Bournemouth-Southampton, de derby die er helemaal geen is

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

In de kwartfinales van de FA Cup staat dit weekend Bournemouth-Southampton op het programma, de zogenaamde New Forest derby. Onbekend bij velen, want kunstmatig vanwege een gebrek aan sportieve geschiedenis.

Dit artikel komt uit het nieuwe magazine Raimundo. Lees hier de volledige editie.

Als reizen straks weer mag en u zoekt nog een bestemming, dan is de South Coast van Engeland een aanrader. Niet te ver, mooie kusten, prachtige musea. De haven van Southampton, van waar de Titanic vertrok, de stranden van Bournemouth om wat tijd weg te luieren en tussenin het New Forest, beschermd natuurgebied waar pony’s vrij rond meanderen en daarbij niet zelden de straatjes van de kleine dorpjes tot hun habitat rekenen. Zij die er wonen of een shop uitbaten moeten soms veel moeite doen om de dieren uit winkel of tuin te houden.

De twee voetbalclubs aan elk uiteinde van dat nationaal park, een kleine 50 km, staan zaterdag op de middag tegenover elkaar in de kwartfinale van de FA Cup. En dat is altijd een beetje nieuws, want zo vaak gebeurt het niet. Zelden tot nooit zaten Bournemouth en Southampton immers in eenzelfde divisie in hun beider clubgeschiedenis. Dat gebeurde in de jaren ’50-’60 en nog een keer na de vrije val van Southampton tot in League One, de derde klasse, een decennium geleden. Maar meestal scheidden een of twee reeksen de beide ploegen, met Southampton als sportief de beste.

Southampton heeft Bournemouth altijd beschouwd als een lieve kleine broer.

Industrie en nachtclubs

Ze delen in de regio hun krant, de Southern Daily Echo, en het economisch leven : het geld en de industrie zit in de havenstad, de ontspanning, stranden en nachtclubs, vinden regiobewoners in Bournemouth. Als lepeltjes passen ze in elkaar, veel beter dan Portsmouth, de buur aan de andere kant van Southampton.

Ook op voetbalvlak was er van rivaliteit geen sprake. Het was alsof het bos de zeden verzachtte. Southampton zag Bournemouth FC altijd als een lieve kleine broer, geen gevaar. De voorbije tien jaar werden elf spelers verkocht of verhuurd aan Bournemouth. Youngsters uit de academy van Southampton, zoals Adam Lallana, mochten op uitleenbasis naar Bournemouth om daar ervaring op te doen. In de regio was Southampton toch de dominante broer : groter stadion, meer middelen, betere opleiding. Bournemouth kreeg de kruimels.

Dat Bournemouth in 1997 niet into administration (failliet) ging, dankt het trouwens aan de fans van Southampton. Om te overleven werd een vriendschappelijk duel tussen beide teams georganiseerd. Fans konden geld doneren. Dat gebeurde, want fans van voetbal in die regio zijn vaak fan van beide teams. De ene keer gingen ze naar Bournemouth kijken, de week erna naar St Mary’s.

Bournemouth-Southampton, de derby die er helemaal geen is
© GETTY

Lief voor elkaar

Het derbygevoel van haat of nijd was er nooit, bij gebrek aan wedstrijden en geschiedenis. Daarom kan je moeilijk van een derby spreken, tenzij afstand je enige criterium is. Voor hevige gevoelens, uitmondend in een verhitte derbysfeer, is controverse nodig : rode kaarten, discutabele scheidsrechterlijke beslissingen, memorabele nederlagen.

Toen Bournemouth in 2015 naar de Premier League promoveerde, werd heel even gepoogd om de rivaliteit aan te wakkeren en ontstond het beeld van de New Forest Derby. De eerste twee jaar eindigde Bournemouth nog onder Southampton, daarna twee keer erboven. Twee keer kon het Southampton in die periode een ferme tik uitdelen in de degradatiestrijd, maar telkens wonnen de Saints. Alsof de buren lief waren voor elkaar.

Vorig seizoen kwam met de degradatie van Bournemouth aan die derby’s weer een einde. Bournemouth had uitgerekend dat seizoen voor het eerst in de Premier League op St Mary’s kunnen winnen (1-3) maar het verloor op de voorlaatste speeldag thuis met 0-2 van de buren. Aston Villa finishte beter en bleef in de Premier League. Arnaut Danjuma en co strijden in de Championship op dit moment voor een plaats in de play-offs. Rechtstreekse promotie zit er niet meer in.

ZIJDELINGS: Na Carlo, Davide

King Carlo heeft zijn magie niet verloren. Hij doet het niet langer bij de absolute wereldtop, bij Bayern, Chelsea, Napoli, PSG of Real Madrid, maar op een niveautje daaronder, bij Everton. Dat kostte Farhad Moshiri, de Brits-Iraanse zakenman die ooit met zijn partner Alisher Oesmanov aandelen bezat in Arsenal en die club in februari 2016 inruilde voor Everton FC, overigens heel wat moeite.

Al in 2017 benaderde Moshiri, die werkt vanuit Monaco maar zijn geld vergaart op de Russische markt, Carlo Ancelotti. Die weigerde. Pas eind 2019 kwam het ervan. De nood was hoog, want onder Marco Silva was Everton afgegleden naar de bodem van het klassement. Toen Ancelotti zijn eerste wedstrijd coachte, op tweede kerstdag, stond Everton op een zestiende plaats. Op zaterdag 26 december 2020, na exact een jaar dienst, was Everton alweer vijfde.

Goeie coaches verliezen hun touch niet : 56 wedstrijden coachte Ancelotti inmiddels bij Everton, de helft daarvan won hij. In de competitie verloor hij geen van zijn drie duels tegen Liverpool (in de beker wel). Er kwam deze zomer kwaliteit bij, met James Rodríguez zelfs een wereldvedette en Dominic Calvert-Lewin is een goeie spits die meedraait in de nationale ploeg.

Het geheim verder, naast de extra kwaliteit : meer power, meer loopvermogen en een bredere kern. In de slipstream van Carlo : zoon Davide, die steeds meer verantwoordelijkheid krijgt op tactisch vlak. Davide is 31, en al tien jaar trainer. Hij wil, als hij komende zomer 32 wordt, aan zijn Pro License beginnen in Italië. Daarna kan het eigen verhaal van start gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content