Yves Vanderhaeghe (Cercle Brugge): ‘Winnen blijft altijd en overal tellen als echte maatstaf’

© Belga Image

De 51-jarige coach van Cercle Brugge bouwt verder aan een jonge ploeg die rustig kan en moet meedraaien in de middenmoot van de Jupiler Pro League.

Welk gevoel bekroop je toen op 24 augustus bekend raakte dat de Nigeriaans-Engelse spits Iké Ugbo tot 2025 werd vastgelegd door KRC Genk?

Yves Vanderhaeghe: ‘Goh. Er is dan toch altijd een zekere vorm van fierheid, omdat we vorig seizoen samenwerkten toen hij als huurspeler van Chelsea bij ons speelde. Ik gun Iké die transfer, een mooie keuze, van harte. Na zijn zestien doelpunten bij ons, een ploeg die in de tweede seizoenshelft tegen degradatie speelde, was hij duidelijk klaar voor een volgende stap. Dat gaat samen met zijn persoonlijke ambitie. Met nog betere spelers rondom hem ben ik er van overtuigd dat hij ook voor hen iets zal betekenen. Iké is een enorm getalenteerde en plichtbewuste prof, die bijzonder goed weet waar hij naartoe wil. Ik zag bij hem één specifieke troef: zijn positiekeuze voor doel als nummer negen. Het echte opportunisme, die neus voor de goal. Hij geeft ook nooit op en verdedigde juist mee.’

Was je verbaasd door de actie van routinier Thomas Didillon thuis tegen RSC Anderlecht en STVV, toen hij impulsief uit doel kwam en zijn interceptie volledig miste?

Vanderhaeghe: ‘Natuurlijk. Want we spreken over een ervaren keeper met een sterke persoonlijkheid, die al een aantal goede saves had uitgevoerd. Maar in die specifieke gevallen was zijn inschatting verkeerd. Dat waren vreemde momenten, want hij zat totaal naast de bal. Een intelligent iemand als Thomas weet heel goed dat zoiets op dit niveau niet kan; tegen STVV kostte ons dat drie punten. Spijtig. Iedereen heeft recht om fouten te maken, alleen moet de ploeg dat dan ook willen rechtzetten, als reactie, voor alle reddingen die hij eerder al deed. Ik miste zoiets. Ook de gelatenheid en aangeslagen indruk waarmee Thomas tijdens de rust de kleedkamer opzocht… van mij had hij ze gerust bij hun vel mogen nemen, aansporen tot meer concentratie én acties.’

Technisch directeur Carlos Aviña sprak in zijn evaluatie van de zomermercato over ontwikkeling van ’talents’ en de potentie van ‘performers’ om stabiele resultaten te boeken. Volg je die redenering qua strategie en benadering?

Vanderhaeghe: ‘Met de hulp, kennis en expertise van AS Monaco voeren we de strategie uit. Ik ken dus de uitdagingen en sta daar ook achter. In het verleden maakte ik al jonge, getalenteerde spelers beter, die later voor een mooie prijs werden doorverkocht. Maar als hoofdtrainer blijf je nu eenmaal afhankelijk van de uitslagen. Ook al toon je je geduldig, werk je bijzonder motiverend en las je regelmatig individuele gesprekken in, winnen blijft altijd en overal tellen als echte maatstaf. Dat is de andere kant van de medaille.

‘Momenteel tel ik vijf tot zes jongens ouder dan 25 jaar. Veel meer zullen het niet zijn. Verder slijpen aan de ruwe diamanten kost naast fouten ook punten. We moeten aanvallend meer kansen creëren, want puur defensief gaven we heel weinig weg met een totaal nieuwe verdediging.’

Wanneer zal je dan op het einde van de reguliere competitie een tevreden coach zijn?

Vanderhaeghe: ‘Als we een rustig seizoen kunnen draaien en ik echt zie dat er individueel maar ook als groep progressie wordt gemaakt. Hopelijk zo snel mogelijk. Onderaan vertoeven, is niet leuk en geeft geen fijn gevoel. Ik zou graag tussen de tiende en twaalfde plaats staan, zodat we niet constant hoeven te rekenen en bang achterom moeten kijken. Een beetje marge houden tegenover de laatste twee plaatsen, dat zou me gelukkig maken. We mogen, moeten zelfs, streng zijn voor onze spelers. Dan heb ik het niet enkel over de pure voetbalkwaliteiten, maar vooral over de mentaliteit. Het gaat dan om opofferingen en het totaalplaatje zien.’

In hoeverre is de strijd van reservedoelman Miguel Van Damme tegen zijn ziekte een factor om de rest van de spelersgroep te confronteren met de realiteit én als motivatiebron?

Vanderhaeghe: ‘Het is heel sterk aanwezig, dat voel je hier dagelijks. Zijn truitje wordt elke keer meegenomen in de kleedkamer. Van zodra hij hier ook fysiek is, schuift Miguel mee aan tafel. Al vijf jaar lang vecht die jongen voor zijn leven. De laatste berichten zijn weer wat positiever. Zijn gevecht moet ons altijd met de neus op de feiten drukken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content