Peter t'Kint
‘Geen steen naar Antwerp en Club Brugge, het zijn de andere Belgische clubs die faalden’
Net als andere jaren – met uitzondering van het seizoen 2016/17 – is het kort na Nieuwjaar over in Europa voor de Belgische ploegen. Redacteur Peter t’Kint vraagt zich af hoe dat komt.
Molde dat Hoffenheim uitschakelde. Slavia Praag dat over twee wedstrijden de betere was van Leicester City en YB Bern dat de maat nam van Leverkusen: verrassingen genoeg in deze Europa League.
Helaas niet voor de Belgen. Voor het derde seizoen op rij schoof de oude en straks ook nieuwe landskampioen Europees onderuit in de 1/16 finales. De voorbije twee jaar bleken Salzburg en Manchester United een maat te groot (op verplaatsing vooral), dit keer was de uitwedstrijd goed, maar liep het fout in Clubs thuismatch.
Je voelde het aankomen in de loop van de wedstrijd. Covid-19 had vooral ingehakt in het offensieve departement van de ploeg, zodat er bij Club Brugge na de rust nooit kalmte was aan de bal om te recupereren van de inspanningen, of angst bij de tegenstander voor de tegengoal (al kwamen Badji en Dost twee keer dichtbij). Club Brugge hield Europees vooral werkers over, maar ook aan hun energie in het lopen komt een eind. Johan Cruijff wist het al heel vroeg: wie de bal heeft bepaalt, de rest ziet af.
Geen steen naar Antwerp en Club Brugge, het zijn de andere Belgische clubs die faalden.
Simon Mignolet voorvoelde alles het beste. Pressure, keep the pressure, schreeuwde hij in de 82e minuut. Tevergeefs. De tank van Sobol, Dirar en vele anderen was leeg. Dirar liep al vijf minuten te vragen om een vervanging, maar wat op de bank zat was nagenoeg louter NXT. Niet nu. En dus gebeurde het onvermijdelijke. Kiev kreeg geen druk meer, mocht voetballen, speelde diep, en de tot dan toe uitstekende Kossounou werd centraal betrapt op het enige waar hij nog progressie in moet maken: het killen van de tegenstander in de zestien. De Ivoriaan liet zich iets te makkelijk wegzetten en het stond 0-1. Weg Europa.
Dit is een heel matig Dynamo Kiev, met, toen de pressure er nog was, veel slechte controles, en weinig puur talent. Maar zowel thuis als uit konden de Oekraïners een moment van onoplettendheid – in Kiev de concentratie van Balanta, thuis in Brugge die van Kossounou – afstraffen. Club, zoals gezegd gehandicapt in het offensieve, liet dat na.

Open deur bij Antwerp
Eenzelfde verhaal bij Antwerp, zij het dat de verwachtingen daar vooraf minder uitgesproken waren. Club Brugge investeerde de voorbije jaren in zijn ploeg, met succes, en wilde ver in Europa. Antwerp wil ook ver, op alle vlakken, maar investeert vooral in (op)bouw.
Steven Gerrard kwam deze week aan zijn 1000e dag als trainer van de Rangers. Hij wordt straks kampioen, ze zijn bijna terug waar we ze verloren, een decennium geleden, vanwege financieel wanbeleid: aan de top in eigen land, en bij de subtop in Europa. Antwerp staat pas aan het begin van waar we ze verloren, drie decennia geleden. En Vercauteren zit er maar goed en wel vijftig dagen als coach. Dat was eraan te zien. Wat nationaal compact aantreedt, hing internationaal als los zand aan elkaar. Te weinig bindmiddel, te weinig rust aan de bal. Te veel werkers, net zoals in Brugge later op de avond.
De stevige organisatie van Vercauteren ging internationaal met de billen bloot.
De Great Old mag trots zijn op het Europese parcours voor Nieuwjaar, dat van de voorbije week was minder. O ironie: gehaald om de lekken te dichten in de defensie die zijn voorganger Ivan Leko in de ogen van zijn bestuur veroorzaakte met zijn manier van voetballen, ging de stevige nationale organisatie van Frank Vercauteren internationaal met de billen bloot. Vier goals thuis, vijf uit, het was voor Vercauteren een wrang weerzien met de Europese beker die hem als voetballer zoveel succes bracht.
Bij Club was Covid-19 een terecht excuus, bij Antwerp de blessures. Problemen met de doelman, geschuif in de verdediging, het evenwicht op het middenveld, en geen echte diepe spits… Dat was te veel samen.

Quo vadis?
Bouwen aan een stadion, aan een ploeg die nationaal mee moet strijden voor een plaats in play-off 1 én internationaal, het is allemaal (nog) iets te veel. Het is, vergeef het ons want we zitten aan de zijlijn, ook allemaal een beetje diffuus, de richting die Antwerp uitgaat. Steunen in de aanval op een spits in de herfst van zijn bestaan, wellicht afscheid nemen van Refaelov, de diverse huurspelers,…
Quo vadis Great Old, aan het begin van een lente met opnieuw veel veranderingen in het verschiet?
De lat ligt op dit moment op Belgisch niveau, want Gélin en Le Marchand waren de nieuwkomers die Europees de mist in gingen. Le Marchand gaf nationaal de indruk een aanwinst te zijn, maar deed in Schotland veel fout. Het offensieve compartiment deed wat moest, vijf keer scoren tegen een ploeg die in eigen land nagenoeg niet te verschalken is, maar werd in de steek gelaten door zijn defensie.
De anderen
Nu, geen steen naar Antwerp, Europees nieuw na ruim twee decennia afwezigheid en jaren in het vagevuur van tweede klasse. En ook geen steen naar Club Brugge. Hun Europese contract is vervuld, zij het dat Club ambitieuzer was dan dit.
Het is de rest die faalde en verantwoordelijk is voor een magere Europese score. KAA Gent, Standard en Charleroi haalden samen maar iets meer punten dan Antwerp voor de Europese coëfficiënt die straks bepaalt hoeveel plaatsen we in Europa krijgen. De strijd voor die tickets is dit seizoen ongemeen spannend, maar na Club gaapt een groot gat en na Antwerp een kleintje.
Bij zij die ook Europa ambiëren is het tijd voor een goeie analyse. Wat loopt er fout? Waarom halen we geen rendement uit opleiding, scouting of sportieve werking? Antwerp moet dat overigens ook doen inzake jeugd in een stad die op een gegeven moment een halve ploeg bij de Rode Duivels vulde, maar dat is daar nog een extra werf op een nu al drukke chantier.
De lat mag overal iets hoger. Niet elk jaar strijden voor Europees voetbal, en daar dan stoppen. Al is het wel zo dat in de landen die niet tot de G5 behoren en in onze buurt staan, het altijd wel één club is die in hoofdzaak verantwoordelijk is voor de Europese coëfficiënt. In Nederland is dat Ajax, in Oostenrijk Salzburg, in Kroatië Dinamo Zagreb, in Denemarken Kopenhagen,…
Zelden kan een niet G5-land met twee clubteams hoog scoren op de ranking. België was in de voorbije jaren goed, vanwege sterk in de breedte. Dat lijkt wat weg. En dus kijken we toch weer naar Club Brugge in het nieuwe seizoen. Volgend jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier