit achter al die investeringen, dat clubs het niet enkel doen uit prestige of eigenbelang. Ik moet zeggen dat de Chinese transfermarkt raar in elkaar zit. Voor een goede Chinese verdediger durven ze meer dan 10 miljoen euro uitgeven. Met dat geld koop je een topverdediger in Europa. Er wordt volop gespeculeerd en met honderden miljoenen gegoocheld. Iedere econoom weet dat zo’n luchtbel op elk moment kan ontploffen. Met alle desastreuze gevolgen van dien.’

Vanaf dit seizoen wordt het aantal buitenlanders dat aan een match mag beginnen, ingeperkt naar drie. Zal dat de transferhonger van de clubs stillen?

JULIEN GORIUS: ‘Rendalibiliteit interesseert Chinese clubs niet. Bij Sjanghai SIPG weten ze dat ze die 70 miljoen voor Oscar nooit zullen recupereren. Maar ze moeten wel zover gaan, anders laten Europese clubs hun spelers niet vertrekken.’

CHEN: ‘In feite daalt de waarde van een speler met de helft van zodra hij voet in China heeft gezet. Weet je: ik kan de kritiek vanuit de Premier League begrijpen. Zo’n Oscar kan bij elke Europese topclub aan de slag, maar dan komt een club uit China aankloppen die 50, 60 of zelfs 70 procent meer kan betalen… Normaal dat zoiets tandengeknars oplevert. Maar is er een verschil tussen wat zij doen en de manier waarop Chelsea en Manchester City, de zogenaamde nouveaux riches, enkele jaren geleden de markt verstoorden? Toen betaalden ze transfersommen en salarissen die ook niet marktconform waren.’

NUTTELOZE MEETINGS

Denk je dat Witsel weet in wat voor land hij terecht is gekomen?

GORIUS: ‘Je kunt informatie opzoeken op het internet en raad vragen aan mensen die er al wonen, maar je zult nooit honderd procent voorbereid zijn op het leven in China. De cultuurshock is groot, de taalbarrière enorm. In Tianjin, de stad waar Witsel zal wonen, spreekt niemand Engels, en dat geldt voor de meeste steden.’

CHEN: ‘Sjanghai, Peking, Guangzhou, Shenzhen en Hangzhou zijn uitzonderingen. In de rest van het land is het als westerling behelpen met handen en voeten. Ik zou Witsel fel aanraden: schaf goede VPN-software aan om de blokkeringen van de Chinese overheid te omzeilen. Anders geraak je niet op Twitter, Facebook of YouTube. Rare websites werkten sowieso niet. (grijnst) En vergeet Google, in China gebruikt iedereen de zoekrobot Baidu.’

GORIUS: ‘Mijn VPN-diensten werkten niet altijd en ik was dus vaak aangewezen op de Chinese televisie. Ik heb sporten gezien waarvan ik nog nooit had gehoord: basketbal met een ring die achterstevoren staat, of voetbalwedstrijden met twee ploegen van drie spelers die in hetzelfde doel moeten scoren.’

Hoe verliep de aanpassing aan het dagelijkse leven?

CHEN: ‘Ik heb drie jaar in Guiyang gewoond, een miljoenenstad in het zuidoosten van China waar naar schatting honderd buitenlanders woonden, en het beviel mij wel om helemaal ondergedompeld te worden in het Chinese leven. Jammer genoeg viel er weinig te beleven. Om de verveling tegen te gaan vlogen mijn vriendin en ik tijdens elk vrij weekend naar Hongkong, dat een beetje onze tweede thuis werd.’

Julien Gorius
Julien Gorius© BELGAIMAGE

GORIUS: ‘Een familieleven combineren met voetbal is niet vanzelfsprekend in China. De voorbereiding duurde van december tot in maart en door de weersomstandigheden in Yatai – in de winter kon het kwik tot 40 graden onder nul duiken – speelden wij onze eerste drie wedstrijden op verplaatsing. Dat zijn in totaal vier maanden dat je van huis weg bent. We kregen enkel een week vrijaf in februari om het Chinese nieuwjaar te vieren. De Chinese spelers vonden dat allemaal oké. Ze kwamen uit alle uithoeken van het land en zagen hun vrouw en kinderen toch maar tijdens de schoolvakanties. Na een maand heeft mijn vrouw haar valiezen gepakt en is ze naar België teruggekeerd…’

CHEN: ‘Om het seizoen voor te bereiden trokken wij gewoonlijk vijf weken naar Antalya in Turkije. Op zich is dat een aantrekkelijke bestemming, maar in de winter is het daar doods. Dan zie je de muren van je hotelkamer zo op je afkomen.’

GORIUS: ‘Wij gingen naar het zuiden van China. De club kon zich natuurlijk geen weken aan een stuk een vijfsterrenhotel permitteren en dus werden we in simpele logies ondergebracht. Vrij Spartaans allemaal. Smalle kamers, veel te kleine matrassen, internet dat haperde, waardoor we amper konden communiceren met het thuisfront, en een veld dat we met vier andere ploegen moesten delen.’

Wat heeft jullie het meest verrast in de Chinese manier van werken?

Soms riep de trainer ons samen om een speler te straffen die de verkeerde kleur van kousen had gedragen op training

Julien Gorius

GORIUS: ‘Chinezen zijn kampioenen in het organiseren van nutteloze vergaderingen. Soms riep de trainer ons samen om een speler te straffen die de verkeerde kleur van kousen had gedragen op training. Die meetings konden op elk moment van de dag plaatsvinden. Het was dus onmogelijk om te zeggen wanneer je precies thuis zou komen.’

