Dries Mertens leeft als een god in Napels: ‘De mensen houden van mij omdat ik op hen gelijk’

© Belga Image
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

Dries Mertens speelt dit seizoen de rol van zijn leven in het Napoli van Carlo Ancelotti. De Leuvenaar is geen pure publieksspeler meer, maar heeft zich omgeschoold tot een geprezen goalgetter. Én hij heeft het record van Maradona te pakken.

Je moet haast op een viplijstje staan om een oefengalop van Carlo Ancelotti bij Napoli bij te wonen. Maar dat kan niet gezegd worden van Castel Volturno, een badplaats vijftig kilometer ten noorden van Napels, dat al zijn toeristen kwijtraakte en nu het heiligdom is van prostituees, drugsdealers en mensensmokkelaars. Buitenstaanders wagen zich enkel in het stadje per taxi en wie hier rondslentert, zal zich niet van de indruk kunnen ontdoen dat het einde van de wereld nabij is. Het panorama stemt dus helemaal niet overeen met de doorgaans erg selecte omgeving waarin Europese topclubs zich tijdens de week afzonderen. Maar Ancelotti lijkt zich niets aan te trekken van de verouderde infrastructuur en de stoffige oefenvelden. De volleerde zestiger, een van de meest gerespecteerde trainers van zijn generatie, heeft voor een keer zijn maatpak ingeruild voor een trainingsoutfit in lycra met bijbehorend petje.

Winnen is zo’n obsessie dat ik dingen uithaal waar ik mij achteraf geweldig voor schaam.’ Dries Mertens

Napoli is een aparte club. Een instituut dat zijn weg zoekt in de 21e eeuw en nog grotendeels geïnfiltreerd is door lokale maffiabaronnen. Hier krijg je met veel trots een kop koffie ‘op zijn Maradona‘s’ geserveerd. Een ondrinkbaar goedje, bestaande uit een concentraat van suiker en cafeïne, dat zwaar beladen herinneringen oproept aan het roemrijke verleden. Iets meer dan zes jaar nadat Dries Mertens (32) zijn tenten opsloeg aan de voet van de Vesuvius, maakt hij een balans op van zijn periode bij Napoli.

Iedereen noemt jou hier ‘Ciro’. Het is een typische Napolitaanse voornaam die ook aangeeft hoe populair je hier bent. Je bent de lieveling van de massa, maar niet altijd even graag gezien door commentatoren. Ben je een typische publieksspeler?

Dries Mertens: ‘Het is gelinkt aan mijn manier van spelen. Op het veld doe ik alles in een hoog tempo. Ik beuk in op een verdediging, ik waag mijn kans, ik zet voor… Mensen zien dat ik niet op een inspanning kijk. Mijn spel is heel direct en in zekere zin speel ik zo omdat ik weet dat het in de smaak valt bij het publiek. Maar het heeft geen gevolgen voor mijn prestaties, want je mag niet vergeten dat mijn rendement goed is. Of analisten mij in hun hart dragen, weet ik niet. Ik wil gewoon graag gezien worden door mijn ploegmaats en door de coach. Dát houdt mij bezig. Fans liggen niet wakker van vergelijkingen, analisten wel. Zij hebben meer dan waarschijnlijk een voorkeur voor een genie als Kevin De Bruyne. Maar ik kan je verzekeren dat ik ook Kevin zou verkiezen.’ ( lacht)

Waarom ben je zo populair in België en Napels? Ligt het aan je looks of toch aan je manier van voetballen?

‘Ik zou zeggen: geen van de twee. De mensen houden van mij omdat ik op hen gelijk. Daar ben ik oprecht van overtuigd. Ik zal een voorbeeld geven. Toen ik in Napels ben aangekomen, ben ik meteen Italiaans beginnen te leren. Dat heeft mij toegelaten om snel de lokale cultuur te leren kennen. Ik heb nooit een rol willen spelen. Op het veld en ernaast hebben de mensen kunnen zien dat ik mij amuseer. Ik leef en ik leef mij uit. Ik ben blij met alles wat mij overkomt. En blijkbaar houden mensen van andere mensen die er gelukkig bijlopen.’

EXCUSES AAN CAHILL

Mogen we zeggen dat je twee gezichten hebt? De charmeur die de camera bespeelt bij het vieren van een doelpunt en de kwajongen die Gary Cahill tegen Joe Hart aanduwt op Wembley in 2012?

‘Ik ben Gary Cahill jaren later per toeval tegengekomen op restaurant en ik was blij dat ik hem toen mijn excuses heb kunnen aanbieden. Ik betreur mijn actie want door mij heeft hij het EK van 2012 moeten missen. Daaruit blijkt dat er soms een warmbloedige versie van mij op het veld staat. Bij mij is winnen zo’n obsessie dat ik dingen uithaal waar ik mij achteraf geweldig voor schaam.’

