Zowel Real Madrid-CSKA Moskou als Chelsea-Napoli eindigt op 4-1.
In de terugronde van de achtste finales Champions League hebben Real Madrid en Chelsea zich geplaatst voor de kwartfinales. Cristiano Ronaldo schitterde tegen CSKA Moskou met twee goals.
Didier Drogba
Chelsea stond voor de loodzware opgave om de 1-3 uitslag uit de heenwedstrijd om te draaien om zich te plaatsen voor de kwartfinales van het Europese kampioenenbal. In de laatste 16 seizoenen Champions League was er telkens minstens één Engelse club geplaatst voor de kwartfinales. De druk op de Londense ‘Blues’ was dus groot. Gelukkig voor de Londenaren bracht Didier Drogba hen al in de 29ste minuut op voorsprong.
Branislav Ivanovic Met de 2-0 op het bord, na een mooie kopbal van John Terry, twee minuten na de rust leken de Londenaars goed op schema om zich te plaatsen. In de 55ste minuut haalde de Zwitser Gökhan Inler echter verschroeiend uit en bracht de Zuid-Italiaanse ploeg weer langs zij. Een kwartier voor tijd trapte Frank Lampard een strafschop binnen en leek alles te herdoen. De wedstrijd ging over tot verlengingen waar de 28-jarige Serviër Branislav Ivanovic in de 105de minuut de eindstand vastlegde, 4-1.
Real Madrid comfortabel
Real Madrid had heel wat minder last met het Russische CSKA Moskou. Gonzalo Higuain scoorde de openingstreffer halfweg de eerste helft, waarin de Russen maar liefst drie keer geel kregen. De Koninklijke domineerde de wedstrijd en in de tweede helft waren Cristiano Ronaldo (2) en Karim Benzema nog goed voor drie goals. Zoran Tosic redde de eer nog voor de Moskovieten. Eindstand 4-1.
Geschiedenisboeken Nog nooit slaagde een trainer erin om met drie verschillende ploegen de Champions Leaguefinale te bereiken. José Mourinho die met Inter Milan en Chelsea de finale al haalde, lijkt goed op weg om de geschiedenisboeken in te gaan. Realaanvaller Karim Benzema staat sinds gisteren zeker in diezelfde geschiedenisboeken. Hij scoorde 33 seconden nadat hij gewisseld werd voor Higuain, van een superwissel gesproken. (SB)
