Waarom Mbokani beter is dan ooit tevoren

© GETTY
Dieter Peeters
Dieter Peeters Voetbalanalist en -journalist. Momenteel performance analyst bij de nationale U16 & U17.

Mbokani is officieel topschutter en kende op zijn 34ste zijn beste seizoen ooit. Hoe deed hij dat? Een analyse van de Congolese spits van Antwerp.

Deze analyse verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 8 januari 2020.

László Bölöni heeft ervoor gekozen zijn ploeg volledig in functie van Dieumerci Mbokani te laten spelen en Dieu betaalt die investeringen meer dan ooit terug.

Vorig seizoen had Dieumerci Mbokani al een belangrijk aandeel in het succes van Antwerp: in 40 procent van de goals had hij een voet. Aanvankelijk leek de voormalige doelpuntenmachine van Anderlecht en Standard meer te evolueren van afmaker naar aangever, met slechts 1 doelpunt en 4 assists in zijn eerste 8 matchen. Uiteindelijk stopte de teller toch op 14 goals en 6 assists in alle competities samen.

Ter vergelijking: ‘assistkoning’ Lior Refaelov was goed voor 11 doelpunten en slechts 4 beslissende passes. De bekroning van een stevig jaar kwam er voor Antwerp met een Europees ticket. In de barragematch tegen Charleroi stond het stamnummer één al snel op een dubbele achterstand, maar twee doelpunten van Mbokani en een penalty van Refaelov deden het tij alsnog keren. De twee topaankopen van Luciano D’Onofrio hadden gerendeerd.

Het seizoen 2019/20 is nog maar halfweg en Mbokani heeft zijn cijfers van vorig seizoen nu al overtroffen (19 goals, 7 assists). Waar hij vorig seizoen gemiddeld elke 201 minuten tot scoren kwam, heeft hij nu gemiddeld slechts 126 minuten nodig. Wie dacht dat Antwerp met Mbokani een versleten vedette binnenhaalde, komt dus bedrogen uit. Ondanks zijn 34 lentes, speelde Mbokani het voorbije anderhalf jaar bijna elke minuut voor Antwerp. De snelle opeenvolging van wedstrijden deert hem dus niet. Leeftijd lijkt geen vat te hebben op Dieu.

Alles in functie van Dieu

Mbokani wordt dan ook steeds belangrijker in het systeem van László Bölöni. Zijn aandeel in de doelpuntenproductie van Antwerp is zelfs nog gestegen: 50% tegenover 40% vorig seizoen. Ook vorig jaar koos de Roemeense coach er al voor om vooral via de flanken aan te vallen, met de opkomende vleugelbacks Juklerød en Buta. Rodrigues, Baby, Lamkel Zé of Refaelov moesten toen zorgen voor een overtalsituatie op de flank, zodat er ruimte ontstond voor een voorzet richting Mbokani en aansluitende spelers ( Owusu en Haroun). De flankvoorzetten blijven ook dit jaar het grootste wapen van Antwerp. Die keuze blijkt perfect afgestemd op de kwaliteiten van hun spits, dodelijk efficiënt in de grote rechthoek. Want als we de goals van Mbokani analyseren, dan blijkt dat hij 12 van zijn 19 goals scoorde na een voorzet. Naast de 4 omgezette strafschoppen, maakte hij slechts 3 velddoelpunten die niet volgden op een voorzet: twee rebounds en één cadeau van Fai tegen Standard. Mbokani is misschien niet de spits met de verschroeiende versnelling of het fantastische afstandsschot, maar dat maakt niets uit in de tactiek van dit Antwerp.

Driehoek = schot; ruit = kopbal; rondje = penalty
Driehoek = schot; ruit = kopbal; rondje = penalty© Redactie

Gevaarlijkst in de box

Bovendien kan Bölöni zijn ploeg dit seizoen door de toegenomen kwaliteit van de spelerskern ( Defour, Mirallas, Miyoshi, De Sart, Hoedt,…) een stuk hoger laten spelen waardoor Mbokani vaker in de box wordt aangespeeld. Daar is hij het gevaarlijkst, wat nogmaals blijkt als je kijkt naar de plekken van waar hij scoorde.

Waarom Mbokani beter is dan ooit tevoren

Opvallend aan de plaatsen van waarop Mbokani scoorde: de Congolees trapte of kopte enkel raak van binnen de grote rechthoek, meestal zelfs van dichter dan 10 meter. Het spreekt voor zich dat je van korte afstand meer kans hebt om te scoren dan vanop 30 meter. En net dat is misschien wel het grootste onderscheid met de andere spitsen in de Jupiler Pro League. Mbokani haalt enkel uit vanop posities waar de kans om te scoren erg groot is. Als we kijken naar het aantal verwachte doelpunten op basis van zijn doelpogingen, dan blijkt de topschutter van Antwerp gewoon buitencategorie is tegenover de rest van België.

Mbokani is niet eens de grootste killer die de kleinste kans in een goal omzet. Als je zijn verwachte doelpunten vergelijkt met het aantal keren dat hij effectief scoort, doet hij het niet beter of zelfs minder goed dan zijn concurrenten voor de topschutterstitel (bijvoorbeeld Jaremtsjoek of Boli). Maar Mbokani maakt het verschil omdat hij een meester is in het kiezen van de juiste positie kiezen voor doel. Bölöni heeft voor een tactiek gekozen die zijn spits op zijn wenken bedient met hoge of lage voorzetten dicht bij de goal. Zijn spelers hebben de kwaliteiten om de bal te brengen daar waar Mbokani het wil. ‘Dieu’ doet de rest, met succes.

Waarom Mbokani beter is dan ooit tevoren

Wat zijn verwachte doelpunten?

Volgens het model van ‘verwachte doelpunten, oftwel ‘expected goals’ (xG), dat meer dan 100.000 schoten onderzocht, krijgt elke doelpoging een bepaalde waarde (of percentage) om aan te duiden hoe groot de kans op een doelpunt is. Dat percentage hangt af van verschillende factoren, zoals de afstand tot het doel, de hoek van waaruit de speler schiet, de manier waarop het schot tot stand komt (een voorzet, een dribbel) en natuurlijk wat voor schot het is (een kopbal of een trap).

Waarom Mbokani beter is dan ooit tevoren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content