Je bent een leidinggevende figuur geworden bij de Rode Duivels en je wordt in Italië beschouwd als een van de beste spelers op je positie. Realiseer jij je wat je voor elkaar hebt gekregen?

‘Nu wel, maar enkele jaren geleden moest ik mij af en toe in de arm knijpen. Ik zit in een stadium in mijn carrière dat ik van een zeker comfort geniet. Ik profiteer ten volle van wat mij overkomt. Ik denk: ik heb het uiteindelijk toch verdiend. Ik zeg het zonder enige zweem van arrogantie, maar ik ben intussen gewend geraakt aan mijn succes.’

Het contrast met vroeger is groot. In 2007 werd je na een uitleenbeurt aan Eendracht Aalst door Gent voor 46.000 euro verkocht aan de Nederlandse tweedeklasser AGOVV. Je hebt er echt voor moeten knokken om het te maken als profvoetballer. Dat is toch iets om extra trots op te zijn?

‘Ik zie gamins van 19 jaar bij ons in de kleedkamer zitten. Ze spelen in de Serie A en ze nemen het ervan. In mijn hoofd weet ik dat ze misschien vertrokken zijn voor een lange carrière van twintig jaar. Ik benijd hen niet. Ik ben content dat ik tot mij 25e een normaal leven heb kunnen leiden. Dat wil zeggen: een wedstrijd per week spelen zonder druk en puur voor de fun. Het is vandaag misschien not done voor een voetballer om te zeuren, want we verdienen veel geld, maar ik zal toch een bekentenis afleggen: van sporten op een hoog niveau takel je af. Mij hoor je niet klagen over het succes dat mij nu overvalt, maar voor mij hoeft dat geen vijftien jaar te duren. En ik zal blij zijn wanneer het afgelopen is. Ik heb één groot voordeel ten opzichte van andere spelers: op mijn 32e ben ik nog niet versleten.’

Dries Mertens lacht: 'De fysiektrainers zeiden dat mijn testen niet meer zo goed zijn als vroeger. Ik denk dat die mannen zich vergissen.'
Dries Mertens lacht: ‘De fysiektrainers zeiden dat mijn testen niet meer zo goed zijn als vroeger. Ik denk dat die mannen zich vergissen.’© GETTY

Je geeft niet de indruk dat jouw beste jaren achter je liggen. Maar voel jij dat je meer moeite hebt om te recupereren na een match? Ben je ook iets van je explosiviteit verloren?

‘Helemaal niet. Ik voel mij zelfs sterker dan vijf of zes jaar geleden. Het heeft te maken met de opeenvolging van matchen. De eerste drie jaar was ik niet echt titularis. Onder Rafael Benítez speelde ik zeker niet alles en in mijn eerste seizoen met Maurizio Sarri ook niet. Sinds ik basisspeler ben, voel ik mij beter in mijn vel. Nochtans zeggen de fysiektrainers dat mijn testen niet meer zo goed zijn als vroeger. Ik denk dat die mannen zich vergissen.’ ( lacht)

Elke week zei Sarri hoe erg hij het vond dat hij mij weer op de bank moest zetten. Ik werd gek van die mens.’ Dries Mertens

IDEALE JOKER

Je hebt tot je 30e en je vierde seizoen moeten wachten om een onbetwiste basisspeler te zijn bij Napoli. Vond je dat onrechtvaardig gezien je prestaties tijdens je eerste jaren?

MERTENS: ‘Ik gebruik niet graag het woord onrecht. Ik heb van thuis uit een goede opvoeding gekregen en dat heeft mij ook geholpen om geduldig te blijven. Eén ding vraag ik mij wel af: wat als ik van in het begin van mijn carrière titularis was geweest? Wie weet had ik nu al dubbel zoveel doelpunten gescoord.’

Na het vertrek van Gonzalo Higuaín en de blessure van Arkadiusz Milik werd je door Sarri in december 2016 tot spits gebombardeerd. Je maakte toen meteen een hattrick tegen Cagliari, gevolgd door een vierklapper tegen Torino. Je eindigde het seizoen met 38 doelpunten. Werd je vanaf dan anders bekeken in Italië?

