Flashback naar 10 juli 2016: in Parijs rinkelt de kassa voor Portugal

© GETTY

Als wij terugdenken aan het Europees kampioenschap van 2016, focussen we vooral op de ontgoocheling van de Rode Duivels in Rijsel tegen Wales. In Portugal worden ze vrolijk als ze aan het tornooi terugdenken. Vooral bij de drie topclubs, waar de kassa volop ging rinkelen.

De feiten

Geen Nederland op het eerste EK met 24 deelnemers en dus wordt door de diverse media met enige kritische afstand gekeken naar het tornooi. Daags voor de finale dopen de volgers er de pennen in gitzwart vitriool. ‘Goeie spitsen zeldzaam op het EK.’ ‘Ik verheug me niet op de finale.’ ‘Negatief spel met permissie.’ ‘Op voetbalvlak kwalitatief teleurstellend.’ ‘EK toonbeeld van armoede.’ ‘Slechtste EK ooit.’ Het zijn maar enkele koppen uit die periode.

Wat het hoogtepunt moet worden – een finale met het gastland als favoriet – maakt ze ook niet vrolijk. ‘Pure fado, lijden tot de laatste minuut’, schrijft de Volkskrant. De finale begint nochtans niet slecht: Nani knalt al na vier minuten over, Sissoko reageert met een goeie actie en een paar minuten later moet Rui Patricio zich reppen op een kopbal van Antoine Griezmann.

Maar dan slaat het noodlot toe: na acht minuten gaat Dimitri Payet stevig in duel met Cristiano Ronaldo. Die wordt nog even opgelapt, maar kan niet verder. Stoer (en zeer luid) zong hij voor de aftrap nog het volkslied mee, en met wat fans nam hij tijd voor een selfie, maar de eerste helft is amper halverwege en Ronaldo moet langs de kant gaan zitten. De tranen laat hij de vrije loop, zonder schaamte.

Het doet denken aan die juli-avond in 2004 in Lissabon, waar Ronaldo ook al huilend van het veld gaat, na het verlies in de finale.

Nog meer dan anders kan Portugal nu in zijn egelstelling kruipen. Het voor de aftrap nog euforische Stade de France vervalt in apathie en kijkt stil naar wat zich op het veld afspeelt. Payet, die zich lijkt te schamen voor zijn harde ingreep, is uit zijn doen en moet na de rust naar de kant. Het vermoeden rijst dan dat Frankrijk wel gaat winnen, al blijven Les Bleus veel volk achter de bal houden. Griezmann dreigt, Coman valt goed in, en Gignac treft in blessuretijd de paal.

Verlengingen. Ronaldo is inmiddels druk aan het coachen, hij lijkt wel de assistent van Fernando Santos. Nu krijgt Portugal weer wat kansen: Eder kopt in de handen van Lloris en Guerrero treft met een vrije trap de lat. Iedereen denkt al aan strafschoppen als in de 109e minuut Eder zich losrukt van Koscielny en scoort. Weer tranen bij Ronaldo, dit keer niet van de kniepijn.

Making-of

Weinigen hebben Portugal vooraf aangekruist als favoriet. Niet helemaal terecht. Wie er de EK-geschiedenis op naslaat, merkt dat er weinig landen zo vaak bij de laatste acht raken als Portugal: kwartfinale in 1996, halve finale in 2000, finale in 2004, kwartfinale in 2008 en weer halve finale in 2012.. Een wiskundige serie leidt je dan naar een nieuwe finale, toch?

Maar als het tornooi begint, gokt niemand op Ronaldo en co. Reden: het is een beetje saai, dat Portugese voetbal. Niet in 2000, toen voetbalden ze nog aantrekkelijk, maar in het tweede decennium van de 21e eeuw associëren we Portugal toch met één vedette, Cristiano, en veel waterdragers. Met een behoudende tactiek, en resultaat dat heilig is.

