Edgaras Jankauskas: ‘Journalisten komen in Litouwen verhalen schrijven over onze lachwekkende situatie’

© Belga Image
Sam Kunti Freelancemedewerker van sportmagazine.be

Twintig jaar geleden is het al dat Edgaras Jankauskas (42) neerstreek bij Club Brugge. Een diepe indruk liet hij niet na, maar hij schreef wel de Belgische titel met Blauw-zwart in 1998 én de Champions League met FC Porto in 2004 op zijn palmares. Nu probeert hij het als bondscoach met Litouwen. In een gesprek met Sportmagazine.be blikt hij terug en vooruit. ‘Gerets en Mourinho lieten onvergetelijke indrukken na’.

Edgaras Jankauskas maakte in 1997 de overstap van Torpedo Moskou naar Club Brugge, waar hij zich snel ontpopte tot een vaste waarde in de spits. ‘De overstap naar Club was toen een uitstekende zet in mijn carrière’, zegt hij aan Sportmagazine.be. ‘Het begin verliep uitstekend. Ik scoorde twee keer tegen Germinal Ekeren en in de volgende wedstrijd ook een keer tegen Anderlecht. Dat was een belangrijke overwinning want vooral de intensiteit van de wedstrijd maakte het lastig. Het Russische voetbalseizoen was juist geëindigd en ik had geen vakantie kunnen nemen. Fysiek was het zwaar maar Erik Gerets en de hele ploeg hielpen om me te settelen.’

Sportmagazine.be: Wat leerde je van Gerets?

Jankauskas: ‘Hij was een vechter. Gerets besteedde niet zoveel aandacht aan de tegenstander omdat hij zijn ploeg belangrijker vond. Soms zei hij niet wie je directe tegenstander was, eenvoudigweg omdat hij er minder aandacht aan schonk. Het was wellicht de juiste aanpak, want Club Brugge stond aan de leiding en won het kampioenschap met nog enkele speeldagen in het verschiet.’

De titel is je mooiste Belgische souvenir?

‘Ja, samen met de geboorte van mijn zoon in België. De titel was bijzonder. Je zag wat het betekende voor de supporters en de hele stad. De titelviering was groots.’

Waarom lukte het niet om je vorm van het eerste seizoen nadien vast te houden?

‘Ik was jong. De verwachtingen waren hoog, of toch hoog genoeg, in dat tweede seizoen. Mijn niveau was behoorlijk goed in het eerste seizoen en dus verwachtte iedereen dat ik die lijn zou doortrekken. De tegenstanders analyseerden mijn spel en besteedden meer aandacht aan mij. Het was niet gemakkelijk. Ik speelde nog wel en gaf enkele assists maar scoorde een pak minder. Binnen de ploeg bleef ik een belangrijke pion.’

Champions League

Je verliet Club en via Spanje belandde je bij FC Porto, waar je met José Mourinho de Champions League won.

Gerets en Mourinho lieten onvergetelijke indrukken na

‘Het was het meest succesvolle seizoen uit mijn carrière, ook al kreeg ik niet zoveel speelminuten. Spelen tegen Manchester United, dat zijn herinneringen die je bij blijven. Vorig jaar ontmoette ik Alex Ferguson in Parijs tijdens een seminarie voor coaches. Hij zei dat we het niet verdiend hadden om die wedstrijd te winnen: de scheidsrechter had immers het doelpunt van Paul Scholes afgekeurd. Wij maakten gelijk via Costinha die een vrije schop van Benni McCarthy afrondde. United was natuurlijk de favoriet op papier, maar we vochten en probeerden ons spel te spelen. Die kwalificatie tegen Manchester gaf ons het besef dat we de Champions League konden winnen.’

Wat was het geheim van die ploeg?

‘Eendracht. Het was niet de meest getalenteerde ploeg. Het was een goede groep met een juiste mix en de juiste staf. De spelers kregen nadien naambekendheid. Mourinho was psychologisch zowel slim als sterk. Hij vertrouwde op de ploeg. Op dat ogenblik was Mourinho niet erg bekend. Hij was een vriend die je hielp en geen bevelhebber of dictator. We namen beslissingen met het team en steeds in dialoog. Het was zeer open en iedereen kreeg de kans om zijn mening uit te drukken. Zo haalde hij het maximum uit de groep.’

