‘Voor mij bestaat er niets mooiers dan jeugdvoetbal’

© /
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Het meest gelezen en gedeelde artikel op sportmagazine.be van 2019 is tot nu toe ‘Hoe we ons blindstaren op die mooie voetbaldroom’, een opiniestuk over jeugdvoetbal van Christof Martens. Drie vragen aan de jeugdopleider uit Tongeren.

1. Hoe verklaar je het succes van het opiniestuk?

‘Initieel is het gebaseerd op eigen ervaringen in het jeugdvoetbal. Ik ben het laatste anderhalf jaar dermate gefrustreerd geraakt door dingen die ik vaststelde, dat ik ben gaan uitzoomen en ben gaan nadenken over hoe we er als opleiders voor kunnen zorgen dat de balans weer naar de juiste richting gaat overhellen. Blijkbaar denken wel meer mensen er zo over. Dat zou een verklaring kunnen zijn.

‘Een andere verklaring is dat clubs, ouders, spelers en entourage inzien dat ‘resultaten’ verbeteren mits er aan de basis een goede opleiding is. Vandaar mijn opdeling in ontwikkelings- en vervolmakingsbouw, waarbij je rekening gaat houden met de leeftijdsgebonden factoren van het onderwijs. Hoe steviger het fundament, hoe hoger je kan bouwen. Als je topspelers wil gaan ‘maken’, moet je enorm gaan investeren in de jongste leeftijden zonder het belangrijkste fundament uit het oog te verliezen: fun en beleving!

‘Tot slot moet ik ook realistisch blijven en ervan uitgaan dat het stuk ook wel een aantal keer gedeeld geweest zal zijn met andere bedoelingen dan om de positieve inhoud ervan te verspreiden.’

2. Welke reacties kreeg je op het opiniestuk?

‘De reacties die ik kreeg, zijn van bijzonder uiteenlopende aard. De meeste zijn wel positief. Zoals die van mensen die mij contacteren om aan te geven dat zij er hetzelfde over denken en dat ze blij zijn dat iemand de vinger op de wonde durft te leggen. Anderen vragen mij iets meer duiding bij het stuk, want je kan er makkelijk een verhaal van maken dat ’tegen iets is’. Voor alle duidelijkheid: dit is vooral een ‘ik ben voor iets’-verhaal.

‘Ik ben voor een realistische kijk op jeugdopleiding en voor het vinden van evenwicht tussen opleiden en evalueren. Natuurlijk ben ik niet tegen elitevoetbal, zoals ik trouwens al aangaf in het stuk. Er moet in het topsegment van het jeugdvoetbal mogelijkheid zijn tot differentiatie. Jongens die er met kop en schouders bovenuit steken, kunnen zich beter verder ontwikkelen tussen jongens van hetzelfde niveau. Ook dat is opleiden, inspelen op de nood en ontwikkeling van elke individuele speler. Doe je dat niet, dan ga je de ontwikkeling afremmen en dat is zeker niet wat je wil bereiken.

‘Daarenboven ken ik een aantal elitetrainers vrij goed en ik weet dat hetgeen zij brengen van een uitmuntend niveau is. Vandaar mijn oproep aan de eliteclubs om zich te engageren in de periferie om ook daar tot een hoger niveau van opleiden te komen. Dat is een win-winsituatie voor alle partijen. Voor clubs uit de periferie betekent het een extra input in opleiden van mensen die dagdagelijks met voetbal bezig zijn. Voor eliteclubs biedt het de mogelijkheid om jongens te volgen en te ontwikkelen in hun eigen veilige omgeving. Dat gaat je als club veel meer zinvolle data opleveren betreffende de mogelijkheden van een bepaalde speler.

‘Verder merk ik uit de reacties dat mensen openstaan voor een andere aanpak op het vlak van wedstrijdniveau. Ik geef een voorbeeld om dit te illustreren: afgelopen weekend was ik aanwezig op een provinciale U9-wedstrijd. De uitslag begon op een bepaald moment dusdanig uit de hand te lopen dat één spelertje van de ‘verliezende’ partij huilend het veld verliet en aangaf niet meer te willen voetballen. Is dat wat we bereikt hebben met die labels? Spelertjes die de zin in deze mooie sport gaan verliezen?

