The devil wears data: hoe AC Milan zich heruitvond en de Europese top wil bestormen

Gekke bekken trekken met Fikayo Tomori, Alexis Saelemaekers en Pierre Kalulu. Onze 23-jarige landgenoot heeft intussen al meer dan honderd wedstrijden gespeeld voor AC Milan. © GETTY
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Sinds het einde van het tijdperk-Berlusconi geraakte AC Milan niet meer weg uit de middenmoot van de Italiaanse competitie. Maar vorig seizoen mochten de rossoneri weer van de scudetto proeven, dankzij een moderne en gedurfde politiek, tegengesteld aan het imago van een club die zich graag in het verleden wentelde.

Met de trainersarmband rond de biceps en de overwinning op zak deelt Vincent Kompany stevige quotes uit als waren het cadeautjes. Kerstmis staat dan ook voor de deur. Paars-wit, gecoacht door Frankie Vercauteren maar ‘geïnspireerd’ door de ideeën van Kompany, heeft net KRC Genk verslagen (2-0) met twee doelpunten van Michel Vlap. De voormalige kapitein van de Rode Duivels sluit het jaar voor de camera’s af met de uitspraak: ‘Voor ik naar het stadion kwam, heb ik de resultaten in de Europese competities bekeken. Ik heb gezien dat AC Milan verloor op Atalanta en Manchester United op Watford. Twee grote clubs die nu ver in het klassement staan. (…) Ik ben opgegroeid met een Milan dat tot de beste ploegen ter wereld behoorde en vandaag staan ze laag geklasseerd omdat er geen enkele visie is, geen enkele filosofie.’

Het is een sterke uitspraak en de timing ervan is bijna ironisch. Niet alleen omdat de Brusselaars op dat moment zelf op een weinig benijdenswaardige tiende plaats staan (AC Milan is elfde), maar vooral omdat de rossoneri net een nieuwe weg aan het uitstippelen zijn. De mannen uit San Siro hebben een 5-0 om de oren gekregen van het Atalanta van Gian Piero Gasperini en kenden enkele woelige maanden. Leonardo, een van de sportieve grondleggers van het grote Milan uit de jaren 2000, was teruggekeerd als held, maar verliet de club een tweede maal voor de sirenenzang van PSG. Hij liet Milan achter in een onzekere sportieve situatie en een financieel negatieve spiraal na de grote investering in het Braziliaanse talent Lucas Paquetá.

Zijn opvolger Paolo Maldini kende een slecht debuut als beleidsmaker door de leiding van het team toe te vertrouwen aan Marco Giampaolo, die na zeven wedstrijden al ontslagen werd. De nieuwe trainer, Stefano Pioli, deed het amper beter. Vanaf oktober liet het bestuur, dat geïnstalleerd was door investeringsfonds Elliott Management, dan zijn oog vallen op Ralf Rangnick. Een nauwelijks verholen verleidingspoging die geregeld de voorpagina’s van La Gazzetta dello Sport haalde.

Een scharniermoment eind 2019 is de komst van Simon Kjær. Die was op dat moment bijna afgeschreven voor het hoogste niveau.

Het doel was om de sportieve toekomst van AC Milan in handen te leggen van de bedenker van het aantrekkelijke Red Bullproject en zijn mantra’s: pressing, jonge talenten en meerwaarde. In de kantoren van Casa Milan trok men de parallel tussen het effect dat de Duitser zou kunnen hebben en met wat diens landgenoot Jürgen Klopp bij Liverpool verwezenlijkte: van een slapende reus in enkele seizoenen weer een Europese grootmacht maken.

Niet iedereen bij rood-zwart was voor dat idee gewonnen. Het leidde er zelfs toe dat Zvonimir Boban, de balkunstenaar die door Maldini teruggehaald was naar San Siro, zijn ontslag gaf uit onvrede met de houding van CEO Ivan Gazidis. Die zou op eigen initiatief Rangnick gecontacteerd hebben, zonder de sportieve cel daarvan op de hoogte te brengen. De Zuid-Afrikaan, door veel Arsenalfans beschouwd als ‘de doodgraver van de ambities van de Gunners’, had het comfort en de vette salarissen van de Premier League achter zich gelaten om naar de noodlijdende Milanese club te trekken.

Een onverwachte keuze, die te verklaren valt door zijn vriendschap met Gordon Singer, de zoon van de grote baas van Elliott, én door zijn verlangen om een project vanaf nul op te bouwen. In het Emirates Stadium kreeg hij immers vaak te maken met de enorme invloed die Arsène Wenger daar op de besluitvorming had. ‘Er zat een romantisch idee achter, namelijk Milan doen herrijzen’, legde Gazidis uit aan The Guardian. ‘De mensen zeiden dat het niet mogelijk was’, voegde hij eraan toe. Dat Milan dan vorig seizoen de scudetto pakte, moet voor hem dan ook een echt sprookje zijn.