‘Ik liep er vooral minder gefrustreerd bij… Ik had de maanden daarvoor, toen ik niet speelde, veel met Sarri gesproken. In zijn eerste seizoen bracht hij mij zes keer aan de aftrap. Elke week werd ik naar zijn bureau geroepen en ik moest telkens horen hoe erg hij het vond dat hij mij weeral op de bank moest zetten. Ik werd echt gek van die mens en ik heb mij vaak kwaad gemaakt. Er waren momenten dat ik met hem op de vuist wilde gaan. Hij vroeg mij om zijn standpunt te begrijpen. En hij zei te hopen dat ik ooit trainer zou worden, opdat ik zou begrijpen waarom het nuttig was om een speler zoals ik op de bank te hebben. Op de vraag waarom ik naast de ploeg viel, antwoordde hij: er is niemand die zo goed kan invallen als jij. Ik was uniek in die rol als joker. Ik heb dikwijls gedreigd om op een dag op een belabberde manier in te vallen…’

Is het bij een dreigement gebleven?

‘Ik heb het een keer ook effectief geprobeerd. Het was een match tegen Sampdoria en ik was de situatie zo beu dat ik voor mezelf had uitgemaakt dat ik moedwillig slecht zou spelen. Maar Sarri kende mij door en door, hij wist dat ik niet in staat was om dat meer dan vijf minuten vol te houden. En hij had gelijk. Na drie baltoetsen heb ik voluit gespeeld.’

Sindsdien heb je drie seizoenen na elkaar meer dan 20 doelpunten gemaakt en je bent op weg om dat aantal opnieuw te halen. Je was ook de man die in de Champions League de strafschop mocht trappen tegen titelhouder Liverpool. Wat is er behalve jouw status veranderd voor jou?

‘Buiten het feit dat ik nu alle matchen speel? ( lacht) De mensen bekijken mij anders. Maar dat maakt van mij nog geen leider. ( denkt na) Ik heb die functie nooit opgeëist. Ik zie mij niet in de huid kruipen van een aanvoerder… Ik weet niet waarom, maar ik heb er nooit behoefte aan gehad.’

DE KLEINE YARI

Voor het WK 2018 was je niet echt hoopvol over de winstkansen van België. Je gaf toen als voorbeeld de verloren oefenmatch tegen Spanje in september 2016. De eerste wedstrijd in het tijdperk-Martínez was volgens jou veelzeggend over het werkelijke niveauverschil tussen de Rode Duivels en een topland als Spanje. Ben je deze keer wel optimistisch voor het EK in 2020?

( knikt) ‘We hebben als ploeg veel progressie geboekt de voorbije jaren en op individueel vlak zijn we sterker geworden in vergelijking met die match tegen Spanje drie jaar geleden. En: de andere landen hebben meer ontzag voor ons dan vroeger en dat kan een invloed hebben op de fysionomie van een match. Of zelfs van het toernooi. We gaan naar het EK om het te winnen.’

Wordt het EK je laatste grote toernooi met de nationale ploeg?

‘Neen. Waarom?’

Omdat je 32 bent. Bij de Rode Duivels is het een rage om rond die leeftijd een punt te zetten achter een internationale carrière. Steven Defour en Marouane Fellaini namen al afscheid, Mousa Dembélé komt wellicht niet terug en zelfs Romelu Lukaku gaf al aan dat hij aan stoppen denkt na het EK.

( grinnikt) ‘Je moet niet alles geloven wat Romelu zegt. Het is een topkerel en ik vind het fenomenaal wat hij al enkele weken aan het presteren is bij Inter. Ik heb hem een paar dagen geleden gebeld om hem te feliciteren met een knap interview dat hij gegeven heeft in het Italiaans, terwijl hij nog maar net in Italië is. Bij het herlezen van sommige interviews zal Romelu zich wellicht afvragen waarom hij bepaalde zaken heeft verteld. Ik kan mij in elk geval niet voorstellen dat ik zelf een stap opzij zou zetten bij de nationale ploeg. Ooit zal ik niet meer opgeroepen worden en dan zal ik inzien dat het gedaan is. Tot die dag mag iedereen op mij rekenen.’

Dries Mertens leeft als een god in Napels: 'De mensen houden van mij omdat ik op hen gelijk'
© BELGAIMAGE

Heb je na het WK geprobeerd om Fellaini te overhalen om toch verder te doen?

‘Iedereen zit anders in elkaar. Marouane heeft een keuze gemaakt: naar China gaan en stoppen bij de Rode Duivels. We moeten zijn keuze respecteren. Het klopt dat Marouane een speciaal profiel had, dat vooral op toernooien waardevol was. Hij sprak niet veel, maar hij was iemand die mensen aan het lachen bracht. Ik zal hem missen op het EK. In de tussentijd hebben andere spelers zich opgedrongen op de positie van Marouane. Ik denk in de eerste plaats aan Youri Tielemans, die het meer dan voortreffelijk doet.’

Romelu is een topkerel. Ik vind het fenomenaal wat hij aan het presteren is bij Inter.’ Dries Mertens

Andere spelers, zoals Yari Verschaeren en Leandro Trossard, hebben recent hun opwachting gemaakt in de ruime kern. Jij bent nu een van de anciens die hen moet opvangen in de groep.

‘Het is niet te vatten dat ik bijna dubbel zo oud ben als de kleine Yari. Die arme jongen heeft dus nog twintig jaar te gaan! ( lacht) Ja, soms denk ik er zo over. Ik zal opgelucht zijn de dag dat ik mijn schoenen aan de haak zal hangen. Ik wil reizen en de wereld ontdekken. Dat is een van de redenen waarom ik nog geen kinderen heb… Maar Yari heeft een overweldigende indruk op mij gemaakt. Na zijn invalbeurt tegen Schotland heb ik hem gezegd dat het hopelijk het begin was van een grote internationale carrière. Het is een goede gast. Hij luistert en is bereid om bij te leren. Nacer Chadli had mij al verwittigd dat het een crack was. Hij heeft meteen zijn ding gedaan op training en in de match. Hij was respectvol in alles wat hij deed, maar voetbalde tegelijk met veel zelfvertrouwen. Ik durfde vroeger minder en ik hield mij meer op de achtergrond. Leandro Trossard is meer het timide type en hij doet mij in dat opzicht aan mezelf denken toen ik net kwam kijken bij de Rode Duivels.’

Jij bent nog zeven doelpunten verwijderd van het record van Marek Hamsik (121 doelpunten) en je staat op één goal van het totaal van Diego Maradona (115 doelpunten). Is het een doel om het record van de tabellen te vegen?

‘Ik zou liegen mocht ik het tegenovergestelde beweren. Zeker als je er zo dichtbij bent. Maar de scudetto winnen is mijn absolute droom. Kan het ene zonder het andere? Wellicht wel. Bij de Rode Duivels zit ik aan 87 caps en ik zou het ook leuk vinden om tot 100 te gaan. Het is niet niets om 100 keer te mogen uitkomen voor je land.’

‘Tijd voor Kompany’

Nacer Chadli en Kevin Mirallas hebben op late leeftijd de Belgische competitie ontdekt. Wil jij ook je carrière eindigen waar het eigenlijk had moeten beginnen?

‘Zeg nooit nooit, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat ik mijn carrière in België zal beëindigen. Ik zal open kaart spelen: ik lig hier nog zeven maanden onder contract en ik weet in deze fase niet waar ik volgend seizoen zal zitten. Ik weet alleen dat ik alle mogelijkheden een voor een zal bestuderen. Verlengen of vertrekken? Ik sluit niets uit. Maar het ging dus over de Belgische competitie. Ik vind het fantastisch dat die jongens terugkeren. Daarom zou ik willen vragen om hen niet te bekritiseren en iemand als Vincent Kompany de tijd te geven om te doen waar hij voor gekomen is. Ik kijk weinig voetbal op tv, maar ik heb twee weken geleden op een zaterdag een deel van Antwerp-Cercle meegepikt. Ik heb genoten van een Steven Defour, die passes gaf tussen de linies. Steven en anderen hebben een positief effect op de competitie. We beseffen niet hoeveel geluk we hebben.’

‘Perfecte tactiek van Martínez’

Het WK in Rusland lijkt op een samenvatting van jouw loopbaan. Er waren hoogtes en laagtes, de bondscoach liet je tegen Brazilië op de bank starten, je kreeg een rol als joker tegen Frankrijk, maar finaal houd je er toch een positieve balans aan over.

‘De coach en ik zijn een goede match. Hij heeft een schitterende persoonlijkheid en ik schat hem hoog in als trainer én als mens. Hij is zo verschillend van de persoon die jullie zien tijdens zijn mediaoptredens. Eerlijk? We hadden ons geen betere trainer kunnen inbeelden om Marc Wilmots op te volgen. Wilmots heeft orde op zaken gezet binnen de voetbalbond op een moment dat het een puinhoop was. Roberto Martínez heeft van ons een echt team gemaakt dat op tactisch vlak ongelooflijk sterk is.’

Vind je het toch niet spijtig dat je niet tot de tactische keurgroep van Martínez behoorde in de kwartifinale tegen Brazilië?

‘Ik was bijzonder ontgoocheld voor de match, maar daarna was dat gevoel helemaal weg. Wat viel er aan te merken op de tactiek tijdens die match? Niets. Het was perfect. Punt.’

Je dacht wellicht dat het WK erop zat toen je na 65 minuten gewisseld werd tegen Japan?

‘Ik heb er nooit meer bij stilgestaan wat er gebeurd zou zijn mochten we die match verloren hebben. Ik denk niet dat journalisten mij nog zouden komen opzoeken in Napels. Wellicht zouden we een generatie zijn van paria’s. Zo gek zit voetbal nu eenmaal in elkaar!’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content