Waarom Club Brugge van AA Gent verloor (en Gent van Club won)

© BELGA
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

‘Het succes van AA Gent dit seizoen heeft veel te maken met de tactische aanpak van Hein Vanhaezebrouck’, schrijft Peter T’Kint. ‘Ze zullen het in Brugge maar knarsetandend beamen.’

Het was na de 3-0 van Barcelona tegen Bayern, dat we een eminent collega hoorden zeggen dat trainers toch ook maar relatief waren. De man schat Pep Guardiola oneindig veel hoger in dan Luis Enrique. Maar die laatste had Suárez. En Neymar. En Messi. Dan wordt het een stuk makkelijker… Zijn conclusie: trainers, ach, je hebt ze niet nodig, het zijn de voetballers die het doen.

Dat laatste betwisten we niet, je mag als trainer alles nog zo mooi uittekenen, het zijn de spelers die het op een veld uitvoeren. Maar in een opleidingscompetitie waar het talent dat het verschil kan maken, vaak nog zeer pril is, scheelt het toch, de trainer die op de bank zit. En dan heeft het succes van AA Gent dit seizoen veel te maken met de tactische aanpak van Hein Vanhaezebrouck. Ze zullen het in Brugge maar knarsetandend beamen.

De ploegen die Hein op de mat brengt, vallen vooraf niet te voorspellen. Zeker niet nu een ‘vaste pion’ (Laurent Depoitre) out is. De ene keer vier verdedigers, een andere keer drie, de ene keer met twee flankaanvallers, een andere keer met slechts ééntje. Met diepe, zonder spits. Je hebt vooraf amper houvast. Alles grondig voorbereid, maar uitgaande van twee constanten: het volledig uitputten van het (vergis u niet enorme) beschikbare potentieel (in de play-offs doken plots Tabekou en Pollet op uit het niets) én een zeer aanvallend concept. Gent graaft zich niet in. Nooit, nergens, ook niet uit. Dat liep niet áltijd goed af (de nederlaag in Charleroi kwam er door aanvallende overmoed en slecht verdedigen, er werd geen genoegen genomen met een gelijkspel), maar meestal wel. Moed loonde. Zie de schitterende eerste helft tegen Club in de eigen Ghelamco, zie de uitzeges bij Anderlecht en Standard in de reguliere competitie, zie ook de prestatie gisteren op Jan Breydel.

De eerste Gentse goal kwam er nadat de verdedigende middenvelder (Neto) opdook in de zestien om een voorzet te verlengen. De bal werd over de lijn geduwd door een centrale verdediger (Nielsen), die mee was opgerukt. Niet, zoals vaak, eentje die was blijven hangen na een spelhervatting, maar eentje die gewoon mee was gaan aanvallen en zijn man (Club speelde ook met drie spitsen) even had gelaten voor wat hij was. In de beginfase van een topper, spelend op het verrassingseffect. Geloof ons, een opdracht. Knap.

Het was tekenend voor de wedstrijd. Wie gaf in de slotfase, toen Gent eigenlijk ook tevreden had kunnen zijn met een gelijkspel, de assist voor de beslissende goal? Asare. De linksachter. Dat Gent drie keer scoorde in Brugge is geen toeval. Hein brengt consequent drie, vier, tot vijf mensen in de zestien. Ook in de slotfase. Asare was er, Van Der Bruggen stond op de rand, Raman stond erin. Dat hebben ze bij Club veel minder. En bij Anderlecht al zeker. De Mitrovic van de play-offs werkt harder dan pakweg vorig seizoen, duikt meer in de hoeken, maakt meer ruimte voor anderen. Maar die komen er niet. Bij Gent komen ze er wel. En daarom vertrekt Gent met de beste papieren naar het laatste tweeluik.

Wat dan gedacht van Club? Daar doen ze het anders. Daar proberen ze vooraf in te schatten – op alle mogelijke manieren – hoe de tegenstander gaat spelen, en wordt een strijdplan opgemaakt. Daar gaat veel energie naar toe, scoutingswerk en data-analyse. Vaak werkte dat dit seizoen, Europees een kwartfinale, een bekerzege. Maar niet altijd. Zoals gisteren.

Izquierdo, Bolingoli en De Bock gedurende lange tijd op één flank, om de sterke rechterflank van Gent (Dejaeghere en Milicevic) te neutraliseren.. Het was niet slecht gevonden, de gelijkmaker viel op die manier. En het koppeltje Simons-Simon neutraliseerde elkaar. Anders dan in januari, toen de Nigeriaan club dood deed en De Fauw in de vernieling speelde, maakte die nu niks klaar.

We betwijfelen evenwel of Hein dat erg vond. Want hij had nog andere ijzers in het vuur. Dejaeghere had zich, in de beginfase nog een op een tegen Bolingoli, al eens kunnen ontdoen van zijn bewaker (goal een) maar toen dat gaandeweg moeilijker werd en Club het heft weer in handen nam, schoof Hein Dejaeghere aan de pauze een tijdje naar binnen. Daar lag, door de afwezigheid van Simons (als bewaker van Simon rechtsachter!) wel ruimte. Voor Club zijn pionnen had herschikt (en Duarte dieper begon door te dekken), viel er weer een vroege goal via de ex-Kortrijkzaan. Een schot dat op een been afweek, toegegeven, dat is pech, maar het gevaar was wel ontstaan door tactisch geschuif dat een niet goed opgevulde leemte liet. Leemte waar Kums voor de rust ook al van kon profiteren, alleen liep het in de omschakeling nog fout. Daar toen nog wat meer precisie en de match was lang niet zo spannend geweest.

En analyseer goal drie ook maar. Opnieuw geen Simons in het centrum, opnieuw Duarte die doorjoeg, naast de bal zat, en dit keer Van Der Bruggen die vanaf de positie van Simons alle vrijheid kreeg om Asare diep te sturen. De ene schoof, en won. De ander schoof, en verloor. Het overkwam Club eerder ook al tijdens de reguliere competitie in de Ghelamco.

Soms win je, soms verlies je. Waarbij we nu niet zeggen, dat Hein de match won, en Preud’homme ze verloor. Ook zij hangen/hingen af van hun spelers. Benito Raman wordt – terecht – zeer veel wildheid in de afwerking verweten. Hij is work in progress. Maar de kopbal van gisteren, met veel finesse net in die hoek gekopt die onbereikbaar was voor de Brugse defensie, was knap. En als Preud’homme op een fitte Vázquez kan rekenen en een scherpe De Sutter (vreemd dat die slechte play-offs afwerkte, die werd dit seizoen toch vaak gespaard?), of een fitte Meunier, ziet het verhaal er heel anders uit. De Spanjaard, deze week kandidaat profvoetballer van het jaar, heeft al enkele jaren geen goeie play-offs meer afgewerkt. Al twee keer niet onder Preud’homme, dat zijn toch afwegingen die in de analyse van het seizoen moeten worden gemaakt. Hoe bepalend Vázquez ook is/was bij de twee goals. Want hij had in allebei zijn voet.

Neen, trainers winnen of verliezen de match niet. Maar ze hebben wel een sturende rol. En tot dusver is Hein VanHaezebrouck ze stuk voor stuk te slim af. De trainer van het jaar zit in de dugout van de Ghelamco. Toch die in België. Wat hij in Europa kan, zien we volgend seizoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content