Wie een Europese topclub gewoon is, zal in het begin wel grote ogen trekken. Ik heb meer dan eens mijn trots ingeslikt

Xavier Chen

CHEN: ‘De vergadercultuur zit diep ingebakken bij de Chinezen. Wat voor ons achterlijk lijkt, is voor hen belangrijk. Als buitenlander moet je respect opbrengen voor hun gewoontes, geplogenheden en de manier waarop ze het voetbal benaderen. Ik had er ook moeite mee, maar ik heb meer dan eens mijn trots ingeslikt. Wie een Europese topclub gewoon is, zal in het begin wel grote ogen trekken.’

GORIUS: ‘Ik had een Zuid-Koreaanse trainer die ons vier keer per dag liet wegen. Ik was een van de weinige spelers die niet in het hotel woonden en ik moest mij om 8.30 uur aanmelden om gewogen te worden. Daarna mocht ik opnieuw naar huis. Het maakte de technische staf niet uit dat de training pas om 15 uur begon.’

Ik veronderstel dat buitenlandse sterren niet op dezelfde manier worden behandeld als de locals?

GORIUS: ‘De buitenlanders werden niet verplicht om in het hotel te wonen. Dat was een privilege op zich.’

CHEN: ‘Op de een of andere manier kregen wij toch een voorkeursbehandeling. Gemiddeld verdienden we meer dan een Chinees en de appreciatie was groter. Soms werd ik er zelfs ongemakkelijk van.’

GORIUS: ‘Op voorwaarde dat je op het veld liet zien dat je een meerwaarde was. Als je na vijf maanden niet voldeed, was het gedaan. De zomermercato diende om bij te sturen en andere buitenlanders te halen. Vorige zomer mochten de 16 clubs 32 buitenlanders inwisselen. Wel, ze hebben er 24 veranderd…’

CHEN: ‘Dat is de andere kant van de medaille. Het bestuur denkt niet: we laten de speler een seizoen de tijd om te acclimatiseren.’

Je hebt toch veel buitenlanders die gewoon komen uitbollen?

CHEN: ‘Dat is het risico als je spelers overbetaalt. Je mag intrinsiek twee keer zo goed zijn als je tegenstander, als je lui bent, dan zul je niet in staat zijn om het kampioenschap te overvleugelen. Ik heb tegen Robinho gespeeld, dat was niet meer de Robinho van in Europa.’

GORIUS: ‘Lavezzi heeft in heel 2016 niet gescoord in de Chinese competitie. Dat zegt toch vooral iets over hem, niet?’

RESTVERDEDIGING

In welke mate dragen toppers als Jackson Martínez, Ramires, Paulinho, Ba, Pellè, Gyan, Oscar, Tévez of Witsel bij tot de opwaardering van de competitie?

Julien Gorius (links): 'De meeste Chinezen kregen mijn naam niet gezegd. Ze noemden mij Juli.' Xavier Chen: 'En mij Xavi'
Julien Gorius (links): ‘De meeste Chinezen kregen mijn naam niet gezegd. Ze noemden mij Juli.’ Xavier Chen: ‘En mij Xavi’ © KOEN BAUTERS

CHEN: ‘Je wilt weten hoe zwak of sterk de Chinese competitie is? Die vraag komt vaak terug. (denkt na) Er zijn zoveel parameters. Wat zeker is: de Chinese Super League haalt niet het niveau van de Belgische. Guangzhou Evergrande, de absolute nummer een, zou hier niet eens meestrijden voor de titel.’

GORIUS: ‘Hein Vanhaezebrouck overdrijft wel als hij zegt dat Yanbian Funde, de ploeg die hij met 11-0 versloeg, minder waard is dan derde klasse. Ik heb er vorig seizoen tegen gevoetbald en ik weet dat ze tegen Gent niet met hun A-ploeg hebben aangetreden.’

De sterkte van een competitie kan ook afgemeten worden aan het aantal spelers die de overstap maken naar een Europese topcompetitie. Veel Chinese voetballers zijn er op dit moment niet in Europa.

CHEN: ‘Ik weet dat Vitesse een Chinees in de kern heeft zitten die af en toe mag invallen (Zhang Yuning, nvdr). Er zouden er zeker nog een paar meekunnen in Europa, maar in China verdienen die gasten goed hun brood. Waarom zouden ze naar Europa afzakken? Het is een kwestie van jezelf pijn durven te doen. Wat een verschil met de generatie die in 2002 het WK speelde. Van die lichting zijn er enkelen die het in Europa geprobeerd hebben. Sun Jihai, mijn aanvoerder bij Guizhou Renhe, stond zelfs zes jaar op de loonlijst bij Manchester City.’

Schort er ook iets aan de opleiding?

GORIUS: (lange stilte) ‘De opleiding heeft er zeker iets mee te maken. Technisch zijn ze iets minder begaafd, maar de kloof is vooral groot op tactisch vlak. Tijdens de matchen is er nauwelijks sprake van speldiscipline.’

Zij worstelden met de basisprincipes: een restverdediging met drie spelers bewaren, een afstand van maximaal twintig meter laten tussen de linies…’

Raar, want driekwart van de trainers zijn buitenlanders.

GORIUS: ‘Van de ene dag op de andere maak je de opgelopen achterstand niet goed. Mijn eerste trainer bij Yatai was een Serviër die bij Rode Ster Belgrado had gezeten. Hij gaf ons elke dag een halfuur tactische training omdat we in de matchen altijd tegen dezelfde principes zondigden.’

CHEN: ‘Op drie jaar tijd – en dat is bijzonder significant – heb ik nooit een match verloren omdat we tactisch werden opgevreten door de tegenstander. Ik heb nooit gedacht: amai, dat was nu eens een tactisch sterk elftal. Een wedstrijd werd altijd beslist via individuele acties.’

Alain Eliasy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content