Ricky Massara en clublegende Paolo Maldini staan in voor het sportieve beleid bij de Italiaanse kampioen.
Ricky Massara en clublegende Paolo Maldini staan in voor het sportieve beleid bij de Italiaanse kampioen. © GETTY
Meesters van de markt

De avond van de nederlaag tegen Atalanta is het dus nog Stefano Pioli die de toekomst van de club moet uittekenen. Hij vraagt om enkele routiniers die zijn jonge groep moeten omkaderen. De meest ervaren spelers luisteren op dat moment immers naar de namen Mateo Musacchio en Ricardo Rodríguez. ‘We moeten erop letten dat we leiders hebben, ervaren spelers die onze jongeren moeten gidsen’, analyseert Paolo Maldini in SoFoot. De oud-verdediger van Milan doet er meteen alles aan om een grote held van de laatste titel van de club weer naar San Siro te halen: Zlatan Ibrahimovic. De Zweed geeft toe en keert nog eens terug naar Milaan met koffers waar evenveel ervaring als ego in zit.

Een tweede groot manoeuvre in januari wordt toevertrouwd aan de rekruteringscel. Sinds eind 2018 is het de jonge dertiger Geoffrey Moncada die daar aan het hoofd staat. De Fransman is niet zo bekend bij het grote publiek, maar geniet in het wereldje de reputatie dat hij een van de architecten is die in de schaduw van technisch directeur Luis Campos AS Monaco in 2017 kampioen van Frankrijk maakten.

In Milaan moet Moncada topanalyses van potentiële versterkingen overmaken aan het nieuwe duo van sportief directeurs, dat na het vertrek van Boban gevormd wordt door Paolo Maldini en Ricky Massara. Moncada en zijn methodes zijn een essentieel onderdeel van de nieuwe Milanese filosofie, die door Gazidis uit de doeken wordt gedaan in The Guardian: ‘Onze nieuwe visie bestaat erin om spelers te vinden die nog geen grote naam hebben. We hebben spelers gehaald bij ploegen die gedegradeerd zijn, die soms opgegeven waren of in wie men geen grootse toekomst meer zag. Wij zijn die op het spoor gekomen door onze moderne methodes van analyse en scouting.’

Paolo Maldini bezit een aura dat veel indruk maakt op jonge spelers. De club weet dat en speelt het bewust uit.

Het rekruteringswerk van de rossoneri wordt momenteel vooral geprezen wegens de transfers van Théo Hernandez, Rafael Leão, Pierre Kalulu of Mike Maignan, die allemaal een belangrijke rol speelden in de titel die de mannen van Pioli behaalden, maar het echte scharniermoment eind 2019 is de komst van SimonKjær. De Deen was net dertig geworden en had geen plaats meer in het Atalanta van Gasperini. Het had alles van een geïmproviseerde transfer, hoewel zijn profiel nochtans overeenkwam met de vereisten die de sportieve beleidsmakers voor ogen hadden: leiderschap, een geringe kostprijs en onmiddellijk rendement.

Kjær was op dat moment uitgerangeerd, bijna afgeschreven voor het hoogste niveau, maar als Milanfan van kindsbeen af zou hij een belangrijke pion worden in de heropleving van rood-zwart. De latere held van het EK 2021 is als centrale verdediger een van de kernfiguren van de geweldige reeks die AC Milan na de coronacrisis neerzet. Met de 1-4-zege in Lecce op 22 juni 2020 begint de ploeg aan een lange reeks van 27 wedstrijden zonder nederlaag in de Serie A. Die wordt pas gebroken door Juventus in het seizoen 2020/21.

Cijfers en adelbrieven

De ex-verdediger van onder meer Palermo, Lille en Sevilla is nochtans de uitzondering die de regel van de Milanese marktlogica bevestigt. Geoffrey Moncada is immers vooral naar de hoofdstad van de mode gehaald om jonge beloften te detecteren, die zowel op sportief als financieel vlak voor een meerwaarde kunnen zorgen. Daartoe laat de Fransman de scoutingcel nauw samenwerken (live of per video) met de analisten die de data sorteren en aanleveren.