‘Eén reactie zal mij altijd bijblijven: iemand uit de handbalsport gaf aan dat het voetbal het slachtoffer is geworden van zijn eigen succes. De balans is overgeslagen in de verkeerde richting. Opleiding is niet meer prioritair omdat er toch steeds voldoende spelertjes aan de deur staan te kloppen om te kunnen aansluiten. Vooral bij interprovinciale clubs zie je jaarlijks een enorme toeloop van nieuwe spelertjes.”

3. Verwacht je dat het opiniestuk impact zal hebben op de jeugdopleiding?

‘Dat is helaas koffiedik kijken. Ik hoop alleszins dat er op zijn minst eens wordt nagedacht over de inhoud ervan. Misschien zijn er wel mensen die er bepaalde inzichten uithalen en stappen gaan zetten om verandering te creëren.

‘De regionale clubs zullen moeten verder werken met de middelen waarover ze beschikken. Volgens mij is dat een gegeven dat je nog moeilijk kan gaan omkeren. De provinciale en interprovinciale clubs, het middensegment, moeten gaan beseffen dat vooral zij een enorme verantwoordelijkheid dragen in de uitbouw van de jeugdopleiding. Zij zullen het ‘niveau’ gaan bepalen voor de toekomst. Deze clubs ‘maken’ nu de spelers die ons provinciaal voetbal, amateur- en elitevoetbal gaan kleuren in de toekomst.

‘Des te beter de opleiding aan de basis, des te mooier het voetbal op latere leeftijden. Daarom blijf ik pleiten voor een realistische benadering van opleiden. Ook door los te koppelen van niveau kan je goede resultaten behalen.

Voetbal is een van de moeilijkste sporten om aan te leren.

Christof Martens

‘Voetbal is een van de moeilijkste sporten om aan te leren. Oog-handcoördinatie is een gegeven dat kinderen al van kleins af aan gaan aanleren, al is het maar door het spelen met blokjes, te tekenen, naar een rammelaar te grijpen,… noem maar op. Oog-voetcoördinatie is een gegeven waar je specifiek op moet gaan inzetten en het vraagt tijd om tot een goed resultaat te komen. Neem daarbij alle andere factoren die bij voetbal komen kijken, zoals tijdsbesef, beslissingsvermogen, kijkgedrag en bilateraliteit en voeg daar de druk van de tegenstander aan toe en dan weet je dat kinderen onbewust onder druk komen te staan om te leren.

‘Calculeer dit in en geef de kinderen tijd om al deze vaardigheden aan te leren en ga niet te snel indelen op niveau. En ga zeker niet op te jonge leeftijd het aantal trainingen vastleggen per niveau. Want op deze manier mis je enorm veel talent dat net dat beetje meer tijd nodig heeft.

‘Onrechtstreeks ga je volgens mij dan ook een ander fenomeen uit het voetbal beter onder controle kunnen houden: het gedrag van de ouders langs de zijlijn. Mijn vaststelling is dat dit gedrag voor een groot stuk geïnitieerd is door het kader dat gecreëerd wordt door de clubs. Als je als club heel duidelijk aangeeft dat je inzet op de ontwikkeling van alle kinderen en dat opleiding prioritair is, dan gaan ouders ook niet onder druk komen te staan en zullen ze het voetbal anders benaderen. Natuurlijk zullen er uitzonderingen blijven, maar als de algemene benadering verandert, zullen de uitwassen verminderen.

‘Jeugdvoetbal is zo mooi! Zo veel gevoel, beleving en passie… voor mij bestaat er niets mooiers.

‘Als ik er al in geslaagd zou zijn om mensen aan het denken te zetten, dan denk ik dat ik tevreden mag zijn. Mijn persoon is niet belangrijk, het gaat om de vele kinderen die deze mooie sport willen leren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content