Duitsland en Spanje spelen woensdagavond in Durban de tweede halve finale van het WK. In 2008, toen beide landen tegenover elkaar stonden in de finale van het EK, won Spanje. Volgens de bondscoaches Joachim Löw en Vicente Del Bosque is hun land sindsdien sterker geworden.
“Nadat we in 2008 de finale verloren, was iedereen heel teleurgesteld”, blikt Löw terug. “Maar Spanje was toen duidelijk de beste ploeg en verdiende dus te winnen”.
“De voorbije twee jaar hebben we veel veranderingen doorgevoerd, Spanje minder. In dit toernooi hebben we duidelijk stappen vooruit gezet in vergelijking met het EK.
“In 2008 waren we meer wisselvallig en hadden we misschien niet dezelfde kwaliteit op elke positie zoals we die nu hebben.”
“Twee jaar geleden verbruikten we veel energie maar konden niet altijd domineren. Dat is nu anders”, vergelijkt hij verder. “We kunnen tegenstanders onder controle houden en in de problemen brengen.”
Del Bosque treedt Löw bij: “Hun ploeg werd hernieuwd met belangrijke jonge spelers, maar tegelijk behielden ze de traditionele sterktes van het Duitse voetbal.”
Maar ook de Spaanse bondscoach, die na Euro 2008 het roer overnam van Luis Aragones, meent dat zijn ploeg sterker werd. “We gingen verder op dezelfde weg, maar pasten enkele nieuwe spelers in. In het voetbal mag je niet stilstaan”.
Duitsland – Spanje wordt om 20u30 afgetrapt in het Moses Mabhida-stadion in Durban. De winnaar van het duel speelt op 11 juli de WK-finale tegen Nederland.