Coachen

Wat inspireerde je om coach te worden?

‘Dat is eenvoudig. Ik hou van het spel. Het maakt het grootste deel van mijn leven uit en ik wilde in het voetbal blijven. Als je niet meer kan spelen is de next best option om coach te worden: spelers helpen en je ervaring delen. Ik hou er niet van om in een kantoor te werken.’

Hoe maakte je de overgang?

‘Het is niet gemakkelijk, want je denkt nog steeds als een speler. Het vergt tijd om de transitie te maken en anders te gaan denken. Je blijft lang in je denkpatroon als speler zitten. Uiteindelijk ben je verantwoordelijk voor 22 spelers en het vereist mentale sterkte, kennis en alertheid. Ik moet beter worden in al die aspecten om echt een goede en succesvolle coach te worden – om een rolmodel te worden. Het vraagt dus tijd. Je moet zoveel leren en zoveel analyseren. Je maakt ook moeilijke tijden door maar zo doe je ervaring op.’

Je deed een korte stage bij Club Brugge tijdens je formatie als coach.

‘De UEFA regels schrijven voor dat je die stage ergens moet doorbrengen. Brugge verwelkomde me. Ik volgde de trainingen en het gebeuren op de club voor een week. Philippe Clement, Sven Vermant en Michel Preud‘homme lieten me deel uitmaken van hun ervaringen en hun dagelijks werk. Elke stap doet je denken, biedt nieuwe inzichten en helpt in je algemene vorming.’

Edgaras Jankauskas
Edgaras Jankauskas© Belga Image

Heb je iets van Gerets de coach overgenomen?

‘Onbewust neem je de beste dingen over van mensen die je bent tegengekomen tijdens je carrière. Dus ja, ik heb elementen van Gerets overgenomen. We hadden veel respect voor hem. Hij kon erg kwaad worden. Hij was ook veeleisend. Dat is belangrijk. Soms dacht je dat Gerets te kwaad of oneerlijk met je was maar later besef je dat het cruciaal is voor je progressie. Ik roep minder dan hij. Mijn aanpak is anders maar soms moet je je stem verheffen. Sommige spelers reageren enkel daarop.’

En van Mourinho?

‘Het is eigenlijk hetzelfde als met Gerets. Ik bracht drie jaar met hem door en het liet onvergetelijke indrukken na. Ik heb bepaalde inzichten van Mourinho geabsorbeerd, vooral de manier hoe je als coach reageert na een verlieswedstrijd of in moeilijke tijden. Je moet je spelers een hart onder de riem steken. In het voetbal wordt je steeds met nieuwe situaties geconfronteerd en je ervaring helpt je om er gepast op te reageren.’

Als speler, heb je in tien verschillende landen gespeeld. Heeft dat je DNA als coach beïnvloed?

‘Ja. Er zijn weinig spelers in Litouwen met zo’n internationale carrière maar in het algemeen ben ik een persoon die verschillende culturen, verschillende personen, nieuwe mensen en nieuwe voetbalstijlen wil leren kennen. In dat opzicht is het waarschijnlijk een voordeel en ik deel het graag mijn collega’s.’

Litouwen

Welke speelstijl beoog je met de nationale ploeg van Litouwen?

‘Ik wil een dominante ploeg die het balbezit kan opeisen, ondanks het feit dat we geen sterspelers of bijzonder begaafde spelers hebben. We mogen geen louter verdedigende ploeg zijn. Dat is wat ik mijn spelers probeer te vertellen en op te dragen. Zij doen het goed. We hebben nog geen grote resultaten behaald maar hun mentaliteit en spelinzicht is veranderd. Zij geloven erin. Ze weten wat er toe doet. We verbeteren ons spelniveau, zij het stap per stap.’

Litouwen staat 99ste op de FIFA-ranking na Estland en voor Guatemala. Is dat een juiste weergave van de kwaliteit in de ploeg?