De al wat oudere Deense verdediger Simon Kjaer was een belangrijke pion in de heropleving van rood-zwart.
De al wat oudere Deense verdediger Simon Kjaer was een belangrijke pion in de heropleving van rood-zwart. © GETTY

Daar duikt bijvoorbeeld de naam op van Jens Petter Hauge, een van die spelers uit minder bekende competities die de statistieken doen pieken en onvermijdelijk in het oog springen van scouts over de hele wereld. Net na het seizoen 2019/20 in Noorwegen, dat hij afsloot met veertien goals en tien assists in amper achttien wedstrijden, zorgde hij ook nog eens voor een doelpunt en een assist tijdens een Europese uitmatch in San Siro. Het trio Gazidis-Maldini-Massara klampt hem meteen aan in de catacomben van het mythische stadion, onderhandelt ter plekke met het bestuur van de Noren en sluit een deal voor vier miljoen euro. Hauge, nog niet rijp voor de rossoneri maar alleszins beloftevol, zal uiteindelijk voor meer dan het dubbele van die aankoopprijs doorverkocht worden aan Eintracht Frankfurt, dat hem momenteel uitleent aan KAA Gent. Op het veld mag de gok van Hauges aankoop dan al niks opgebracht hebben, op de bankrekening alleszins wel.

In de laatste rechte lijn van de onderhandelingen was de tussenkomst van Paolo Maldini van doorslaggevend belang geweest. Niet voor het eerst overigens, want de legende van rood-zwart bezit een aura dat veel indruk maakt op jonge spelers. De club weet dat en speelt het bewust uit. Zo nam de gewezen linksachter persoonlijk het vliegtuig naar België om de deal te sluiten met Charles De Ketelaere, die ook het hof werd gemaakt door enkele clubs uit de Premier League. Enkele jaren geleden, toen de transfer van Théo Hernandez moest afgerond worden, was een gesprek met Maldini beslissend om de Franse verdediger binnen te halen voor de neus van Bayer Leverkusen. ‘We scheppen een bepaald klimaat voor onze nieuwkomers en Paolo Maldini brengt hen de waarden van AC Milan bij’, bevestigt Gazidis.

AC Milan knoopte weer aan met een van zijn principes uit het verleden: een innovatieve club zijn.

Aanpassing aan het lokale regime en de plaatselijke ideeën zijn natuurlijk een bepalende factor. Een voordeel is wel dat Milan er de tijd voor geeft. Niemand maakte een probleem van de aarzelende start van Alexis Saelemaekers, een transfer waar velen van opkeken. Ondertussen is de Belg een interessante speler geworden die Stefano Pioli veel offensieve opties geeft. Rafael Leão, onmiddellijk voor de leeuwen gegooid door Giampaolo, was een van de weinige spelers die meteen uitblonken. Nadien moest hij wel wat gas terugnemen in de eerste maanden onder Pioli, maar uiteindelijk werd hij wel een van de grote mannen van de scudetto. Het mooiste voorbeeld van dat geduld is evenwel Pierre Kalulu, die voor een klein miljoen euro uit de B-kern van Olympique Lyon kwam en vorig seizoen in de laatste rechte lijn naar de titel titularis werd door de blessure van Simon Kjær. Hoewel hij amper 21 was, schitterde hij al centraal in de defensie. Hij is de belichaming van een kern van piepjonge talenten, die samen de jongste ploeg vormden die in de geschiedenis van het Italiaanse voetbal de landstitel wist te behalen (al begon men daar wel pas sinds 1994 statistieken over bij te houden).

De drie M’en

‘We willen vooral geen trage spelers, of spelers die onvoldoende ritmeveranderingen aankunnen’, vat Moncada samen in de podcast Prolongation over de principes van zijn rekruteringsbeleid. Zelfs zonder Rangnick dompelt AC Milan zich onder in wat de Italianen graag het ‘Europese voetbal’ noemen, tegengesteld aan de oude lokale ideeën. In het land waar velen denken dat een pak jaren op de teller en matchen in de benen volstaat om de scudetto te winnen, valt Milan op met zijn extreme verjonging, begeleid door enkele anciens als Olivier Giroud, die sinds zijn terugkeer naar de Laars weer helemaal boven water kwam.

Op zijn 56ste pakte Stefano Pioli vorig seizoen zijn eerste prijs als trainer.
Op zijn 56ste pakte Stefano Pioli vorig seizoen zijn eerste prijs als trainer. © GETTY

AC Milan, een traditieclub bij uitstek, knoopte weer aan met een van zijn principes uit het verleden: innovatief zijn. De club van het Milan Lab, dat nog altijd wordt beschouwd als een referentie op medisch gebied. De club van Arrigo Sacchi, de laatste revolutionaire trainer uit het Italiaanse voetbal. De club vanaf nu van de drie M’en: Maldini, Massara en Moncada. Een triumviraat naar aloude Latijnse traditie, dat 2000 jaar geleden al volstond om over Europa te heersen.