Het WK in Brazilië verloopt teleurstellend voor de Portugezen, ook daarom zijn ze in Frankrijk maar een outsider. Dieptepunt daar is een 4-0 tegen de latere wereldkampioen Duitsland. Zoals vaak komt het dan tot een coachwissel: enter Fernando Santos, die eerder aan de slag was bij de drie grote Portugese clubs Benfica, Porto én Sporting. Opvallend: Santos moet dan nog een deel van een schorsing uitzitten, die hij kreeg vanwege onsportief gedrag als coach van Griekenland. Maar hij wordt wel groepswinnaar in de kwalificaties en dat is Portugal al in 20 jaar niet meer overkomen.

Indruk maakt hij in Frankrijk evenwel niet. Het is een vreemd tornooi, met veel nieuwkomers en een nieuwe formule: Portugal wint niet een van zijn groepswedstrijden maar plaatst zich toch voor de achtste finales. De ploeg is vooral bedreven in het toeslaan op de juiste momenten.

In de knock-outfase wordt het niet veel beter: Kroatië wordt pas in de 117e minuut (doelpunt van Quaresma) geëlimineerd. De kwartfinale tegen Polen eindigt op 1-1 en daar moeten de strafschoppen de Portugezen verder helpen. Pas in de halve finale kan Portugal zijn eerste (van zes) wedstrijd binnen de 90 minuten beslechten: Wales wordt op drie minuten (50e en 53e) KO gezet door Ronaldo en Nani.

Als de Fransen een dag later in Marseille wereldkampioen Duitsland elimineren, is de finale voor Les Bleus al half gewonnen. ‘Dit mag ons niet meer ontsnappen’, verwoordt Evra de euforie.

En daarna

De twee opvallende figuren van de finale zijn doelpuntenmaker Eder en Renato Sanches. Beiden beleven sindsdien nog weinig vreugde in hun carrière. Eder, op het EK nog eigendom van Swansea maar na een mislukt half jaar uitgeleend aan Lille, verhuist definitief naar Frankrijk, maar kan er niet verder imponeren. Hij verhuist in 2017 naar Lokomotiv Moskou, eerst op uitleenbasis, daarna definitief, maar scoort er amper.

Renato Sanches mag invallen in de 79e minuut en wordt zo de jongste winnaar ooit, al rijzen rond zijn échte leeftijd al snel wat vragen. Sanches zou vijf jaar ouder zijn dan op zijn paspoort staat. Een probleempje bij de aangifte van zijn geboorte… Hij wordt door de UEFA wel uitgeroepen als belofte van het tornooi. Bayern lijkt een en ander te hebben voorzien, want nog voor de start van het EK nemen ze de speler al onder contract. De 35 miljoen euro die de club dan neertelt, is op dat moment het hoogste bedrag voor een Portugese speler uit de competitie.

Sanches heeft het er wel moeilijk om door te breken: Bayern leent hem uiteindelijk uit aan Swansea City, waar hij weinig geluk kent. In 2019 neemt Lille hem over voor 25 miljoen euro, de duurste transfer uit de clubgeschiedenis.

De winst van het EK vind je vooral terug in de boeken van de grote drie, Porto, Benfica en Sporting. We hebben voor u even de cijfers opgeteld van de transfers van spelers uit hun opleiding die de drie groten sinds de zomer van 2016 al hebben gedaan. Het gaat om bekende voetballers die naar grote competities werden getransfereerd. Voor Porto kwamen we aan 105,5 miljoen euro, voor Benfica aan 337,5 miljoen (daar zit João Felix voor veel tussen), en voor Sporting aan 165 miljoen euro (dat is zonder de 80 miljoen euro voor Bruno Fernandes, die Sporting zelf niet opleidde).

Kortom: het EK bracht Portugal misschien niet het sportieve respect van de Europese volgers, maar of de clubs daar om rouwen? Vol komen de schijnwerpers op hun opleiding te staan en daar profiteren ze maximaal van.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content