Catalaanse grootmacht blijft doorgaan in de Primera División.
De Catalanen, met het vizier duidelijk al op de heenwedstrijd van de halve finale van de CL tegen Bayern München gericht, beleefden een moeilijke avond tegen UD Levante. Camp Nou zag een lakse vertoning van de ploeg van Tito Vilanova, die helemaal op het einde toch bekroond werd met een overwinning. De match stond verder in het teken van Eric Abidal, de Franse verdediger die voor het eerst na zijn kankerbehandeling de negen minuten volmaakte.
Een veredeld B-elftal, zonder Lionel Messi, Xavi, Sergio Busquets, Pedro en Gerard Piqué, voetbalde lang te traag. Zo kwam Barça nauwelijks aan uitgespeelde kansen. De grootste mogelijkheid, een penalty in de 17e minuut, was er een met een grote strik rond. David Villa liet de uitgelezen kans echter onbenut, al mocht de redding van goalie Keylor Navas er ook zijn.
In het begin van de tweede helft kregen de blaugrana opnieuw een helpende hand van de ref. Zo keurde hij een doelpunt van Robert Acquafresca onterecht af voor buitenspel. Vilanova kon het niet langer aanzien. Hij gooide de sterspelers Xavi, Pedro en Alexis Sánchez in de strijd. Veel veranderde dat niet, tot Barcelona in de laatste tien minuten toch een versnelling hoger schakelde. Villa liet aanvankelijk nog de kans op de voorsprong liggen, maar even later trapte Cesc Fàbregas de bal enige mooi in de hoek. Barcelona scoorde dit seizoen in elke wedstrijd. Het vond in 32 wedstrijden al 99 keer de weg naar doel. Dat is een gemiddelde van meer dan drie doelpunten per match. Volgende week kan het de magische kaap van honderd doelpunten ronden en zelfs al de titel binnenrijven. Als Barça wint in Bilbao bij Athletic en Real Madrid onderuit gaat bij stadsgenoot Atlético van Rode Duivel Thibaut Courtois, is de 22e landstitel een feit. (NN)
