Waarom de slechte Europese resultaten het gevolg zijn van een opleidingscompetitie

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het werd een avond om snel te vergeten voor onze Belgische clubs in de voorrondes van de Europa League en de Conference League. Redacteur Peter t’Kint analyseert de heenwedstrijden en komt tot de vaststelling dat onze clubs tijdens de zomer geen potten kunnen breken.

AA Gent zagen we gisteren niet aan het werk, maar dat de dominante Buffalo’s na een goeie partij verloren door een gebrek aan efficiëntie in beide rechthoeken, mag niet verrassen. Gent is al langer in dat bedje ziek. De offensieve kracht van Jonathan David en Roman Jaremtsjoek, twee goudhaantjes op de transfermarkt, is nog steeds niet vervangen. Vandaar de belangstelling voor OHL-spits Thomas Henry. Het zal komende donderdag opnieuw nagelbijten worden bij de return tegen een stugge Poolse tegenstander, die wél makkelijk de nul houdt.

De duels van Antwerp en Anderlecht zagen we wel en daarbij deze vaststellingen. Viktor Fischer, niet speelgerechtigd bij Antwerp, maakte eerder op de week nog deze bedenking, afgaande op zijn eerste drie wedstrijden in de Jupiler Pro League: hier in België worden door spelers – vaak nog jong – en per uitbreiding ook door jonge coaches, enorme risico’s genomen. Het spel gaat daardoor voortdurend op en neer en het tempo ligt hoog. Het maakt ons voetbal aantrekkelijk, signaleerde hij.

Fischer maakte als nieuwkomer dezelfde bedenking als buitenlandse technische directeurs, die hier de voorbije jaren – met dank aan de nieuwe eigenaars van de clubs – neerstreken om een club te runnen. De Pro League vinden ze stuk voor stuk een interessante competitie, met veel diverse profielen – Noord-Europees, Afrikaans, Zuid-Amerikaans – en een vrij hoog tempo. Maar ook: een competitie waar risico wordt genomen, omdat voetballers nog niet het hele tactische spectrum beheersen. Iedereen is daardoor altijd verrast, door het ‘gebrek’ aan discipline (en dan bedoelen we niet gedrag naast een veld).

Is dat de verklaring voor een tegenvallende Europese avond? Of spelen er andere belangen, nu de regels zijn veranderd en je niet meer bang moet zijn voor dat dubbel tellen van een uitdoelpunt? Want eerlijk: met een 3-3 in het oude systeem staat Anderlecht tegen een evenwaardige tegenstander nu al met anderhalve voet buiten de groepsfase. Nu kan alles nog.

Opleidingscompetitie

Eerlijk, van paars-wit hadden we meer verwacht dan van Antwerp. Omdat die ploeg in principe al veel verder hoort te staan. Dat zag je voor de rust, toen Anderlecht makkelijk veel verder had kunnen uitlopen. De as – Van Crombrugge, Hoedt, Cullen, Olsson, Refaelov, Raman – was toen in staat om de zaak te controleren. Op de juiste momenten rust bewaren, op de goeie momenten druk. En verder veel snelheid, technisch vermogen en nu en dan goeie combinaties.

Dat jongens als Zirkzee, Gomez, Amuzu of Delcroix na de rust wat zouden wegdeemsteren, moesten al deze fikse twintigers of dertigers kunnen compenseren met hun ervaring en intelligentie, dachten we. Niet dus. Hoedt leidde zelf de 2-3 in met iets waar hij vroeger voor bekend stond: risico en balverlies in het uitvoetballen. Te lang lopen met de bal, omdat er voor hem onvoldoende werd bewogen. Anderlecht, waar Kompany vergeleken met een jaar terug veel meer kiest voor stabiliteit in zijn wedstrijdselectie, moet werken aan de fysieke component, zo lijkt. Met een voetballoos weekend kan de focus op Europees overleven. In principe is er talent genoeg.

Wesley Hoedt was gisteren mentaal niet van de partij
Wesley Hoedt was gisteren mentaal niet van de partij© Belga Image

Minder vertrouwen hadden we in Antwerp, waar coach Brian Priske het zichzelf ook nog eens niet makkelijk maakte. Zijn project heeft tijd nodig. Priske kon al niet rekenen op zijn offensieve wapens Frey (out) en Fischer (niet speelgerechtigd omdat hij deze zomer Europees al aantrad met Kopenhagen), maar de Deen gooide ook nog eens heel zijn defensie door mekaar. Engels verving Seck, Bataille Buta en de Amerikaan Vines debuteerde op links. Op het middenveld miste Antwerp de voorbije weken leiderschap – vandaar de komst van Nainggolan, maar die kwam pas in toen het al 3-1 stond. Terecht wellicht, Nainggolan maakte wel een voorbereiding met Inter mee, maar hoe intensief was dat als je al snel te horen krijgt dat je niet mag blijven?

Het was allemaal iets te veel van het goeie. Eggestein is een goeie aanvaller met veel oog voor ruimte, maar wellicht geen diepe spits, die een bal kan bijhouden. Anders dan Frey, met wie je naar de oorlog kan in hete bakovens als die van Nicosia. Dat scheelt al een slok op de borrel, er stonden iets te veel flyers, geen werkers. Balikwisha nieuw, Eggestein nieuw, Yussuf een prille twintiger en dan achterin Engels die al meer dan een jaar amper voetbalde… Dan krijg je dit soort ongelukken en slechte communicatie.

Keep it simpel, raden trainers hun spelers vaak aan als het even tegen zit. Priske deed dat voor zichzelf niet met zijn opstelling en dat maakt dat ook Antwerp donderdag vol aan de bak moet. Ook voor de Great Old geldt: talent en snelheid genoeg om het verschil te maken. Maar dan zullen bijkomende risico’s toch moeten worden uitgesloten. De rare vaststelling hier is ook: was het op Anderlecht Hoedt die in de fout ging bij een van de tegengoals, dan leidde in Nicosia balverlies van De Laet ook tot een treffer. Net de ervaren jongens, die iets meer rust aan de bal probeerden te bewaren, betaalden daarvoor cash.

Ook bij Antwerp ging de ervaren Ritchie De Laet in de fout
Ook bij Antwerp ging de ervaren Ritchie De Laet in de fout© Belga Image

Lessen

RC Genk maakte het eerder op de maand al mee. We zijn een opleidingscompetitie waar generositeit in de inspanning en de drang naar voren van jonge voetballers af en toe voor gebroken potten zorgt bij de omschakeling van de tegenstander. Sam Vines beseft het na zijn Europees debuut ook: je komt in Europa vaak niet weg als je geen oog hebt voor je positie. Je eigen snelheid maakt niet alles goed. Dat weten ze overal, ook bij Club Brugge, dat al met gelijkaardige tekortkomingen eveneens uit Europa werd gekegeld.

Net dat maakt het voor coaches en clubleiders in dit stadium van de competitie zo moeilijk. Ze raken elk jaar hun beste elementen kwijt – hun businessmodel is er ook op gericht – maar moeten dan tijdig klaarstaan met vervangers, die hun coaches, zelf ook niet altijd even ervaren, klaar moeten stomen. Geen evident gebeuren, want de fans willen/eisen onmiddellijk rendement. Geduld brengen weinigen op.

En zo is een Europese zomer voor Belgische ploegen meestal extra spannend. Want hoewel ze financieel (en vaak ook sportief) sterker staan – over het algemeen, niet in het geval van KRC Genk – dan hun tegenstanders, blijkt dat lang niet altijd op het veld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content