‘Dat kan, dat is ook waarom we hard moeten werken. We moeten aan de volgende generatie ook tonen dat we beter zouden kunnen zijn dan dat we op dit ogenblik zijn. Litouwen is nooit een voetballand geweest. De stadions zijn onbestaande, de competitie is zwak en de televisie heeft weinig belangstelling voor het spel. We moeten ons werk blijven doen en tonen dat voetbal potentieel heeft.’

Zijn infrastructuur en een gebrekkige jeugdopleiding de pijnpunten van het Litouwse voetbal?

‘Zonder twijfel. De voetbalbond heeft nieuwe jonge mensen, die een nieuwe visie durven vooropstellen. Zij zien hoe het voetbal zich ontwikkelt in andere landen. Dat gebrek aan infrastructuur, jeugdacademies en gedegen coaches is waarschijnlijk een overblijfsel van de Sovjet-Unie. Het stadion is Vilnius is vernield. Het is zelfs geen ruïne meer, zelfs dat hebben we niet meer! Maar onze voetbalgemeenschap moet tonen wat voetbal kan betekenen en dat het deel kan uitmaken van onze cultuur, zoals dat het geval is in bijna alle Europese landen. We vechten met weinig succes voorlopig maar we geven niet op.’

Welke land kan als rolmodel voor Litouwen dienen?

Harelbeke heeft waarschijnlijk een beter stadion dan de Litouwse nationale ploeg.

‘Je kan zo goed als elk land kiezen. België is een kleiner land met een grotere bevolking maar een dichtere bebouwing. Elk dorp heeft een voetbalveld. Er zijn veel stadions. België is een voorbeeld voor Litouwen. Hier gaan investeringen naar het basketbal en het bouwen van hotels maar niet naar het voetbal of voetbalstadions. De vraag is: waarom? In september spelen we een WK-kwalificatiewedstrijd tegen Schotland in een stadion met 5,000 zitplaatjes. Het is schandalig en erg! De Engelse en de Schotse journalisten komen hier verhalen schrijven over onze lachwekkende situatie. Iedereen zou zich beschaamd moeten voelen. Is Litouwen het enige land ter wereld zonder een deftig voetbalstadion? Harelbeke heeft waarschijnlijk een beter stadion.

EK-ambities

Kwalificatie voor het WK lijkt onhaalbaar. Is Euro 2020 een realistisch doel?

‘Ik ben een realistisch persoon. Het halen van de barragewedstrijden voor het WK zou een mirakel zijn. Je moet in mirakels geloven, maar tegelijkertijd moet je realistisch zijn. Onze doelstellingen nu zijn anders. Onze focus is het leerproces. We moeten resultaatgericht voetbal leren spelen. Het zou niet fair zijn om over resultaten te spreken. Resultaten zijn belangrijk maar zij zijn het gevolg van onze prestaties op het veld. We kunnen op dit moment nog niet de juiste speelwijze hanteren omdat we eenvoudigweg nog niet ontwikkeld genoeg zijn. Litouwen moet zijn jeugdopleidingen radicaal veranderen, zoals Kroatië en Polen dat deden. België heeft het ook gedaan. Je maakt dan tijdelijk een regressie door maar de volgende generaties worden daarna alsmaar beter en beter.’

Waar wil je de ploeg in tien jaar zien?

‘Haha, op het Europees kampioenschap! Als we tien jaar lang hard zouden werken met de steun van de overheid en met de juiste infrastructuur, dan zou Litouwen kunnen deelnemen aan het EK. We kunnen niet wachten en hopen op een mirakel. Toen Litouwen deel uitmaakte van de Sovjet-Unie was voetbal populair. Basketbal heeft het overgenomen van voetbal en Litouwen blinkt uit op de court.’

Indien je, in de toekomst, de overstap naar clubvoetbal zou maken, zou je Club Brugge willen coachen?

‘Ik was al assistent bij Lokomotiv Moskou en Heart of Midlothian. Clubvoetbal is aangenamer, want bij de nationale ploeg kan je de ontwikkeling van je spelers niet voldoende begeleiden. Ik hou ervan om met spelers te werken en ze te verbeteren op dagelijks basis. Je wil niet een wedstrijd coachen en nadien drie maanden je spelers niet meer zien.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content