Voorbeschouwing Club Brugge in de Champions League: pot 3 is het nieuwe doel

Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Bij Club delen ze dit seizoen in tweeën: voor Nieuwjaar staat veel in het teken van Europa, erna in dat van de jacht op een nieuwe titel. Afhankelijk van wat de loting morgen brengt, is het doel overwinteren in de Champions League of opnieuw naar de Europa League.

Philippe Clement gaf het in onze Competitiespecial aan: ‘We geven dit najaar voorrang aan dat Europese verhaal. Als op een bepaald moment een keuze moet worden gemaakt, zal dat richting Europa zijn.’ Zijn CEO, Vincent Mannaert, bevestigde vorige week dat Clement daarmee geen persoonlijke ambitie onderstreepte, maar die van de club. ‘We willen er echt eens álles aan doen in Europa’, klonk het in een voorbeschouwing op de nieuwe competitie. ‘De competitie blijft een doel, maar kunnen overwinteren in de beste clubcompetitie ter wereld is het allermooiste voor een Belgische club. (…) Het voordeel is dat beide doelen een andere deadline hebben. Begin december weten we al of we Europees overwinteren. Daarom is dat ons eerste doel. Na nieuwjaar kunnen we dan van een nieuwe landstitel het nieuwe hoofddoel maken.’

Niets nieuws onder de zon, horen we u denken. Club Brugge maakt toch altijd van Europees overwinteren een doel? Ja en neen. Toen Club sinds lang weer kampioen werd, nog onder Michel Preud’homme, kreeg het dat najaar vooral klappen in Europa. Zes duels, zes nederlagen (tegen Leicester, Porto en Kopenhagen). Vrij snel kreeg je toen de indruk dat Club Europa liet schieten.

Ook de zomer van 2017 was dramatisch, eruit tegen Basaksehir, vervolgens ook geen Europa League na een debacle in Athene. Slechts 1,5 punt voor de Europese coëfficiënt, het op één na slechtste resultaat van de laatste tien jaar (alleen in 2013/14 was het nog slechter). Maar vanaf 2018 liep het beter: drie keer na elkaar een derde plaats in de groepsfase en daarna dus Europa League. Vooral de laatste, na coronabesmettingen er net uit tegen Dynamo Kiev, smaakte naar meer.

Het is niet omdat de andere ploegen het niet goed doen dat een club Europees mee wordt gestraft.

Coëfficiënt

Een goed najaar is niet alleen dit seizoen belangrijk, je neemt het ook vijf jaar mee bij de loting als de coëfficiënt van je land lager is dan die van je club. Dat klinkt ingewikkeld, maar is het niet. In principe bepaalt de coëfficiënt van een land het aantal Europese plaatsen en of de kampioen recht heeft op rechtstreekse plaatsing voor de groepsfase van de Champions League. En het is de coëfficiënt van de club die bepaalt in welke pot je bij de loting wordt ingedeeld. Maar: als je eigen clubcoëfficiënt lager is dan die van je land, dan telt die laatste. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom Lille OSC (kampioen in Frankrijk en Europees maar 14 punten) wel in pot 1 zit morgen bij de loting en vicekampioen PSG (113 punten) slechts in pot 2. De kampioen gaat voor en de plaats van het land redt LOSC.

In principe heb je er dus alle baat bij dat club én land goed scoren, maar je hebt toch ook een zekere graad van onafhankelijkheid: het is niet omdat de rest het niet goed doet dat een club Europees mee wordt gestraft (tenzij je als land een rechtstreekse plaatsing voor de CL verliest, zoals België in het verleden al overkwam).

Bij Club is het zo dat het slechte cijfer van 2017/18 volgend seizoen wordt vervangen door een beter, afhankelijk van de resultaten dit jaar. Dan bestaat de kans dat Club bij een eventuele nieuwe titel (of bij kwalificatie via de voorrondes) zijn positie bij de loting versterkt en dus uitzicht krijgt op pot 3. Vandaar ook de gestegen ambities nu: dit sleur je mee tot in 2024, als in principe de mogelijkheden vergroten door de bouw van het nieuwe stadion.

Met die nuance: veel zal afhangen van de loting morgen in Istanbul. Wie in pot 4 zit, moet geluk hebben met wat er uit pot 1, 2 en 3 in zijn richting rolt. Nu zitten in pot 1 titelverdediger Chelsea, Villarreal (de nieuwe ploeg van ex-Bruggeling Arnaut Danjuma, dankzij de winst van de Europa League), Atlético Madrid, Manchester City, Bayern München, Inter, Lille en Sporting CP. Loot je pakweg Villarreal of Lille, dan mag je al wat ambitieuzer zijn dan wanneer Chelsea, Bayern of Manchester City richting Jan Breydel vliegen.