De Belgen bij ‘Il Diavolo’

We weten niet of Alexis Saelemaekers zich de eerste weken bij AC Milan eenzaam gevoeld heeft – er zaten alleszins heel wat Franstaligen in de kleedkamer. Mocht de voormalige dribbelaar van Neerpede zijn landgenoten daarentegen gemist hebben, dan is daar afgelopen zomer verbetering in gekomen, want er zijn maar liefst drie Belgen bij gekomen. Een overzicht van het Belgische regiment bij Il Diavolo en hun perspectieven binnen de kern van Stefano Pioli.

Hij paste niet echt in de plannen van Vincent Kompany, ondanks een beslissende actie in een clásico tegen Standard. Dat was trouwens een van de weinige keren dat hij mocht spelen nadat Vince the Prince was teruggekeerd naar Brussel. Het was dus een flinke verrassing – maar een grote opluchting voor de penningmeester van paars-wit – dat de wervelende maar wisselvallige winger van Anderlecht in de winter van 2020 naar een van de grote namen uit het calcio trok. Op dat moment kon niemand zich inbeelden dat hij nog geen twee jaar later al meer dan honderd wedstrijden zou gespeeld hebben voor de rood-zwarten, met daarbij een scudetto en een paar goals in de Champions League op het palmares. Hij staat niet altijd in de basis, maar wordt ook nooit over het hoofd gezien. Kortom: Saelemaekers is een smaakmaker van Milan geworden en een belangrijke Duivel voor Roberto Martínez.

Door op elke persconferentie te herhalen dat Divock Origi een legende van Liverpool is, wist Jürgen Klopp het goed te verbergen dat de Belg elk seizoen wat minder speeltijd kreeg. Het afgelopen seizoen – het laatste van zijn contract – speelde hij slechts 597 minuten, verdeeld over de vier competities en bekers waar de Reds aan deelnamen. Dat was nochtans genoeg om tien keer beslissend te zijn (zes goals en vier assists), waarvan twee keer tegen AC Milan in de Champions League en één keer in de derby van de Mersey tegen Everton, zijn favoriete slachtoffer. Omdat hij gratis was en zijn dynamisme en kracht goed bij Milan passen, deden de rossoneri een goeie zaak zonder veel risico door de held van Maracanã in 2014 aan te trekken.

In een club die de laatste tijd minder geld uitgeeft dan in de periode van overweldigende rijkdom onder Silvio Berlusconi of tijdens de poging tot wederopstanding onder de Chinese bewindvoerders, vormt Charles De Ketelaere een uitzondering. De linkspoot is natuurlijk ook geen speler zoals de anderen. Het jonge talent van Club Brugge kan met zijn eerste baltoets al het verschil maken of met een onverwachte beweging een tegenstander in de wind zetten. Zo sprong hij in het oog van de scouts van Milan, die ervan overtuigd waren dat hij een referentie kan worden in een land dat de nummers 10 altijd bewonderd heeft. Om hem naar San Siro te lokken moest Milan wel het grootste bedrag voor één transactie op tafel leggen sinds de overname door Elliott Management – dat de club afgelopen zomer doorverkocht aan RedBird. Op die manier brak ook Club Brugge een record: dat voor de duurste uitgaande transfer uit België. Het maakt De Ketelaere nog geloofwaardiger in de ogen van zijn selectieheer.

Hij is tegelijk dé verrassing van de Milanese transferzomer en het bewijs dat de scouts van de rossoneri de jonge talenten van de Belgische competitie nauwlettend in de gaten houden. Nadat de contacten die moesten leiden naar ex-Mouscronspeler Jean Onana waren verwaterd, richtte het bestuur van Il Diavolo zijn pijlen op Aster Vranckx, die het al volgde sinds zijn beloftevolle debuut bij KV Mechelen. Zijn uitleenbeurt, die gepaard gaat met een aankoopoptie, belichaamt helemaal de huidige transferpolitiek van AC Milan: een beperkt financieel risico en mikken op mogelijke cracks die wat lijken te stagneren en in San Siro de kans en de tijd krijgen om eindelijk op een hoger niveau door te breken. ‘Ik zie dat hier veel jonge talenten volwassen worden. Dat is een van de voornaamste redenen om naar hier te komen’, vertelde Vranckx tijdens de voorbereiding in de Italiaanse pers. Daarmee bevestigde hij indirect zijn symboolwaarde voor de nieuwe Milanese filosofie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier