Het Bosnische Europacomplex: een kleine geschiedenis van voetbal in Mostar

© GETTY

Bosnië is er opnieuw niet in geslaagd een club af te vaardigen in de groepsronde van een van de Europese competities. Wat loopt er mis in het Balkanland?

Door Manuel Herrera Crespo (doctoraatsstudent geschiedenis aan KU Leuven)

Het bescheiden FC Vaduz dat uitkomt in de tweede klasse van het Zwitserse voetbal kwalificeerde zich als eerste Liechtensteinse ploeg ooit voor de poulefase van een Europese competitie. Een huzarenstukje waar ook FK Ballkani, als eerste Kosovaarse club, in slaagde. Voor de Bosnische clubs is het echter nog wachten op dat ene moment. HŠK Zrinsjki Mostar werd voor de tweede maal op rij uitgeschakeld na strafschoppen in de derde ronde van de kwalificaties. Na een thriller van formaat in het stadion van Slovan Bratislava wist de Bosnische club zijn 1-0 voorsprong uit de heenmatch niet te verzilveren. Maar hoe komt het nu dat clubs uit een land waar de Rode Duivels enkele jaren geleden nog voor beefden met spelers als Miralem Pjanić, Edin Džeko en Asmir Begović, er maar niet in slagen zich te kwalificeren voor Europees voetbal? Ondanks de nodige porties ongeluk moet het antwoord ook gezocht worden in het kluwen van etnisch georganiseerde clubs en de nasleep van de Bosnische burgeroorlog begin jaren negentig.

In tegenstelling tot zijn voetbalspelers, is de door etniciteit verscheurde geschiedenis van Bosnië & Herzegovina veel minder bekend. Het land dat tot 1992 deel uitmaakte van de Joegoslavische Republiek is vandaag verdeeld door drie verschillende identiteiten: Bosnische moslims – ook wel Bosniaks genoemd, Bosnische Serviërs en Bosnische Kroaten. Om de complexiteit van het land goed weer te geven, neem ik u mee naar de stad Mostar, gelegen in het zuidwesten van het land aan de oevers van de Neretvarivier. De stad is tevens de thuishaven van HŠK Zrinsjki Mostar en FK Velež Mostar die respectievelijk door Slovan Bratislava en de Hamrun Spartans uit Malta werden uitgeschakeld in de voorrondes van de Conference League.

Nazi’s vs communisten

Toen president Tito aan de macht kwam in 1945, poogde hij het zogenaamde ‘broederschap en eenheid’ van de nieuwe Joegoslavische Republiek te promoten. Dergelijk discours implementeerde hij om nationalistische tendensen te ontmoedigen een multi-etnisch ideaal te promoten. Kop van jut was voetbalclub HŠK Zrinsjki Mostar. De club had tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwe banden onderhouden met Kroatische nationalisten en had deelgenomen aan de voetbalcompetitie georganiseerd door de Onafhankelijke Staat Kroatië, in de praktijk een fascistische vazalstaat van Nazi-Duitsland.

Het ontbinden van Joegoslavië en het uitbreken van de Bosnische burgeroorlog in 1992 genereerde enorme repercussies voor het voetbal in Mostar.

Resultaat: Zrinsjki mocht niet deelnemen aan de nieuwe voetbalcompetitie. FK Velež Mostar daarentegen zou tijdens Titos bewind de belichaming van het multi-etnisch Joegoslavië worden. De club onderhield reeds langer banden met de communistische partij en moest eenheid brengen in het etnisch diverse Mostar. De rode ster, die verwijst naar het communisme, vind je vandaag nog steeds op het embleem van de club.

Het ontbinden van Joegoslavië en het uitbreken van de Bosnische burgeroorlog in 1992 genereerde enorme repercussies voor het voetbal in Mostar. Velež, de ploeg van het Joegoslavisch nationalisme en Tito, betaalde de prijs voor zijn inclusieve communistische identiteit. In 1993 vormden Bosnische Kroaten het stadion van Velež om tot een detentiecentrum voor Bosnische moslims en enkele maanden later speelde Zrinsjki Mostar zijn thuiswedstrijden in datzelfde stadion. Een symbolische kaakslag voor Velež en zijn identiteit. Tijdens de oorlog transformeerde het Bosnische voetbal in een projectiescherm voor etnische spanningen en nationalistisch geweld. Net die transformatie is nooit ongedaan gemaakt.

Modric in Bosnië

Ondanks dat er een einde kwam aan het geweld in 1994, keerde Velež pas in 2000 terug naar zijn thuisgrond. Vandaag hebben beide clubs een eigen stadion, al resoneert de gespannen sfeer nog steeds door de bestuurskamers, supportersvakken en op het heilige gras. Velež’s inclusieve karakter zorgt ervoor dat de club vandaag hoofdzakelijk Bosnische moslims aantrekt als supporters maar ook als spelers. Zrinsjki daarentegen is een club met een Bosnisch-Kroatische identiteit. Hierdoor onderhoudt de club vaak goede banden met Kroatische clubs. Dat kan leuke leenspelers opleveren: Luka Modrić maakte in het seizoen 2003-2004 acht goals in tweeëntwintig wedstrijden voor Zrinsjki.

Etnische institutionalisering van voetbalclubs is iets wat voor komt in bijna heel Bosnië. Supporters gaan regelmatig op de vuist en scanderen nationalistische slogans. Voetbalclubs werken nauwelijks samen wat vooral de bouw van infrastructuur en organisatie van jeugdwerking bemoeilijkt in een land dat het economisch lastig heeft.

Het stadion van FK Velež Mostar
Diaspora in voetbal

Daarenboven genereerde de Bosnische burgeroorlog een enorme diaspora met repercussies binnen het voetbal. Denk bijvoorbeeld aan Miralem Pjanić. Geboren in het noordoosten van Bosnië in een stad met voornamelijk Bosnische Serviërs, vluchtte hij in 1992 op tweejarige leeftijd naar Luxemburg. De jeugdreeksen maakte hij door bij FC Metz en hij kwam zelfs ooit uit voor de Luxemburgse U19. Dergelijke verhalen vind je over heel Europa en zorgen ervoor dat lokale talenten gedurende een lange periode niet uitkwamen voor Bosnische clubs. Voetbaltalent geboren in de jaren 1990 speelde, net als Pjanić, zelden voor Bosnische clubs. De grote transfersommen, nodig voor infrastructurele verbeteringen, bleven uit en grotere Europese clubs keken met minachting naar voetbal in Mostar of Sarajevo.

Deze korte inzage in de geschiedenis van Mostar en zijn clubs onderlijnt de verwevenheid van politiek en voetbal in een gebied waar etniciteit en identiteit nog steeds vorm geven aan de staatsstructuur. Bosnische clubs waren niet louter onderhevig aan de grillen van politieke conflicten maar vormden belangrijke en met symboliek geladen wapens binnen die conflicten. Deze geschiedenis doet er nog steeds toe. De achterstand waarmee het Bosnische voetbal reeds enkele decennia kampt, kan je zeker binnen deze context plaatsen. Toch brengt de Conference League nieuwe hoop voor de Europese droom van onder meer Zrinjski of Velež. Al is het daarvoor uitkijken naar het seizoen 2023/24.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content