Vincent Mannaert: 'We willen er dit seizoen eens echt alles aan doen in Europa.'
Vincent Mannaert: ‘We willen er dit seizoen eens echt alles aan doen in Europa.’© BELGAIMAGE & GETTY

Pot 2 lijkt – hoe vreemd ook – op papier sterker dan pot 1, met namen als Real Madrid, Barcelona, Juventus, Manchester United, PSG, Liverpool, Sevilla en Borussia Dortmund. In principe geen enkele haalbare kaart voor Club Brugge, dat bewezen recente ontmoetingen. Nu en dan met wat geluk een afgedwongen gelijkspelletje (de avond van Emmanuel Dennis in Bernabéu, of de bus die Ivan Leko parkeerde in Dortmund), maar veel vaker een duidelijke nederlaag: twee keer 3-0 tegen Erling Haaland en co vorig seizoen, eerder 5-0 op Old Trafford (in de Europa League), 0-5 thuis tegen Kylian Mbappé en co, en 1-3 thuis tegen Real.

Potten 3 en 4 kennen nog niet hun volledige samenstelling door de play-offs van deze week. Na dinsdagavond zijn we wel al zeker van deze clubs in de derde pot: Porto, Ajax, Leipzig, Atalanta, Benfica en Zenit (vorig seizoen twee keer te klein voor Club). En al zeker in pot 4: Club Brugge zelf, AC Milan, Wolfsburg, YB Bern en Ludogorets. Met vier Duitse deelnemers (waarbij Wolfsburg niet tegen Club kan worden uitgeloot), vier Engelse, vier Italiaanse (ook geen Milan straks in Jan Breydel) en vijf Spaanse, die in principe voor Nieuwjaar niet tegen een team uit het eigen land kunnen uitkomen, hangt de kans om te overwinteren in de Champions League vooral af van de loting.

Grof gezien is wat op het pad komt uit Duitsland, Engeland of Spanje een maat te groot voor Club en één klepper uit die drie landen lijkt haast zeker. Twee is waarschijnlijk, maar het kunnen er ook drie zijn. Bots je dan, zoals vorig jaar, niet liever op een ploeg uit een land waar de crisis wat steviger toesloeg (Italië) of op een onverwachte kampioen als Lille, dan op een gigant uit de Bundesliga of de Premier League? Het scheelt in de ambities. Desgevraagd liet Clement daarom zondag ook verstandig weten ‘geen lijstje’ te hebben.

Terechte ambitie?

Is de ambitie om te overwinteren in de Champions League een realistische? Neen, zou je op het eerste gezicht denken. Er zijn de recente resultaten – denk maar aan de snelheid waarmee Salzburg een paar jaar geleden in de Europa League over Club walste. En denk aan alle moeite waarmee Genk, Antwerp, Anderlecht of Gent dit seizoen Europees al werden geconfronteerd. Het is een Belgische club de laatste twee decennia trouwens nog maar één keer gelukt bij de laatste zestien te komen: KAA Gent in 2015/16. Een topprestatie van Hein Vanhaezebrouck en zijn mannen, gekoppeld aan wat geluk bij de loting: uit Spanje het in financiële crisis verkerende Valencia en uit Frankrijk Lyon, op dat moment ook op de weg terug. Veel eerder, in het seizoen 2000/01, raakte Anderlecht ook nog eens door de groepsfase, als groepswinnaar zelfs, maar dat was nog in een ander format: toen was er na de eerste nog een tweede groepsfase (met vier poules), waarin Anderlecht botste op Real Madrid, Leeds en Lazio.

Veel zal deze week in de plooi vallen, bij de loting van de Champions League en in de laatste dagen van de transferperiode.

Kortom: waar Club op mikt, is uitzonderlijk voor een Belgische ploeg. Maar Club ziet zich gesterkt door wat er vorig seizoen gebeurde: twee keer voorbij Zenit en geen nederlaag (thuis 1-1, uit 2-2) tegen Lazio, dat wél doorging. Een bal op de lat van Charles De Ketelaere maakte toen een groot verschil.

Het Club van nu staat verder dan het Club van toen. Noa Lang leerde een jaar geleden nog de stiel, De Ketelaere kwam eigenlijk ook maar echt kijken, terwijl Bas Dost, die op dit moment aan vertrouwen lijkt te verliezen, wel een pak Europese ervaring meesleurt. Het koppelen van de eerste twee bleek de voorbije weken een geniale zet. ‘Voetbal vindt mekaar’, zei Lang zondag. Of dat straks ook Europees kan, zal moeten blijken.

Club wist de voorbije maanden wel dat het zijn kern moest verdiepen en verbreden wilde het de uitgesproken ambities kunnen waarmaken. Atletisch vermogen toevoegen ook – vandaar de komst van Stanley Nsoki en Owen Otasowie, een Amerikaan van Nigeriaanse afkomst, geboren in Brooklyn en rond zijn tiende naar Engeland verhuisd. Een ruw talent, in alle betekenissen van het woord, zonder klassieke opleiding in een academie, tenzij een paar maanden bij West Ham, waar scouts van Wolverhampton hem oppikten. Hij is redelijk zelfbewust en met een eigen willetje. Mondig, zelfs ruw in de omgang met mensen en lang niet altijd stipt. Club zal zijn handen vol hebben met het kneden van deze reus.

Of zijn komst er iets mee te maken heeft, weten we niet, maar zondag speelde Eder Balanta op het middenveld alvast een dijk van een wedstrijd. Agressief in de duels, de baas voor de verdediging. Een en ander lijkt er wel voor te zorgen dat Mats Rits weer wordt gedwongen in de rol waarvoor hij naar Brugge werd gehaald: back-up voor Ruud Vormer of Hans Vanaken. Niet langer als 6. Wetende dat zij haast altijd fit zijn, is de vraag: is hij daarmee tevreden?

Philippe Clement had het zondag nog uitdrukkelijk over nieuwe spelers die zouden komen.
Philippe Clement had het zondag nog uitdrukkelijk over nieuwe spelers die zouden komen.© BELGAIMAGE & GETTY

Club kan Europees, waar het veelal minder dominant is, ook snelheid in de omschakeling en op de flank gebruiken. Daarom zette het de voorbije weken hoog in op de komst van de sensatie van Kopenhagen, Mohamed Daramy. Lichtjes opgetrokken prijzengeld voor de Champions League (15,64 miljoen voor deelname, in plaats van 15,25 miljoen vorig jaar, en 2,8 miljoen euro per zege in plaats van 2,7 miljoen vorig jaar), gekoppeld aan de centen van de market pool (100 procent voor Club) én die voor een ranking gebaseerd op behaalde zeges en de tienjarige coëfficiënt (vorig seizoen leverde die Club nog eens extra 11,08 miljoen euro op) maakt dat blauw-zwart naast sportieve uitstraling ook financiële middelen heeft. Daar kwam een recente kapitaalsverhoging bovenop. Club, waar het transferrecord voor een speler op ongeveer 8 miljoen euro ligt ( David Okereke) bood veel voor Daramy. Volgens onze laatste informatie: 10 miljoen euro vast en 3 miljoen in bonussen. Het bleek uiteindelijk onvoldoende om Ajax af te houden. Dat ging nog 2 miljoen verder.

Dat hoeft niet te verbazen: Okereke zou in de Ajaxhiërarchie van duurste aankopen niet eens de top vijftien halen. De Ajacieden, gesteund door hun verleden én met de hulp van een dubbel zo groot stadion, gaven de voorbije jaren al twee keer meer dan 20 miljoen euro uit voor een nieuwe speler ( Neres en Haller) en negen keer meer dan 10 miljoen euro. Op dat niveau zit Club nog lang niet. Dat verklaart waarom de West-Vlamingen kreunen om een nieuw stadion en lonken naar de BeNeLiga: een grotere economische ruimte kan leiden tot meer spenderen.

Nervositeit

In afwachting van andere nieuwkomers – Clement had het zondag uitdrukkelijk over nieuwe spelers doet Club het met geleende jongens uit de Italiaanse primavera op de flank: Tibo Persyn van Inter (wel ex-Club, een jongen uit Wevelgem die hoopt dat eind dit seizoen de optie wordt gelicht) en Ruben Providence, een jonge Fransman van Haïtiaanse afkomst die werd geleend bij Roma. Geen jongens om mee te overwinteren, want helemaal aan het begin van hun ontwikkeling. De rekrutering moet deze week nog een tandje bijzetten. Bij Boca zijn ze alvast benieuwd. De voorbije weken deed blauw-zwart diverse keren een verhoogd bod op Sebastián Villa, een Colombiaan die net als Lang op de flank én in de spits kan spelen. Villa is maar voor 70 procent eigendom van de Argentijnen, die hoog happen: 12 miljoen dollar of niks. Wordt hij de nieuwe man of kaapt een Spaanse club hem weg?

Veel zal deze week dus in de plooi vallen. Morgen bij de loting de Europese ambities, en straks in de laatste dagen van de transfermarkt de nieuwe ploeg. Met dien verstande dat ook in Brugge nog wat jongens een transfer in het achterhoofd houden. Lang onder meer, en ook Mata. Op het hoofd van de ene staat 30 miljoen euro – dat is zoveel als zeggen dat je moet blijven, want daarmee zou Lang in de top vijftien van duurste transfers binnen Europa belanden – en op het hoofd van de andere 10 miljoen. Of Club dit najaar slaagt, hangt ook samen met het blijven van beiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content